Welke leerkrachten vinden leerlingen “goede leerkrachten”? Welke kenmerken typeren de goede leerkracht volgens hen? Uit grootschalige bevragingen van leerlingen in tal van (Westerse) landen komt een opvallend gelijklopend beeld naar voor (voor een goed overzicht, zie Hattie & Yates, 2014); de bevragingen van de Vlaamse Scholierenkoepel geven dezelfde tendensen aan:
- Scholieren willen competente lesgevers: dat zijn leerkrachten die niet alleen hun vak erg goed kennen, maar die vooral goed zijn in het overbrengen van die kennis. Het zijn leerkrachten die moeilijke concepten met (veel) concrete voorbeelden toegankelijk maken, nieuwe stof verbinden met de voorkennis van leerlingen of met de buitenschoolse ervaringen van de leerlingen, die op diverse manieren iets kunnen uitleggen, hun uitleg en werkvormen kunnen aanpassen aan het begrip dat leerlingen vertonen, en leerlingen individueel kunnen helpen het verwerven van de stof.
- Scholieren willen leerkrachten die hen open, warm en respectvol behandelen: dat zijn leerkrachten die echt naar leerlingen luisteren, beleefd, warm en waardig met hen omgaan, constructief reageren op de bijdragen van leerlingen, positief omgaan met fouten en problemen die leerlingen hebben bij het uitvoeren van taken, hen niet afkraken, hun zelfbeeld niet bedreigen en competentiegevoel niet afbreken. Ze willen leerkrachten die leerlingen écht inspraak geven. Ze willen, in een notendop, leerkrachten die echt om leerlingen geven.
- Scholieren willen faire leerkrachten: dat zijn leerkrachten die voor alle leerlingen dezelfde gedragsregels hanteren en die consequent toepassen, die zich aan gemaakte afspraken houden, en die de prestaties van hun leerlingen fair evalueren (op basis van de kwaliteit van een taakuitvoering en niet op basis van subjectieve factoren). Het zijn leerkrachten die klas- en gedragsregels mét hun leerlingen bespreken, en die conflicten en probleemgedrag zoveel mogelijk proberen op te lossen via rationele dialoog, diplomatie en faire sancties, eerder van via botte straffen, roepen, machtsvertoon…
- Scholieren willen leerkrachten die ze kunnen vertrouwen: dat zijn leerkrachten bij wie fouten maken mag (meer zelfs, bij wie fouten en problemen worden gezien als kansen tot leren) en bij wie het net positief is dat je aangeeft dat je iets niet begrijpt. Het zijn leerkrachten aan wie je persoonlijke dingen kwijt kan en die met die persoonlijke informatie zeer discreet omgaan.
- Scholieren willen gemotiveerde, gepassioneerde leerkrachten: dat zijn leerkrachten die niet alleen van hun vak houden (en die passie proberen overbrengen), maar die ook uitstralen dat ze graag met jonge mensen werken en het als hun doel zien om die jonge mensen vooruit te helpen.
- Scholieren willen leerkrachten die hen motiveren voor het leren: dat zijn leerkrachten die leerlingen zinvolle leerstof geven, de doelen en de zinvolheid van leerinhouden expliciet verwoorden, en inspelen op de interesses en leerbehoeften van leerlingen. Het zijn ook leerkrachten die leerlingen doordringen van het feit dat onderwijssucces niet in de eerste plaats afhangt van aangeboren talent of van IQ, maar die demonstreren dat je beter in iets kan worden door meer kennis op te doen, betere leerstrategieën toe te passen, van anderen te leren, van feedback te leren, en die hun leerlingen zo doordringen van het feit dat ze een ongelooflijk leerpotentieel hebben. Vaak zijn dit leerkrachten die durven toegeven dat ze zelf ook niet alles weten, en hun leerlingen tonen hoe je gaten in je kennis kan dichten.
- Scholieren willen leerkrachten die de leer-kracht en autonomie van leerlingen verhogen: Dat zijn leerkrachten die de leerlingen uitdagende leerstof geven, maar wel uitdagingen die haalbaar zijn. Het zijn leerkrachten die de leerlingen helpen en instructie geven, en die ook gaandeweg de autonomie van de leerlingen weten te verhogen: zo bouwen leerlingen het gevoel op dat ze echt iets bijleren, en voor de uiteindelijke evaluatie van hun competenties niet afhankelijk blijven van de leerkracht.
Een goede leerkracht zijn hangt dus niet in de eerste plaats af van bepaalde karaktertrekken: leerkrachten worden door hun leerlingen niet automatisch hoger ingeschat omdat ze grappig, extrovert, of optimistisch van aard zijn. Het is de wijze waarop leerkrachten met leerlingen omgaan in de dagelijkse interactie die allesbepalend is. Leerkrachten zijn heel belangrijke rolmodellen voor leerlingen. De mate waarin leerkrachten een positief rolmodel voor hun leerlingen kunnen zijn (in de lijn van de bovenstaande kenmerken) heeft een sterk effect op het leerproces van leerlingen, op het beeld dat leerlingen opbouwen van volwassenen (en de wereld van volwassenen) en op de wijze waarop ze later zelf met anderen omgaan. Om met Hattie & Yates (2014, p. 31) af te sluiten: succesvol lesgeven “takes place in a climate of trust, affection, and fairness. As a teacher you embody the just world as an abstract, but nevertheless, realistic ideal”.
Meer lezen?
Hattie & Yates (2014). Visible learning and the science of how we learn. (met tal van doorverwijzingen naar onderzoek)
http://www.scholierenkoepel.be/info/standpunten/memorandum2014
Unicef-rapport “Iedereen gelijke kansen op school: dat denken zij ervan!”