Vlaanderen staat op de drempel van de invoering van het M-decreet. Vaak lezen we dat leerkrachten vrezen voor een extra belasting die hun draagkracht te boven gaat. Het is dan ook van groot belang dat schoolteams voldoende ondersteuning krijgen bij de invoering van inclusief onderwijs. Van even groot belang is het besef dat de draagkracht van een school zienderogen verhoogt als inclusief onderwijs wordt beschouwd als een project van de HELE schoolgemeenschap (inclusief alle leerlingen van de school):
- Pieter heeft motorische, fysieke en zintuiglijke beperkingen. Hij heeft begeleiding nodig bij het trappen lopen. Een van zijn sterktes is dat hij erg sociaal ingesteld is en graag klasgenoten in de buurt heeft. Na overleg met alle betrokkenen wordt een buddy-systeem ingesteld waarbij Pieter samen met een andere leerling de trap oploopt als de andere klasgenoten al vertrokken zijn. Voor de buddy’s wordt met een beurtrol gewerkt.
- Brecht heeft nood aan visuele ondersteuning bij het lezen. Hij krijgt teksten met extra ondersteunende illustraties. Zijn leesmaatje leert Brecht om na het lezen van de tekst vragen te stellen over de illustraties.
- Een aantal dove leerlingen kunnen samen het vak Vlaamse Gebarentaal en Dovencultuur volgen. De school organiseert voor de medeleerlingen op woensdagnamiddag vrijblijvend een beginnerscursus Vlaamse Gebarentaal.
De voorbeelden illustreren dat inclusief onderwijs aan alle leerlingen unieke kansen biedt rond het opbouwen van allerlei sleutelcompetenties, waaronder “omgaan met sociale diversiteit”. Eerder dan de andere leerlingen alleen maar te informeren over de redelijke aanpassingen voor bepaalde leerlingen, kunnen de andere leerlingen ook actief betrokken worden in het opnemen, uitvoeren en bedenken ervan. Leerlingen kunnen zo vanuit een positieve ingesteldheid, een warme betrokkenheid en persoonlijke interacties hun eigen stereotiepe beelden rond mensen met beperkingen bijschaven en nuanceren. Ze kunnen een ervaringsbasis opbouwen die hun houding en hun handelen tegenover mensen met beperkingen buiten de school, en voor de rest van hun leven, ten goede kan veranderen.
Inclusief onderwijs kan zo een krachtige motor zijn voor een meer inclusieve samenleving. In essentie draait inclusief onderwijs niet om organisatorische maatregelen, maar om de inclusie die tussen mensen wordt opgebouwd. Inclusief onderwijs gaat dus niet alleen om de mate waarin de leerlingen met beperkingen volop mogen meedoen, maar ook om de mate waarin alle andere leerlingen worden betrokken in dat meedoen. Zo verhoogt de draagkracht van inclusief onderwijs, en de slaagkracht ervan.
(De drie voorbeelden komen uit de de brochures “Met een handicap naar de school van je keuze. Redelijke aanpassingen in het onderwijs” van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding (zie www. diversiteit.be) en de brochure “Klaar voor redelijke aanpassingen” van de Arteveldehogeschool. (Meirsschaut, Monsecour & Wilssens, 2015).