Hoe kunnen leerkrachten een burn-out vermijden? Hoe kunnen ze omgaan met belemmeringen in hun job en vol energie voor de klas blijven staan? Annick Jehaes biedt in haar boek “Veerkrachtig voor de klas” een aantal interessante kaders en concrete tips.
- In balans?
Op basis van een model van Karacek stelt Jehaes dat het welbevinden van de leerkracht sterk wordt beïnvloed door het samenspel tussen 4 factoren:
- Taakvereisten: Dit gaat onder andere over de mate waarin de leraar zijn taken als zinvol, waardevol, nuttig en prettig ervaart, het tempo waarin die taken moeten worden uitgevoerd, de duidelijkheid en communicatie rond die taken (bv. vanuit de directie) en de mate waarin de leraar zijn taken realiseerbaar acht.
- Regelruimte: dit gaat over de autonomie die de leraar heeft om zelf richting en sturing te geven aan zijn taakinvulling, de mate waarin hij zelf beslissingen op school kan nemen, de inspraak die hij heeft over het schoolgebeuren en de mogelijkheden die hij heeft om zijn eigen sterktes in te zetten en zich verder te professionaliseren.
- Sociale steun: dit heeft vooral te maken met de mate waarin de leraar aangenaam kan samenwerken met collega’s, de feedback en ondersteuning die hij van anderen krijgt, de interesse die anderen in hem stellen en de informele steun die hij mag ervaren.
- Jobzekerheid: dit verwijst naar de stabiliteit van de aanstelling en de jobinvulling, en de mate waarin de leraar kan doorgroeien en nieuwe perspectieven krijgt in zijn loopbaan.
Idealiter zijn deze 4 elementen in balans. Als één of meerdere elementen niet goed zitten, dan dreigt de leraar een verlies aan energie te ervaren.
- Waarderend reflecteren
Of die 4 elementen in balans zijn, moet de leraar regelmatig reflecterend onderzoeken. Jehaes pleit ervoor dat leerkrachten op tijd en stond stil staan bij hoe ze zich voelen als leerkracht; dat kunnen ze alleen doen of onder begeleiding van een coach, een directielid of collega’s. Essentieel is dat ze daarbij vooral focussen op hun sterktes en de factoren die hen genoegdoening schenken, eerder dan dat ze zich blindstaren op problemen. Kernvraag is wat de leraar energie voor het beroep geeft en wat hij in zijn job nog graag wil bereiken. Op basis van een analyse van zijn sterktes kan de leraar zich een concreet (ontwikkelings)doel stellen en zich vervolgens afvragen welke concrete acties hij kan ondernemen om die ambitie waar te maken en welke obstakels hij op de weg daarnaartoe met de hulp van anderen kan wegwerken.
- Oplossingsgerichte aanpak
Voor het aanpakken van eventuele pijnpunten bepleit Jehaes een oplossingsgerichte aanpak. Drie bruikbare principes in het oplossingsgericht werken zijn:
- Als het niet stuk is, repareer het dan niet. Veranderen om te veranderen is dus niet nodig, noch productief. Of in de woorden van Jehaes: “Doe meer van hetgeen werkt. Borg activiteiten die goed lopen. Neem dus vast wat goed werkt en benoem deze successen. Vier ze en ga ze zeker niet repareren” (p. 126)
- Als iets niet werkt, doe het dan zeker niet nog een keer. Als zowel de leerkracht als de leerlingen merken dat iets niet werkt, dan is het de moeite waard om over een aanpassing na te denken, eerder dan halsstarrig te blijven volhouden dat het aan de leerlingen ligt en dat het volgend jaar wel zal lukken.
- Als je eenmaal weet wat werkt, doe dat dan vaker. Leraren moeten leren uit hun eigen ervaringen, ook uit hun erg positieve ervaringen. Als ze scenario’s bedenken en uitvoeren die goed werken, dan kunnen ze die nadien ook op andere lessen of leerstofonderdelen toepassen.
- De kracht van complementaire teams
Doorheen het boek bepleit Jehaes meer teamwerking in het onderwijs, maar dan wel een teamwerking waarin elk teamlid zijn eigen authenticiteit kan bewaren. Dat is het best mogelijk als wordt vertrokken van de aanname dat elke leerkracht zijn eigen sterktes en unieke competenties heeft, en daardoor zijn eigen unieke inbreng kan hebben in het teamgebeuren. Samen aan vernieuwing werken betekent dus niet dat iedereen hetzelfde “nieuwe” doet. Sterke teams werken aan gezamenlijke projecten maar spelen daarbij wel de sterktes van de individuele teamleden zoveel mogelijk uit. Op die manier blijven alle leerkrachten met veel energie voor de klas staan én verhoogt de kans dat ze samen duurzaam willen blijven timmeren aan een krachtiger, gezamenlijk onderwijsproject.
Meer lezen?
Annick Jehaes (2017). Toolboek Veerkrachtig voor de klas. Oplossingsgericht werken met je sterktes. Gent: Politeia.