Elke leraar is een intensieve taalgebruiker. Lesgeven zonder taal is onmogelijk. Meer zelfs, de kwaliteit van het taalgebruik van de leraar, en van de interactie die zij met haar leerlingen aangaat, heeft een stevige impact op het leerproces van de leerlingen.
Vijftien jaar na de publicatie van “Dertien doelen in een dozijn” heeft de Nederlandse Taalunie een geactualiseerd kader voor de taalcompetente leraar geproduceerd. Het biedt een antwoord op de vraag over welke taalcompetenties elke leraar in het superdiverse, hoogtechnologische onderwijs van vandaag moet beschikken. Hieronder een greep uit de accenten die het raamwerk legt:
1. Helder formuleren: Helder formuleren is een kerncompetentie voor elke leraar. Daarbij gaat het om het helder formuleren van onder andere leerdoelen, leerinhouden, leervragen en opdrachten die dienen voor evaluatie. Helder formuleren is een interactieve vaardigheid: een taalcompetente leraar heeft immers oog voor de mate waarin haar formulering begrepen wordt door alle leerlingen, en zoekt naar alternatieve formuleringen als dat niet het geval is.
2. Uitdagend tekstaanbod: Een taalcompetente leerkracht kiest met zorg tekstmateriaal dat boeiend, aantrekkelijk en uitdagend is voor leerlingen. Tegelijk bewaakt de leraar dat het tekstmateriaal niet overdreven moeilijk is, want dan wordt het demotiverend voor leerlingen. Daarbij is de leraar zich bewust van het feit dat hij een expert is in zijn vak, en dat sommige verbanden en vaktermen die hem vanzelfsprekend in de oren klinken, dat niet zijn voor de leerlingen.
3. Elke les is interactief: Of je nu directe instructie of coöperatieve werkvormen hanteert, in elke les is kwaliteitsvolle interactie met de leerlingen van immens belang. Om leerprocessen te bevorderen, krijgen leerlingen best de kans om hun voorkennis, hypotheses, ideeën en opinies te verwoorden. Het beste onderwijs is het onderwijs dat aansluit op de voorkennis van de leerlingen, en talige interactie is hét middel om die voorkennis op te roepen en nieuwe kennis daarbij te doen aansluiten. Talige interactie is ook hét middel om de leerlingen te voorzien van kwaliteitsvolle, formatieve feedback. Over een win-win-situatie gesproken: door de lessen interactiever te maken, stijgt de kans dat de lesdoelstellingen worden gehaald én dat de leerlingen tegelijk hun taalcompetenties ontwikkelen. Interactie is niet toevallig een sleutelkenmerk van taalgericht vakonderwijs.
4. Een veilig interactieklimaat is cruciaal: Leerlingen zitten niet in een klas om alleen maar juiste antwoorden te geven (op de gesloten vragen van de leraar), ze zitten in de klas om te leren. Dat betekent dat hun foute of onvolledige antwoorden minstens even interessant en welkom zijn. In een veilig interactieklimaat zijn leerlingen niet bang om hun ideeën te opperen, langere uitingen te produceren, of zélf vragen te stellen, en wordt daar door de leraar constructief op gereageerd.
5. Vertellen is een stokoude en eigentijdse werkvorm: Sterke leraren verbinden abstracte leerinhouden met veel concrete voorbeelden. Vertellen is een van de oudste, maar nog steeds een van de krachtigste methodes om abstracte inhouden concreet en toegankelijk te maken. Sterke leraren vertellen sterke verhalen, anekdotes, voorvallen, gebeurtenissen….
6. Meertaligheid is positief: Het percentage leerlingen dat het Nederlands niet als moedertaal heeft verworven, is danig toegenomen. In het raamwerk wordt benadrukt dat als leraren de moedertaal van niet-Nederlandstalige leerlingen positief benaderen, de kans stijgt dat die leerlingen zich beter en meer gerespecteerd voelen op school. Dat komt hun participatie aan de klasinteractie en hun leerprocessen stevig ten goede.
7. Taalcompetenties stuwen de professionalisering van leraren vooruit: Hedendaagse leraren zijn teamspelers. Ze wisselen inzichten uit met collega’s, discussiëren over onderwijsmethodes, volgen samen nascholing en reflecteren daarop, doen samen actie-onderzoek en team-teachen. Al die activiteiten verlopen vlotter en leveren meer op als leraren efficiënt, doelgericht en open met elkaar communiceren.
De conclusie ligt voor de hand. Taal geeft zuurstof aan leerprocessen. Dat geldt voor elke leraar en voor elke leerling:
“Het streven om elke leraar ook op te leiden tot een taalcompetente leraar is ambitieus, maar noodzakelijk. Taalcompetente leraren zijn beter toegerust om kwaliteitsvol didactisch, pedagogisch en professioneel te handelen, en dat komt de algehele kwaliteit van het onderwijs ten goede.” (p. 26)
Raadpleeg zelf het raamwerk De Taalcompetente Leraar:
https://taalunie.org/actueel/198/nieuw-taalkader-voor-leraren
Vanhooren, S. & Pereira, C. (2020). De taalcompetente leraar. Een referentiekader voor taalcompetenties van leraren in Nederland en Vlaanderen. Den Haag: Nederlandse Taalunie.