duurzaam onderwijs voor de 21ste eeuw
Deze visietekst (13 bladzijden) is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van onderwijs, met bijzondere aandacht voor gelijke onderwijskansen. In deze tekst heb ik getracht een coherente visie te ontwikkelen rond het onderwijs van de 21ste eeuw: een onderwijs dat uitstekend en eigentijds is en tegelijkertijd werkt voor iedere leerling, ongeacht haar achtergrond.
Hieronder kan u ook de slides van de TED-talk over onderwijs voor de 21ste eeuw in het Vlaams Parlement hield.
Klik om toegang te krijgen tot onderwijs-voor-de-21ste-eeuw-ted-talk-finale-versie.pdf
Ik vind dit een erg waardevolle visietekst, waarin ik me helemaal kan vinden. Fijn ook dat duurzaam onderwijs ruimer vertaald wordt dan wat we er gewoonlijk onder verstaan, als we over EDO spreken bv. Tegelijkertijd stel ik in mijn praktijk als scholenbegeleider vast dat het voor teams niet vanzelfsprekend is een visie, hoe coherent ook, om te zetten in een schoolconcept, waarin elk van de participanten zich herkent en erkend weet. Ik meen dan ook dat net daar de grote uitdaging voor de volgende jaren ligt, niet in het minst voor de begeleidingsdiensten: een gedragen visie op duurzaam onderwijs vertalen naar een haal- en herkenbaar praktijkverhaal. Het zal inderdaad een groot ‘out-of-the-box-denken’ vragen en laat net dat in onderwijs niet vanzelfsprekend zijn. Onderwijsmensen houden nog vrij krampachtig vast aan hun gekende referentiekaders, met leraren die in hun beschermde, en zoals je terecht stelt, afgeschemerde klaslokaal ‘king of their own world’ zijn. Onherroepelijk wordt ‘delen’ echter ‘het nieuwe hebben’ en laat ons hopen dat onderwijs zijn maatschappelijke laboratoriumfunctie hierin durft op te nemen. Dit vraagt, zoals je stelt, een cultuurschok, waarin mensen ‘Samen Lerend op Weg’ durven gaan en net uit die gezamenlijke verantwoordelijkheid vertrouwen putten om een 21ste eeuws onderwijsmodel stap voor stap vorm te geven.
Met kinderen en jongeren leren binnen een onderwijscontext die door alle participanten als betekenisvol wordt ervaren, vraagt m.i. echter meer dan een cultuurschok. Ik meen dat ook structurele verandering op elk niveau noodzakelijk is om dit te kunnen realiseren. Zijn het immers niet de structuren die de condities scheppen om ook werkelijk diepgaand en dus duurzaam te kunnen veranderen. In die zin betreur ik het dat voor structurele hervormingen vrij eenzijdig gefocust wordt op het secundair onderwijs. Veel liever zou ik het leerplichtonderwijs in zijn totaliteit in vraag durven stellen en resoluur durven kiezen voor een andere structuur. Zo lijkt de 4-4-4 structuur mij veel meer tegemoet te komen aan de leer- en ontwikkelingsnoden van jongeren van vandaag dan de klassieke 6-6 structuur, die er … structureel op gericht is leerlingen aan het eind van de lagere school vrij eenzijdig ‘cognitief’ af te rekenen. Terwijl net die gevoelige periode tussen 10 en 14 jaar zich uitstekend leent om ontwikkelings-, talent- en competentiegericht aan de slag te gaan. Ervan uitgaand dat dit model binnen ons verzuild en conservatief onderwijslandschap mooie utopie blijft, zullen we als beleidsmensen en begeleiders allicht volop moeten investeren op mesoniveau: hoe kun je er als school, als team voor zorgen dat je optimale leerkansen creëert, zodat iedereen, beleidsmensen, leraren en kinderen, op al zijn leerkracht beroep kan doen? Persoonlijk denk ik dat we in de eerste plaats schoolteams moeten vertrouwen in hun deskundigheid om hun enorme aanwezige potentieel aan leer- en otnwikkelingskracht aan te spreken. Daarvoor moeten we echter resoluut durven afstappen van de verantwoordingsagenda op korte termijn, die heel wat teams nog al te zeer in hun creativiteit en ondernemingszin beknot. Als we als beleidsmensen en begeleidingsdiensten onze verantwoordelijkheid nemen om teams een haalbaar schoolconcept, gestoeld op uw visie bv., aan te reiken, hen te ondersteunen in de vertaling ervan naar hun eigen school, hen tools aan te reiken om die vertaling ook stapsgewijs te realiseren en hun ontwikkeling daarin zelf te monitoren en bij te sturen, blijf ik ervan overtuigd dat deze droom om middellange termijn een haalbaar project kan worden. Het vraagt van beleidsmensen, begeleidingsdiensten en onderwijsinspectie dat ze zich achter een breed gedragen onderwijsconcept scharen, dit helder naar scholen communiceren en die scholen de kans geven op al hun beleidvoerend vermogen beroep te doen om dit concept op plaatselijk vlak te realiseren. Al onze kinderen zouden zich er ongetwijfeld enorm door aangesproken voelen en de energie en de leerkracht vinden om hun talenten ten volle te ontwikkelen. Als ik tenslotte al een kleine voorzet tot conceptonwikkeling mag geven: ik ben ervan overtuigd dat¨een geïntegreerde aanpak binnen een wereldoriënterende context een krachtige motor voor beklijvend onderwijs kan zijn: een motor die de ‘leermotor’ van onze leerlingen op alle kracht kan doen aanslaan, maar tegelijkertijd een die beroep doet op alle talent en leerkracht van de onderwijsteams om hun leerlingen te onderrichten, te begeleiden, te inspireren en samen met hen over hun ontwikkeling te reflecteren.
Bedankt voor je reactie, Dirk. Je voorzet tot conceptontwikkeling klinkt erg interessant en prikkelend: een geïntegreerde aanpak binnen een wereldoriënterende context biedt, zoals je aangeeft, heel veel mogelijkheden om schotten af te bouwen en muren te slopen: tussen vaardigheden en kennis, tussen verschillende disciplines, tussen de thuiswereld van de leerlingen en de schoolwereld, tussen voorkennis en nieuwe kennis. Bovendien ontstaan er zo heel wat kansen om zinvolle, interessante inhouden en onderwerpen aan te bieden, en veel energie-tot-leren bij de leerlingen te doen ontvlammen. Tegelijkertijd zou dit voor schoolteams ook een mooie uitdaging kunnen zijn om samen te werken, een visie uit te klaren, activiteiten uit te werken, aan echte professionele teambuilding te doen….
Beste Kris,
we werkten deze week met een kernteam aan het uitwerken van een schoolvisie en het herbekijken van onze procedures ivm onze zorgwerking (naar aanleiding van het nieuwe zorgvademecum van het VSKO) en we hadden een aha-erlebnis toen we uw tekst lazen 😉 We zullen er ons zeker op baseren want we vonden er heel waardevolle en herkenbare sporen in.