Hoe maken we de opgelopen leerachterstand weer goed? En welke lessen kan het onderwijsveld trekken uit de pandemie? UNESCO schreef een rapport over onderwijs in post-Covid-tijden, met aanbevelingen die centrale aandacht vragen voor (a) de leerlingen die het tijdens de Covid-crisis extra moeilijk kregen, (b) eigentijdse accenten in het curriculum, (c) de cruciale rol van leerkrachtenteams, (d) meer inspraak voor jongeren, en (e) het unieke karakter van schoolomgevingen. Ik vat de kern van hun 9 aanbevelingen hieronder samen in die 5 clusters:
1. Iedereen aan boord: (1) “Expand the right to education” en (2) “A global solidarity that does not accept the current levels of inequality“: Het universele recht op onderwijs gaat in de 21ste eeuw niet alleen over het recht om naar school te gaan, maar ook over het recht op een volwaardige participatie aan digitale vormen van onderwijs. Wie voor de poort van de digitale school blijft staan, wordt een basisrecht ontzegd. Er moet dus geïnvesteerd worden in betrouwbare, stabiele toegang tot digitale toepassingen voor iedereen en in de digitale competenties van laaggeletterde kinderen en hun ouders. Ook de inzet van openbare radio/televisie en van Open Access leerplatforms verdienen bijzondere aandacht. In het onderwijsbeleid moet de sociale kloof terug een expliciete prioriteit worden: een samenleving is maar zoveel waard als de zorg die ze aan kwetsbare mensen besteedt.
2. Leg eigentijdse accenten in het curriculum: (1) “Commit to strengthen education as a common good”; (2) “Scientific literacy within a curriculum based on strong purpose”. Ja, desinformatie tierde welig tijdens de pandemie, en dus ja, leerlingen moeten meer dan ooit kritisch met informatie leren omgaan en desinformatie leren ontmaskeren. Maar tegelijk moeten ze al die informatie niet alleen cognitief te lijf gaan, ze moeten die informatie ook willen en kunnen gebruiken om bij te dragen aan het ‘publieke goed’. Het curriculum mag dus niet eenzijdig focussen op technisch-academische competenties, maar de blik richten op de ontwikkeling van de ‘hele persoon’. De pandemie leert ons dat solidariteit, burgerzin, empathie met anderen van cruciaal belang zijn, dat samenleven geen zelfstandig werkwoord, maar een competentie is. En dat onderwijs daarin een sleutelrol speelt.
3. Ondersteun lerarenteams: “The importance of the teacher profession and teacher collaboration”: Het hart van leerprocessen is de interactie tussen leraar en leerling. Leraren moeten verlost worden van bureaucratische obstakels die hen afleiden van hun kerntaak: in leerrijke interactie gaan met hun leerlingen. Onderzoek toont aan dat de effectiviteit van onderwijs stijgt als leraren in team samenwerken. Teams kunnen meer en beter dan individuen, ook in het onderwijsveld. Laat ons dus maar ophouden met te stellen dat de individuele leerkracht het verschil maakt. Goed samenwerkende lerarenteams maken het cruciale verschil. Het onderwijsbeleid moet daarom zoeken naar hefbomen voor meer samenwerking tussen leraren en gezamenlijke professionalisering.
4. Geef leerlingen een stem: “An emphasis on student, youth and children’s participation and rights”: Zoveel maatregelen werden genomen voor jonge mensen, zo vaak werd gepraat over jonge mensen, maar zelden zaten ze mee aan tafel als er beslist werd over hun lot. Jongeren verdienen het om inspraak te krijgen, om au sérieux genomen te worden in de creatieve zoektocht naar maatregelen die helpen om onderwijs voor jongeren beter te maken. Scholen moeten jongeren daarom ook intensiever ondersteunen in het ontwikkelen van debat-, argumentatie- en probleemoplossingsvaardigheden, en in het bevorderen van hun sociale en interculturele competenties.
5. De school als unieke leeromgeving: “Protecting the social space of the school in the transformation of education”. Het onderwijslandschap werd tijdens het voorbije jaar omgewoeld, digitaal leren werd ‘mainstream’. Maar dat betekent niet dat de school als fysieke ontmoetingsplaats geen unieke meerwaarde meer heeft. Integendeel, we werden daarvan nog veel sterker doordrongen. Scholen zijn ‘thuizen’ van sociale relaties. Scholen zijn plaatsen waar mensen samen tot leren komen, en waar net uit dat samenspel van lerenden ‘leerwaarde’ ontstaat. Op school leren leerlingen niet alleen, ze zien anderen ook leren, en leren daar zelf uit. Op school leren ze met anderen leren, leven en werken. Op scholen leren leerlingen uit de interactie met anderen wie ze zelf kunnen zijn, en leren ze ook de andere als andere erkennen en herkennen. Op school is de leraar nabij. Op school investeren lerenden niet alleen energie in leren, ze krijgen ook energie-voor-leren terug. Onderwijs in de 21ste eeuw wint aan kracht als het slimme connecties creëert tussen binnenschools en buitenschools leren.
Het rapport zelf lezen?
Unesco (2020). Education in a post-covid world. Nine ideas for public action. https://en.unesco.org/sites/default/files/education_in_a_post-covid_world-nine_ideas_for_public_action.pdf