De invloed van ouders op schoolprestaties

Dat ouders een invloed hebben op het schoolsucces van leerlingen werd al in vele studies aangetoond. Maar hoe werkt dat dan precies? Welke aspecten van oudergedrag en -participatie zijn dan cruciaal? In een recente meta-analyse van Castro en anderen werden 37 recente studies onder de loep gelegd in een poging om nog een tip van de sluier op te lichten.

De factoren met de sterkste effecten op de onderwijsprestaties van de kinderen waren de volgende:

  • Verwachtingen van ouders: dit was de factor met het sterkste effect. Het gaat hier over de verwachtingen die de ouders hebben en uiten rond het hoogste niveau van onderwijssucces dat hun kind volgens hen kan halen.
  • Communiceren met je kind over school: dit was de factor met het tweede sterkste effect. Hier gaat het om de mate waarin ouders praten met hun kinderen over hoe het op school gaat, en in die gesprekken interesse tonen, zorgen delen…
  • Lezen met kinderen: dit was de factor met het derde sterkste effect. Hier gaat het vooral om de frequentie waarmee de ouders samen met de kinderen lezen (bv. door voor te lezen) en de mate waarin de ouders leesgewoonten bij het kind bevorderen.
  • Opvoedingsstijl van de ouders: dit was de factor die qua sterkte op de 4de plaats belandde. Hier gaat het om de mate waarin de ouders duidelijke regels opstellen voor het maken van huiswerk en het leren van lessen, en de mate waarin ouders in het algemeen een helpende, ondersteunende attitude aannemen.

In dit onderzoek bleken andere factoren een veel kleiner (en in sommige studies zelfs negatief) effect op het onderwijssucces van de kinderen te hebben. Dat bleek met name voor:

  • Huiswerk begeleiden: deze factor had een zwak effect. Hier gaat het dus om de mate waarin de ouders het huiswerk van het kind superviseren en actief begeleiden.
  • Schoolactiviteiten bijwonen: ook deze factor scoorde zwak. Hier gaat het om de mate waarin de ouders fysiek op de school aanwezig zijn en activiteiten op school bijwonen of mee vormgeven.

In het lijstje van factoren met sterke effecten komen een aantal bekenden (bv. hoge verwachtingen) voor. Bovendien zou het wel eens kunnen dat de factoren mekaar versterken. Bijvoorbeeld, ouders die hoge verwachtingen hebben en die ook frequent uiten in hun gesprekken met hun kinderen over het schoolleven, lijken dus een sterk positief effect te kunnen uitoefenen op het onderwijssucces, en wellicht op de eigen ambities en verwachtingen van de leerlingen zelf (een factor die in Hattie’s meta-analyses een bijzonder sterk effect op onderwijssucces had).

Dat veelvuldig lezen een sterk effect heeft op onderwijssucces is ook geweten, maar dit onderzoek toont nog maar eens aan dat veel voorlezen op prille leeftijd, en blijven stimuleren dat leerlingen ook op latere leeftijd lezen (bv. tijdens vakanties) erg bevorderlijk kan zijn voor schoolsucces. Het verdient dus aanbeveling om met alle onderwijs- en vrijetijdspartners te blijven zoeken naar creatieve, motiverende manieren om lezen voor het plezier buiten de lessen te blijven stimuleren.

Ten slotte kan het voor sommigen verrassend overkomen dat actieve huiswerkbegeleiding niet dé factor is die het verschil maakt. Schoolteams moeten goed communiceren met ouders over de rol en functie van huiswerk. Huiswerk kan net de functie hebben om leerlingen zelfstandig leerstof te doen verwerken of actief te laten inoefenen, maar dan is het net belangrijk dat leerlingen tonen wat ze zelfstandig kunnen, en wat niet. Pas dan immers kan een leerkracht de dag nadien een evaluatie maken van de prestatie van het kind en de ondersteuning die het nog nodig heeft. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat een ouder een kind nooit mag helpen als het kind erom vraagt, maar voor een leerkracht kan het dan net verhelderend zijn dat een ouder (bv. via een korte opmerking of code) signaleert dat het kind nog hulp nodig had. In het licht van gelijke onderwijskansen is het evenzeer belangrijk dat de prestaties van kinderen niet afhankelijk worden van de kwaliteit van huiswerkbegeleiding door ouders, want op die manier dreigt de kloof tussen kinderen van laagopgeleide en hoogopgeleide ouders net te vergroten…. Wie huiswerk geeft, heeft dus zelf huiswerk, namelijk vooraf bedenken wat de functie van dat huiswerk is en wat de rol van ouders daarbij zou moeten zijn.

Meer lezen?

María Castro, Eva Expósito-Casas, Esther López-Martín, Luis Lizasoain, Enrique Navarro-Asencio, & José Luis Gaviria (2015). Parental involvement on student academic achievement:A meta-analysis. Educational Research Review 14, 33–46.

