Confirmation bias is wellicht een van de beroemdste concepten die de pas overleden Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman wereldkundig heeft gemaakt. Op basis van een resem psychologische experimenten die hij samen met zijn college Amos Tversky uitvoerde, zag Kahneman dat mensen een heel sterke drang te hebben om hun eigen overtuigingen bevestigd te zien. We zoeken data om onze overtuigingen te bevestigen en houden niet van tegenspraak. Ons brein durft botweg allerlei zaken te negeren of letterlijk niet te zien om toch maar bevestiging te krijgen (of minstens geen weerlegging) van wat we geloven of waar we waarde aan hechten. Ons brein bedenkt gretig argumenten waarom wat niet onze waarheid is, niet waar kan zijn. En ons brein bedenkt gretig argumenten waarom onze waarheid toch waar is, ook al wordt ze weerlegd door de feiten.
Confirmation bias is onvermijdelijk, want het vloeit voort uit de werking van de menselijke hersenen. Kahneman beschreef twee circuits in onze hersenen die onze beslissingen en onze oordelen aansturen. Hij noemde ze Type 1- en Type 2-denken. Type 1-denken is supersnel, grotendeels onbewust en kost weinig energie. Het vuurt bij prikkels meteen pijlsnelle associaties en impulsieve reacties op ons voorhoofd af. Het is ons “oudste” brein: in prehistorische tijden hadden we het nodig om ons meteen uit de voeten te maken als we het gebrul van een leeuw achter een struik hoorden, om snel genoeg te reageren op acties van vriend of vijand, of om eten uit te spuwen dat verrot of giftig was…. Intellectuelen horen het niet graag, maar bij alle mensen is Type 1-denken nog steeds “the hero of the day” (zoals Kahneman het zelf zei): het is circuit dat het merendeel van onze beslissingen en handelingen stuurt. We kunnen het niet afzetten, het is altijd – automatisch – aan het werk, zelfs tijdens onze slaap.
Als u het aan het werk wil zien, probeer dan de twee onderstaande opgaven op te lossen, en dat telkens zo snel mogelijk (liefst binnen drie seconden).
- Vervolledig de onderstaande letterreeks met eender welke letter, maar niet met een ‘s’: LETTERREEK.
2. Een bal en een racket kosten samen 1.10 euro. Het racket kost 1 euro meer dan de bal. Hoeveel kost de bal?
Heel wat mensen slagen er niet in om de eerste opgave binnen drie seconden op te lossen omdat ze geen letter vinden die het woord vervolledigt. Maar de oplossing is veel eenvoudiger: elke letter (x, y, k, l, z….) is goed, behalve de letter ‘s’. We moesten helemaal geen bestaand woord vormen, dat was de opgave niet. Het probleem is dat ons type 1-denken ons tijdens het lezen van de opgave meteen met het idee opzadelde dat we een betekenisvol woord moesten vormen omdat we dat bij talrijke gelijkaardige opgaven in het verleden ook moesten doen. Ook bij de tweede opgave gaat het vaak fout. Het antwoord “10 eurocent” flitst meteen voor onze ogen: ons type 1-denken ziet twee cijfers en een opgave waarbij het gewend is om die twee cijfers van mekaar af te trekken, en doet dat blindelings. En blindelings loopt het type 1-denken in de val.
Kahneman stelt dat we via type 1-denken veel goede en juiste beslissingen nemen, maar toch ook vaak tekortschieten, zelfs zonder dat we dat doorhebben. Type1-denken is onder andere erg onderhevig aan confirmation bias. Om niet in de val van foutieve, impulsieve associaties te lopen, moeten we trager en bedachtzamer te werk gaan. We moeten een ander denken inschakelen: ons Type 2-denken. Dat is veel bewuster, rationeler en trager. Het wikt en weegt, vergelijkt voor- en nadelen, denkt na over de gevolgen van een uitkomst, soms zelfs hardop. Ons type 2-brein kan ons overijverige type 1-brein corrigeren en aanvullen (de juiste oplossing is 5 eurocent voor de bal en 1, 05 euro voor het racket).
Soms is een correctie door Type 2-denken erg wenselijk of nodig. Opgaven 1 en 2 zijn vrij onschuldige voorbeelden, maar ons type 1-denken stuurt de hele dag onze beslissingen, reacties, gedachten en oordelen aan. Als we woorden als “bedelaar”, “autisme” of “vluchteling” horen, vuurt ons type 1-brein meteen bliksemsnelle associaties op ons af. Ons type 1-brein is dus eigenlijk onze interne, hoogst persoonlijke Google-machine die ongecensureerd de meest populaire associaties – die het sterkst in ons geheugen klaar zitten – op ons loslaat. Onze vooroordelen zijn dus precies wat het woord zegt: nog voor we de tijd hebben genomen om deftig te oordelen, heeft ons type 1-denken binnen een nanoseconde al een ongenuanceerde conclusie klaar. En aan veel van die sterk ingebakken oordelen en overtuigingen zijn we sterk gehecht: we beschermen haar – vaak onbewust – met onze confirmation bias. Het weerleggen van onze eigen overtuigingen (Unbelieving) is typisch type 2-werk.
Type 2-denken heeft echter een groot nadeel: het vreet letterlijk energie en is daardoor mentaal én fysiek vermoeiend. Ten tweede hebben we maar een beperkte hersencapaciteit voor bewuste aandacht. We kunnen niet aan 3 moeilijke dingen tegelijk geconcentreerd aandacht spenderen.
En dat brein, met zijn beperkte capaciteit voor bewuste aandacht, zijn voorliefde voor type1-denken en zijn confirmation bias zit ook in de koker van de huidige generatie jongeren. Jongeren die voortdurend via sociale media berichten binnenkrijgen die hun visie en overtuigingen alleen maar bevestigen. De algoritmes die ons newsreels en feeds aansturen, zijn dus een dopamine-geschenk voor ons bevooroordeelde type 1-denken. We krijgen een overdosis gesuikerde bevestigingen en blijven dus maar al te graag in die tunnel van honing en chocolade.
Zouden alle jongeren op school dat basisfeit over ons feilbare denken niet te weten moeten komen? Dit soort kennis dus op school graag, kennis over hun kennis. Volgens Piaget is een van de belangrijkste doelen van onderwijs het doorbreken van ons “intellectueel egocentrisme”: we moeten kritisch leren kijken naar onze eigen stereotypen, primaire associaties en al te gretige oordelen. En onze confirmation bias. Dat kan ik alleen maar bevestigen…
Aanrader:
Daniel Kahneman (2011). Thinking, fast and slow. Allen Lane.