Waarom is literatuuronderwijs nodig?

Nee, leerlingen moeten geen literatuuronderwijs krijgen om kennis over literaire genres, vertelperspectieven en stijlkenmerken op te doen die later op een test of examen kan opgevraagd worden. Nee, leerlingen moeten geen literatuuronderwijs krijgen omdat ze dan tenminste een aantal namen van auteurs en titels van klassiekers kunnen opdreunen.

Ja, literatuuronderwijs kan het leven van jonge mensen verrijken. Het kan hun wereld verruimen als ze via het lezen van literatuur kennismaken met mensen, ideeën, ervaringen, situaties die buiten hun eigen leefwereld liggen. Het kan hen leren hun eigen zienswijzen, opinies en vooroordelen te doorprikken en relativeren. Het kan hen helpen om met meer begrip en meer nuance na te denken over levenswijzen, culturen, godsdiensten, praktijken waarrond ze voordien enkel stereotiepe, primaire, oppervlakkige intuïties hadden opgebouwd. Het kan hen met meer empathie en inlevingsvermogen doen omgaan met, en kijken naar, mensen die van hen verschillen (qua seksuele geaardheid, blik op het leven, leeftijd, doelen…).

Ja, literatuuronderwijs kan leerlingen veel leesplezier schenken. Al lezend kunnen ze helemaal ondergedompeld raken in een andere wereld en de eigen zorgen even vergeten. Literatuuronderwijs kan leerlingen doen proeven van auteurs en werken die hen leesplezier schenken maar die ze anders nooit ontdekt zouden hebben. Het kan hen gidsen naar adolescenten- en volwassenenliteratuur die hen mits een kleine leesinpanning oneindig veel ontspanning biedt. Het kan hen doen genieten van de creativiteit waarmee sommige schrijvers met taal aan het werk gaan en zinnen omvormen tot kleine kunstwerken. Het kan hun eigen creativiteit aanscherpen, hun eigen taalgevoel, hun eigen drang naar creëren.

Ja, literatuuronderwijs kan jongeren helpen bij het ontwikkelen van hun probleemoplossend vermogen. Veel verhalen gaan immers over hoe mensen (in diverse tijdsperiodes, contexten, situaties, continenten) zeer herkenbare menselijke problemen oplossen en met morele dilemma’s omgaan. Literatuuronderwijs kan jongeren doen nadenken over de beweegredenen van personages om bepaalde beslissingen te nemen en over de morele waarden die daarachter schuilgaan. Het kan meer inzicht bieden in de gevolgen van bepaalde daden voor andere mensen. Het kan hen doen nadenken over recht en onrecht, macht en onmacht, rechtvaardigheid en onrechtvaardigheid, universeel menselijke waarden, de gelijkheid van man en vrouw…  Het kan door de uitwisseling daarover met anderen, en door het stichtend voorbeeld van personages, betere mensen van hen maken.

Ja, literatuuronderwijs kan de taalcompetenties van leerlingen bevorderen. Het kan hun woordenschat verruimen, de vaardigheid om zich genuanceerd uit te drukken, de vaardigheid om op een beschaafde en rationele manier in discussie te gaan en op vreedzame manier conflicten uit te vechten. Het kan hun vaardigheid aanscherpen om nieuwe informatie te verwerken, om via taal nieuwe kennis van de wereld op te bouwen, om moeilijke zinnen te doorgronden, om tekststructuren te herkennen, om lange stukken tekst bondig en helder samen te vatten. Het is dus geen toeval dat de relatie tussen schoolsucces en buitenschools lezen zo sterk is aangetoond in zovele onderzoeken.

Omwille van al die redenen is literatuuronderwijs een must en een absolute meerwaarde voor de brede persoonlijkheidsontwikkeling van opgroeiende jongeren. Om dat alles te realiseren, hebben we een literatuuronderwijs nodig dat het leesplezier van leerlingen verhoogt; dat hen veel kansen geeft om hun leeservaringen met anderen te delen en uit te diepen; dat hen eigen keuzes laat in de teksten die ze lezen en de manier waarop ze hun leeservaring (creatief) verwerken; dat hen gidst in het immense literaire landschap; dat niet uitgaat van het programma, maar van de ambitie om leerlingen dankzij literatuur te doen groeien. Een literatuuronderwijs dat jongeren energie-voor-leren en energie-voor-lezen geeft. Een literatuuronderwijs dat heel vroeg begint (bij het voorlezen in de kleuterklas) en dat het positieve basisgevoel dat met voorlezen in de kleuterklas gepaard gaat (lezen is leuk, lezen is rijk, lezen is super) tot aan het einde van het secundair onderwijs blijft koesteren….

 

 

 

 

 

One mile a day: elke schooldag anderhalve kilometer lopen

Twee scholen in de Kempen hebben een idee opgepikt dat uit Schotland is komen overwaaien: laat alle leerlingen elke schooldag – en tijdens de schooluren – anderhalve kilometer joggen: “one mile a day”.

