Kernidee van dit bericht: Herdenk de stage van studenten van de lerarenopleiding die nog stagelessen moeten geven, en laat hen bij heropening van de scholen meedraaien als tweede leerkracht in de klas om gedifferentieerd onderwijs te realiseren, om zo beter in te spelen op de toegenomen verschillen tussen leerlingen.
ALS de scholen pas op 3 mei terug zouden opengaan, dan hebben de leerlingen op dat moment 25 schooldagen gemist. Dat is 13% van het totaal aantal schooldagen van een gemiddeld schooljaar (190), en ongeveer 2% van een totaaltraject van 6 schooljaren in het basisonderwijs of secundair onderwijs. Het zijn percentages die enige relativering aanbrengen bij dramatische uitspraken in de media over “een volledig schooljaar dat verloren gaat”.
Dat neemt natuurlijk niet weg dat de kloof tussen leerlingen tijdens de afgelopen weken is uitgediept. Sommige leerlingen worden niet of moeizaam bereikt of geactiveerd via online onderwijs. Denk aan leerlingen die opgroeien in kansarmoede, die thuis niet over een goede internetaansluiting beschikken, niet door hun ouders kunnen geholpen worden bij hun digitale huistaken, of die heel moeilijk kunnen gemotiveerd worden voor schoolwerk zonder de onmiddellijke steun van een leerkracht. Ik denk dus dat, als de scholen op 3 mei weer opengaan, schoolteams intensief werk zullen moeten maken van gedifferentieerd onderwijs. Ik maak me zelfs sterk dat er dan evenveel energie in gedifferentieerd onderwijs moet worden geïnvesteerd als momenteel in digitaal onderwijs. De twee (differentiatie en digitalisering) kunnen elkaar overigens versterken als ze slim in elkaar worden geschoven.
Gedifferentieerd onderwijs waarbij bijvoorbeeld via een korte quiz, een kort instructiemoment, een korte toets of bevraging wordt vastgesteld welke leerling waar staat voor bepaalde leerstof, en waarbij vervolgens in kleinere groepen aan basisstof, inoefening, dan wel verdieping wordt gewerkt, zal nodig zijn om een antwoord te kunnen bieden aan de toegenomen diversiteit. En ja, gedifferentieerd onderwijs is veel beter mogelijk als er een tweede leerkracht in de klas staat. Er dient zich op dat vlak volgens mij een unieke opportuniteit aan via de lerarenopleidingen.
Er zijn nog tal van studenten in de lerarenopleidingen op universitair en bachelorniveau die nog niet alle stagelessen hebben gegeven, en die door de coronacrisis zelfs in de problemen komen om al hun stagelessen gegeven te krijgen. Mijn voorstel: vervang die overgebleven stagelessen door “assistentie als tweede leerkracht tijdens gedifferentieerde lessen”. Schenk dus tijdelijk studenten van de lerarenopleidingen aan scholen om mee te draaien als tweede leerkracht in de klas. Daarmee kunnen twee lastige problemen worden opgelost: (1) Lerarenopleiders weten, en begrijpen, dat veel stagescholen niet staan te springen om stagiairs nog stagelessen te laten geven, precies omdat er leerstof moet worden ingehaald, maar op deze manier kunnen studenten toch nog cruciale en zeer verrijkende klaservaring opdoen; (2) zoals gezegd, differentiatie lukt veel beter met een extra paar armen, benen, en brains in de klas. Win-win?