Nog steeds gaat er in het Vlaamse onderwijs te veel energie en talent verloren. Heel wat jongeren verlaten het secundair onderwijs vroegtijdig en zonder een diploma. Maar waarom haken ze af? Geen betere manier om het te weten te komen dan het aan de jongeren te vragen. Dat is wat de Ierse onderzoekers Byrne en Smyth (in hun ophefmakende rapport ‘No Way Back?’) deden in hun studie naar vroegtijdig schoolverlaten. Ze volgden meer dan 1000 leerlingen tijdens hun loopbaan in het secundair onderwijs aan de hand van jaarlijkse vragenlijsten; 184 haakten vroegtijdig af en werden door de onderzoekers gecontacteerd. Met 25 van hen werden diepte-interviews uitgevoerd. De interviews zijn pakkend en soms ronduit verscheurend. Dit zijn de belangrijkste tendensen die uit het onderzoek kwamen:
- De meeste leerlingen haken af omdat ze allerlei negatieve ervaringen op school opstapelen. Vaak voelen ze zich afgekeurd, ‘opgegeven’, of verworpen door de leerkrachten en directie. Velen van hen ontwikkelen baldadig en opstandig gedrag nadat de relatie met hun leerkrachten is verstoord geraakt. Ze hebben het gevoel dat de leerkrachten lage verwachtingen over hen koesteren, niet in hen geloven, hen als minderwaardig behandelen.
- Opvallend is dat voor velen van hen het gevoel van afgekeurd zijn en falen al heel vroeg, zelfs reeds in het basisonderwijs start. Zo stapelen de negatieve gevoelens zich geleidelijk op tot de emmer overloopt. Met andere woorden, vroegtijdig schoolverlaten is zelden een beslissing die plots wordt genomen; het is eerder het eindpunt van een proces dat al heel lang aansleept.
- Veel hangt af van hoe scholen met de negatieve ervaringen van de leerlingen omgaan: als schoolteams de leerlingen systematisch als minderwaardig behandelen, komen de leerlingen sneller in een negatieve spiraal terecht. Het schoolklimaat – en de relaties tussen leerkrachten en leerlingen – zijn van levensbelang. Opvallend is dat onderwijssystemen en scholen die met strakke niveaugroepen werken, sneller negatieve gevoelens van minderwaardigheid bij de leerlingen in de ‘zwakste groepen’ aanwakkeren: als de leerkrachtverwachtingen dalen voor de leerlingen in de ‘laagste niveaugroepen’, versterkt dat het gevoel van falen bij de leerlingen.
- Ook negatieve ervaringen met klasgenoten en een moeilijke thuissituatie dragen bij tot de negatieve spiraal en het gevoel van niet thuishoren op de school.
- De aantrekkingskracht van de arbeidsmarkt (en het vooruitzicht om geld te verdienen) heeft invloed op sommige jongeren, maar die invloed wordt pas echt belangrijk als de negatieve gevoelens op school beginnen door te wegen.
- De meeste jongeren hadden gesprekken met hun ouders over hun negatieve gevoelens en hun plannen om de school te verlaten vooraleer ze de cruciale stap zetten. De ouders stribbelden heel vaak tegen, maar dat had niet altijd het gewenste effect.
- Kinderen van laaggeschoolde ouders en jongens zijn oververtegenwoordigd in de groep van de vroegtijdige schoolverlaters. In scholen met een sociaal en cultureel gemengde leerlingpopulatie is de proportie van vroegtijdig schoolverlaten lager.
In hun aanbevelingen pleiten de onderzoekers voor een positief schoolklimaat met veel aandacht voor persoonlijke relaties tussen leerkracht en leerlingen. Hun studie “points to aspects of school process, including active teaching methods, flexible ability grouping and positive school climate, which enhance student engagement in learning, an engagement in learning which can serve to promote both retention and achievement equally.” In termen van duurzaam onderwijs: scholen moeten actief zoeken naar manieren om de energie die jongeren voor leren hebben, aan te wakkeren en om te zetten in positieve leerervaringen. Dat levert immers nieuwe positieve energie voor leren. Activerende leermethoden, flexibele groeperingsvormen die zich aanpassen aan het leerproces van de leerling, en een positief schoolklimaat kunnen het cruciale verschil maken tussen schoolverlaten (en ‘school haten’, zoals sommige geïnterviewde leerlingen het uitdrukken) en schoolsucces.