In het Schotse Stirling ziet men al langer de positieve gevolgen van het project: op deze scholen daalde het aantal kinderen dat lijdt aan obesitas drastisch. Bovendien stellen de Schotse en ook de Kempense scholen vast dat de kinderen na het lopen veel geconcentreerder en alerter in de klas zitten. Fysieke beweging geeft letterlijk nieuwe energie voor intellectuele arbeid. Wie een hele dag achter de schoolbanken geconcentreerd moet werken, raakt mentaal sneller uitgeput, dan wie even – al was het maar een kwartiertje – de benen kan strekken. Wie een goede fysieke conditie heeft, heeft meer energie om cognitieve prestaties te leveren. Het idee dat er op die manier kostbare tijd voor “leren” verloren gaat, is dus een waanidee. Integendeel, er wordt op die manier geïnvesteerd in beter leerrendement. Bovendien ontwikkelen de kinderen een veel betere fysieke conditie, en dat is goed voor hun gezondheid.

Ondertussen hebben in Engeland en Wales al ongeveer 500 scholen het idee overgenomen. Volgen de Vlaamse scholen binnenkort ook dit mooie voorbeeld?

one mile a day

http://www.hln.be/hln/nl/1265/Onderwijs/article/detail/2656726/2016/03/25/Tia-Hellebaut-wil-Vlaamse-leerlingen-1-6-kilometer-per-dag-doen-lopen.dhtml

 

TED-talk: Moet ons Vlaams onderwijs echt veranderen?

Hieronder kan u doorklikken naar de tekst van de TED-talk die ik op het Onderwijsfestival in het Vlaams Parlement breng. Twintig minuten spreektijd, één vraag (Moet het Vlaams onderwijs echt veranderen om mee te zijn in de 21ste eeuw?) en drie adviezen: actualiseer het curriculum, globaliseer het onderwijs, en maak het onderwijs duurzamer. En de tekst: die is 8 kernachtige bladzijden lang (in groot lettertype)

 

onderwijs voor de 21ste eeuw TED talk finale versie

 

 

 

 

 

 

Wat elke leraar moet weten (volgens NCTQ)

Ook Pedro De Bruyckere wijdde er al een paar blogberichten aan: 6 onderwijsstrategieën die elke leerkracht moet kennen. Althans volgens de National Council on Teacher Quality in de Verenigde Staten die zich hiervoor baseerde op het onderzoek naar de impact van onderwijs op duurzaam, diepgaand leren. Als leerkrachten deze strategieën toepassen, verhoogt de kans dat hun leerlingen nieuwe informatie begrijpen, diepgaand verwerven, bijhouden en kunnen transfereren naar nieuwe contexten (ongeacht of het om leerlingen in basis-, secundair of hoger onderwijs gaat):

  1. Verbind verbale informatie met visuele informatie: De kans dat studenten nieuwe informatie kunnen verwerken, verhoogt als uitleg over nieuwe concepten, ideeën of verbanden wordt ondersteund door beelden, visuele schema’s, grafieken, illustraties, videobeelden, animaties, en dergelijke.
  2. Verbind abstracte informatie met concrete voorstellingen: Abstracte verbanden, principes en concepten worden voor de leerder veel toegankelijker aan de hand van concrete voorbeelden. Dat dieren afhankelijk zijn van hun omgeving om te overleven, wordt veel concreter aan de hand van de overlevingsstrategieën van eekhoorns of het verdwijnen van bepaalde vlindersoorten in onze eigen omgeving.
  3. Stel diepgaande vragen: De kans dat leerlingen voorbij het niveau van vluchtig, oppervlakkig leren gaan, verhoogt als leerkrachten niet alleen pure reproductievragen stellen, maar ook durven doorvragen: waarom- en hoe-vragen, maar ook vragen waarbij de leerling moet vergelijken, evalueren of iets nieuws creêren, dwingen de leerling tot doordenken, verantwoorden, en hoger-orde-denken. Dat een antwoord van een leerling juist of fout is, is minder interessant (voor leren) dan de vraag waarom de leerling dat bepaalde antwoord geeft.
  4. Wissel uitgewerkte voorbeelden af met probleemstellende opdrachten: Om nieuwe, complexe bewerkingen en procedures echt onder de knie te krijgen, hebben leerlingen nood aan uitgewerkte voorbeelden (modellen) waarbij de leraar (of een andere leerling) toont hoe de procedure werkt én aan tal van opdrachten waarbij de leerling die procedure op gevarieerde manieren moet toepassen.
  5. Gespreide praktijk: Leerlingen onthouden nieuwe kennis en procedures veel beter als ze gespreid oefenen (dus ze meermaals toepassen gespreid over de tijd) dan wanneer ze er éénmalig heel veel energie erin steken. Leerstof in je hoofd stompen voor een examen kan werken voor dat ene examen, maar zonder gespreide praktijk – en dus herhaalde, gevarieerde toepassing – zal de kennis snel verdampen, en is er geen sprake van duurzame verwerving.
  6. Gebruik evaluatie om het leren te bevorderen: Evaluatie (aan de hand van tests, observaties, taakuitvoeringen) helpen de leraar om vast te stellen hoe ver de leerling staat, én om voedende feedback te geven die de leerling vooruithelpt. Feedback is ook broodnodig om leerlingen te wijzen op fouten en misconcepties én om hen te helpen uit die fouten te leren en misconcepties recht te zetten.

De National Council on Teacher Quality voerde een onrustwekkende studie uit waaruit bleek dat in veel Amerikaanse lerarenopleidingen deze strategieën te weinig aan bod komen. In onze Vlaamse lerarenopleidingen is dat ongetwijfeld een pak beter…

Meer lezen?

http://www.nctq.org/dmsView/Learning_About_Learning_Report

6 strategies that work in teaching