Ik mag dan al geen voorstander zijn van het sanctioneren van niet-Nederlandstalige ouders, ik ben wel een grote voorstander van het aanbieden van kwalitatief hoogstaande cursussen Nederlands als tweede taal aan niet-Nederlandstalige ouders van schoolgaande kinderen. Meer zelfs, ik doe er al dertig jaar onderzoek naar. Eén absolute good practice (dat toont het onderzoek van Joke Drijkoningen) is KAAP, een project van de stad Antwerpen. Het idee is simpel:
1. Bied aan niet-Nederlandstalige ouders een cursus Nederlands als tweede taal aan die gericht is op de communicatie tussen school en ouders: de ouders leren de brieven van de school begrijpen, het rapport interpreteren, ze leren hoe je uitlegt dat je kind ziek is en niet naar school kan komen of het huiswerk van gisteren niet begreep…;
2. Organiseer die cursus in de school van de kinderen: de cursus gaat dus niet door in een centrum voor volwassenenonderwijs, maar in de gebouwen van de basis- of secundaire school zelf, zodat de ouders volop de kans krijgen om met de brieven en rapporten van de eigen school te werken, de gebouwen te leren kennen, een klasbezoek te brengen. Zo ontstaan ook veel makkelijker laagdrempelige contacten tussen de ouders en de leraren/directie van de school.
3. Nodig de ouders die de cursus volgen uit om een activiteit op de school te organiseren (bv. een ontbijt op school, een spelnamiddag, een ruilbeurs): door die activiteit krijgen de ouders die de cursus volgen de kans hun nieuwe taalcompetenties in de praktijk om te zetten en vele andere ouders te leren kennen.
4. Nodig de leden van het schoolteam uit om in het kader van het project na te denken over de manier waarop zij met de niet-Nederlandstalige ouders communiceren: zijn we duidelijk genoeg in onze communicatie? Zijn we bereikbaar? Wat kan er beter?
Het project werd ontworpen en helemaal uitgewerkt (met lesmateriaal en voorbeelden van goede praktijk) door het Centrum voor Taal en Onderwijs van de KU Leuven. Het is een project dat vertrekt vanuit een warm-participatief model, eerder dan vanuit een koud tucht- en sanctiemodel. Het is een project dat inzet op de taalvaardigheid Nederlands van de ouders, hun betrokkenheid bij het schoolgebeuren, en de banden tussen school en ouders. Het is een project dat bruggen bouwt.
Vandaag leeft het project nog steeds in de stad Antwerpen dankzij de steun van het stadsbestuur. Het Antwerpse voorbeeld leert dat het project goed werkt als verschillende partijen er zich samen achter scharen. Uitrollen in heel Vlaanderen, zou ik zeggen.
Concreet lesmateriaal? http://www.schoolenouders.be/?idWs=10