Zie ook de blog van Pedro De Bruyckere:

https://xyofeinstein.wordpress.com/2015/05/21/wat-effect-hebben-helpende-ouders-op-leren-hoge-verwachten-meest-effect-helpen-met-huiswerk-weinig/

Weg met de zwart-wittelevisie

De 16-jarige Alice mocht vorige week op tv in gesprek gaan met minister van onderwijs Hilde Crevits. Aanleiding was een blogbericht dat Alice schreef (zie de link onderaan dit bericht). Daarin vroeg ze zich luidop af of alle energie die ze stak in het studeren voor toetsen en examens wel iets opleverde. Veel kennis die ze in haar hoofd propte, was ze meteen na de toets alweer vergeten, en haar eigen honger naar kennis en diepere inzichten werd niet gestild in de nochtans uitdagende studierichting (Latijn-Moderne Talen) waarin ze zit. Op tv vroeg Alice zich af of er niet wat meer ruimte in het curriculum moet komen voor de toepassing van al die theoretische kennis. Ze sloeg de nagel op de kop, en Crevits kon haar alleen maar gelijk geven.

We hebben aan het eind van de vorige eeuw veel zwart-witdiscussies gevoerd over onderwijs. Kennis of vaardigheden? Directe instructie of inductief leren? Expliciet of impliciet taalonderwijs? De literatuur over onderwijs en leren leert ons dat het niet gaat om “of-of”, en dat de zaken veel genuanceerder liggen. Het gaat zelfs niet om een simpele “en-en”, waarbij kennis en vaardigheden in een soort van serieschakeling na mekaar geplaatst worden. Duurzaam leren wordt bevorderd door het slimme ineenschuiven van theorie en toepassing, van kennis en vaardigheden, van directe instructie en inductief leren, en dat zowel binnen één les als over verschillende lessen heen. Veel leerkrachten weten dat intuïtief en passen het principe ook al jarenlang toe. Ze geven een streep theorie en doordesemen die directe instructie met sprekende voorbeelden van concrete toepassingen, ze geven hun leerlingen meteen na de directe instructie de kans om de aangereikte (vaak theoretische) informatie toe te passen en tot leven te zien komen in een concrete casus, en gebruiken die oefening dan meteen om de theorie verder uit te diepen. Ze geven leerlingen praktische oefeningen die theoretische vragen uitlokken. Puzzelstukken worden in mekaar geschoven en maken samen een rijker beeld. Dat is niet “en-en”, dat is “in-in”. Dat is geen serieschakeling, dat is synergie. Expliciete instructie over taal ingebed in een functionele taaltaak; een voorbeeld uit het leven van de leerlingen gegrepen in een theoretische uitleg; een klassikale bespreking in de afronding van een uitdagend groepswerk; een theoretische uitleg van een leerkracht dat een duo tijdens een praktische oefening weer uit het slop helpt; een huiswerk dat vraagt om een concrete levensechte toepassing die tijdens het volgende contactmoment theoretisch wordt geïnterpreteerd. Toepassingen maken theorie begrijpelijker én zinvoller; toepassingen maken duidelijk waarom theorie ertoe doet; toepassingen maken duidelijk hoe de theoretische aannames werken en in mekaar klikken. En theorie maakt duidelijk wat er achter de concrete toepassing zit; theorie helpt leerlingen om de transfer van de ene toepassing naar de andere te ‘zien’. Als toepassing en theorie zo goed in mekaar klikken dat ze mekaar verrijken, dan is de kans groot dat er bij leerlingen ook een klik ontstaat. Als de energie van Alice in dergelijke synergieën wordt geïnvesteerd, dan wordt de kans op duurzaam leren gevoelig verhoogd.

De zwart-wittelevisies zijn allemaal naar het containerpark verdwenen. Nu is het dringend de beurt aan de zwart-witdiscussies over onderwijs.

Het blogbericht van Alice (16) lezen?

http://charliemag.be/wereld/leren/

Een hartverwarmende les basiseducatie

Vanmorgen observeerde ik een les Nederlands als tweede taal in de Basiseducatie voor een groep van traaglerenden die op het allerprilste basisniveau Nederlands leren. De lesgever vroeg aan de cursisten om samen met haar de straat op te gaan om haar boodschappen te doen. Ze had namelijk nog geen brood voor vanmiddag, geen pilletjes tegen de hoofdpijn meer, en geen geld om dat alles te betalen. Onder haar begeleiding (en die van een tweede lesgever) volgden de cursisten schriftelijke weginstructies die hen eerst naar de bank leidden. Daar noteerden een aantal cursisten de openingsuren, terwijl een paar anderen samen met de lesgever geld gingen afhalen. Voor een vrouw van Indiase afkomst was het de allereerste keer dat ze een bankautomaat bediende…. Iets verderop vroegen twee andere cursisten aan de verantwoordelijke van een toeristische dienst of ze een foto van alle cursisten wou nemen; de lesgever oefende kort met de 2 cursisten vooraleer ze het ‘echt’ gingen vragen. En dan naar de bakker, waar de openingsuren opnieuw genoteerd werden, en weer andere cursisten brood en snoep kochten (opnieuw na korte inoefening van een dialoogje met de bakker). Vervolgens naar de apotheker waar de cursisten pilletjes tegen de hoofdpijn vroegen (en liefst de goedkoopste), en verrast werden door de vraag van de apotheker of de vrouw die de pilletjes moest innemen toch niet zwanger was…. Onderweg babbelden de cursisten met de lesgever over wat ze zagen op straat, en postte één cursist de kaart die de lesgever naar haar mama wou sturen voor de nakende moederdag op 10 mei. Ook voor die cursiste was het de allereerste keer dat ze iets in een Vlaamse brievenbus stopte, waardoor ze in eerste instantie de rode brievenbus niet eens zag staan.

