Groepswerk in de klas: dat levert vaak te veel decibels op en te weinig leren. Vaak luisteren leerlingen nauwelijks naar mekaar, proberen ze elkaar te domineren en leren weinig bij. Maar gelukkig valt daar iets aan te doen. Jan T’ Sas promoveerde onlangs op een proefschrift over de interactie tussen leerlingen tijdens groepswerk. Uit zijn interventie-onderzoek blijkt dat als leerlingen “exploratief” leren spreken, ze na verloop van tijd beter samenwerken, beter hun gedachten kunnen formuleren, beter argumenten verwoorden en beter probleemoplossend leren denken, zowel als groep als individueel. Exploratief spreken leidt zo tot sprekend leren.
De 6 basisprincipes van exploratieve gesprekken zien er als volgt uit:
- Elk groepslid mag eigen ideeën/meningen uiten.
- We luisteren naar elkaar en respecteren elkaars idee/mening.
- We geven argumenten voor onze eigen ideeën/meningen.
- We vragen andere groepsleden naar hun ideeën/meningen en naar hun argumenten.
- We geven constructieve kritiek op wat er gezegd wordt.
- We streven naar een consensus.
De principes zien er bijzonder eenvoudig uit, maar mensen worden niet geboren met de vaardigheid om ze systematisch toe te passen tijdens groepsgesprekken. De leerlingen in de experimentgroepen leerden de basisregels één voor één expliciet aan en oefenden ze daarna regelmatig in tijdens allerlei groepswerken. In vergelijking met controlegroepen die ook groepswerk deden maar de basisregels niet aanleerden, gingen de leerlingen in het experiment er significant op vooruit op diverse vlakken: ze werken constructiever samen, ze leren de woordenschat om probleemoplossend te denken én de cognitieve vaardigheid om te redeneren en argumenteren. Dat geldt zowel voor meisjes als jongens. Opvallend waren ook de resultaten bij taalzwakke leerlingen: zij blijken volgens de onderzoekers “de woordenschat van exploratieve gesprekken echt te leren. Ze ervaren de nieuwe woordenschat als een handige tool om zich uit te drukken en hun spreekbeurt op te eisen. Typisch exploratieve uitingen als ‘Waarom?’, ‘Ik ga akkoord met…’ of ‘Ik denk dat…’ gebruiken ze als kapstokken om hun gedachten te ordenen.” Daarmee bevestigt dit onderzoek de resultaten die Neil Mercer in het Verenigd Koninkrijk eerder liet optekenen.
Voor Jan T’Sas is de conclusie dan ook duidelijk: leerlingen moeten op alle scholen de kans krijgen om de principes van exploratief spreken expliciet aan te leren. Voor schoolteams loont de investering dubbel en dik, want op die manier rendeert groepswerk – in alle vakken – veel meer. En wie wil dat niet?
Bronnen
T’Sas, J. (2018). Learning outcomes of exploratory talk in collaborative activities (doctoral thesis). Antwerpen: Universiteit Antwerpen.
Zie de website neejandertaal.be voor heel wat artikels over dit onderzoek.