De les was bijzonder goed opgebouwd. Vooraleer ze de straat opgingen, had de lesgeefster de cursisten reeds in het schoolgebouw laten rondlopen en hen daar allerlei (weg)instructies laten uitvoeren. Oefenen in een veilige omgeving dus. Dat zorgde voor veel herhaling, want heel wat cursisten moesten in de gang van de school korte opdrachtjes uitvoeren waarbij begrippen als ‘links’, ‘rechts’, ‘achter’, ‘ga rechtdoor’, ‘neem de eerste….’ voortdurend vielen. De anderen keken toe, moedigden aan en konden niet nalaten om af en toe te helpen. Al die begrippen en uitdrukkingen kwamen kort daarna in het klaslokaal op vrij spectaculaire wijze terug, toen de lesgeefster de weg van thuis naar het schoolgebouw van een van de cursisten via Google Street View in beeld bracht. Hilarisch werd het toen de cursiste haar eigen huis herkende (en haar frituur!) en ze aangaf dat ze op de derde verdieping woonde (‘Is dat je slaapkamer dan?’ vroeg de lesgeefster terwijl ze onder buldergelach van alle cursisten naar een raampje wees). De cursiste gaf vervolgens aan hoe ze precies van thuis uit naar de school liep (‘rechtdoor… nu rechts….): Google Street View volgde gedwee en visueel ondersteunend.

Kralen van nuttige taal regen zich aaneen en kwamen telkens weer terug de kop opsteken. Na de boodschappenwandeling, die voor erg veel ingeoefende én onverwachte taalleerkansen zorgde, overliep de lesgever in de klas de opdrachten opnieuw. Daarbij liet ze belangrijke zinnen en vragen die de cursisten hadden gebruikt (Mag ik een zakje? Wil je een foto van ons nemen/ dat inpakken/…. alstublieft?) opnieuw de revue passeren. En als beloning kregen de cursisten uiteraard een snoepje van de bakker.

Gedurfd? Absoluut! Dit waren immers cursisten die nog volop bezig zijn met het verwerven van de allereerste bouwstenen van een functionele taalvaardigheid Nederlands, en die heus nog niet in staat waren om deze opdrachten zelfstandig uit te voeren. Maar dit waren cursisten die van begin tot eind super-betrokken waren, gretig luisterden naar het voorbeeld en de raad en de ‘vertalingen’ van de lesgever, en probeerden om die na te zeggen en te gebruiken voor echte doeleinden. Dit waren mensen die de echte wereld van het Nederlands over zich heen lieten komen, en veel meer dan alleen maar taal leerden. Er zullen nog veel kralen van taal, en nog veel herhaalde ontmoetingen met dezelfde uitdrukkingen nodig zijn om dit echt te laten inslijpen, maar dat dit taalverwerving heeft bevorderd kon je zo aflezen uit het verschil tussen start en einde van deze voormiddag. Bijzonder tekenend was het vertrouwen waarmee één mannelijke cursist tijdens de nabespreking rechtstond om aan iedereen te vertellen wat hij een uur vroeger zelf had geleerd, namelijk dat je aan de bankautomaat je biljetten zelf kon kiezen. Hij liep naar het digitaal bord waarop de lesgever het bancontact-scherm had geprojecteerd, en wees met autoriteit naar de juiste knoppen die je moest indrukken om 2 biljetten van 10 euro in plaats van 1 biljet van 20 euro te krijgen. Waarop haar vrouwelijke partner-cursist (die voor de eerste keer voor een automaat had gestaan) tegen de hele groep benadrukte dat je op de knop ‘afhalen’ moest drukken als je je geld wou hebben en niet op de knop ‘terug’. Waarmee meteen ook gezegd is dat de lesgever op erg slimme wijze moderne media in haar hele les integreerde: de foto’s die ze met haar tablet tijdens de wandeling had gemaakt, gingen ook van hand tot hand…

Ik ben naar huis gelopen met een warm gevoel. Dit was op en top basis-educatie. Dit was werken aan integratie. Dit was taal, en veel meer dan dat… Dit was wijs onderwijs….

(met dank aan Saar Deroo voor de lekkere “cuberdones” :-))