Geslaagde leesbevordering in de bib van Nijlen

De leerlingen van het 3de, 4de, 5de en 6de leerjaar van de Nijlense basisscholen waren erg enthousiast over de leesbevorderingsactiviteit in hun openbare bib naar aanleiding van de Jeugdboekenweek. Keuzevrijheid en het plezier van exploreren stonden centraal en vormden wellicht de sleutel tot het grote succes.

bibnijlen

De leerlingen kwamen met hun eigen klas naar de bib. Bij het binnenkomen mochten ze één medeleerling als partner kiezen. De duo’s kregen vervolgens de vrijheid om hun eigen route door de bib uit te stippelen. Verspreid over de hele bib hingen 96 korte opdrachten die allemaal met boeken en verhalen hadden te maken. De duo’s beslisten zelf welke opdrachten ze uitvoerden en hoeveel uitdagingen ze opnamen. De opdrachten waren van diverse aard, bijvoorbeeld:

  • Match de illustraties van allerlei covers met de juiste titel van het boek
  • Zoek in non-fictieboeken het antwoord op prikkelende weetjesvragen
  • Zoek in de bib een boek over je lievelingsdier
  • Zoek op de computer welke boeken er van een auteur die je leuk vindt in de bib aanwezig zijn en waar die staan
  • Vind in een bepaald boek hoe het verhaal verder gaat en wat er met het hoofdpersonage gebeurt
  • Zoek een leuk prentenboek over een bepaald onderwerp

De leerlingen konden hun antwoorden laten controleren door de bibmedewerker of hun leerkracht; en voor elk juist antwoord mochten ze het nummer van de opdracht fluoresceren. Op het einde kwam de hele klas samen en werd met de gefluoresceerde nummers een lottospel gespeeld: de nummers correspondeerden met de nummers van flats in een groot appartementsgebouw en achter sommige nummers (die de leerlingen mochten roepen) zat een prijs voor de klas verborgen (boeken voor de klas, snoep…). Zo konden de leerlingen dankzij hun gezamenlijke werk met een mooie beloning naar huis.

Het was opvallend hoe eensgezind positief alle klassen over dit initiatief waren. Pedagogen zullen er wellicht op wijzen dat de leerlingen een hoge mate van autonomie kregen (omdat ze zelf mochten kiezen op basis van hun eigen voorkeuren en interesses) en omdat ze hun natuurlijke drang tot exploreren konden botvieren. Dankzij de opdrachten kwamen de leerlingen in aanraking met de boeiende werelden die boeken aan kinderen aanbieden. Velen kregen al spelenderwijs energie om te lezen. Sommigen van hen keerden nadien terug om zich in de bib in te schrijven.

Leesbevordering is een actief werkwoord. Wie wil dat iedereen leest, moet dat niet roepen, maar moet iets doen. Wie wil dat kinderen zich bewegen in het wonderlijke land van boeken en verhalen, moet hen gidsen en hen vooral laten aanvoelen hoe leuk, boeiend, inspirerend boeken en strips wel zijn. Wie wil dat kinderen boeken verslinden, moet hen eerst doen proeven. Leraren, bibmedewerkers en ouders zijn cruciale gidsen en smaakmakers: Door leerlingen op een prettige manier met een rijk aanbod in aanraking te laten komen, verhoogt de kans dat ze dat aanbod nadien terug zullen opzoeken en er hun weg in vinden. Leesplezier is de bron van al het goeds dat uit lezen voortkomt: een grotere woordenschat, een grotere kennis van de wereld, creatief en empathisch denken, inzicht in tekststructuren, een grotere vaardigheid om met geschreven teksten en nieuwe informatie om te gaan….  Wie kinderen leesplezier schenkt, verdient een nobele prijs!

Met dank aan Veerle Geudens (die deze activiteit in de bib van Nijlen vormgaf en coördineerde) en Iedereenleest

 

Advertentie

Het effect van leesplezier op woordenschat, spelling- en… wiskundeprestaties

Uit een grootschalig  onderzoek van de University of London (Institute of Education) blijkt dat ‘reading for pleasure’ (lezen voor je plezier) bij leerlingen tussen 10 en 16 een zeer positieve impact heeft op hun woordenschat, spellingvaardigheden en… prestaties voor wiskunde. Zeer opvallend is dat voor deze leerlingen het effect van vaak “lezen voor je plezier” sterkere effecten op hun schoolprestaties had dan de opleiding van hun ouders. Voor 5-jarige kinderen bleek er een sterk effect uit te gaan van ouders die voorlezen. Het is belangrijk om te onderstrepen dat het bij “lezen voor je plezier” door de 10- tot 16-jarigen niet alleen om verhalen en boeken (fictie) ging, maar ook om bijvoorbeeld het lezen van de krant voor je plezier.

Vooral het verband met wiskundeprestaties was voor de onderzoekers  een verrassing. Zij opperen de verklaring dat jongeren die vaker lezen, oefenen in het leren omgaan met nieuwe informatie, en dat is een competentie die belangrijk is in veel vakken van het curriculum.

Het valt dus niet te verbazen dat de onderzoekers ervoor pleiten dat alle betrokken partijen (ouders, leerkrachten, overheid, organisaties die lezen bevorderen) leesplezier bij de jeugd nog sterker proberen te stimuleren. In deze moderne multimediale tijden lijkt dat lastig: jongeren krijgen zoveel andere prikkels aangeboden, vooral via de computer en sociale media. Maar dat laatste kan net een troef zijn: moderne technologie kan leesplezier immers ook vergroten, onder andere via e-readers, de beschikbaarheid van digitale kranten op het web, weblinks naar verfilmingen van verhalen en romans, en de mogelijkheden die jongeren hebben om zelf een filmpje te maken rond een gelezen verhaal of het op een creatieve manier met anderen te delen. Moderne technologie kan dus een zeer krachtige bondgenoot van leesplezier zijn, eerder dan een concurrent of vijand.

Het Londense onderzoek is ook erg prikkelend wat de leeftijdsgroep betreft bij wie de sterkste effecten van leesplezier werden gevonden. Tussen 10 en 16 jaar gaat leesplezier immers vaak verloren: ook in Vlaanderen zijn er aanduidingen (bijvoorbeeld vanuit het PISA-onderzoek) dat veel  15-jarigen  niet graag meer lezen. Het onderwijs kan een heel belangrijke rol spelen in de houding van jongeren ten opzichte van leesmateriaal. We hebben in het onderwijs een uitgesproken leesvriendelijke leeromgeving nodig, met:

– een leesdidactiek die een brede waaier aan keuzemogelijkheden aan jongeren aanbiedt (met keuzes uit fictie en non-fictie in plaats van alleen maar teksten die door iedereen MOETEN gelezen worden);

– motiverende activiteiten waarbij de jongeren hun leeservaring op een positieve, creatieve manier verwerken en met anderen delen;

– een slim gebruik van digitale hulpmiddelen en sites als Boekenzoeker.org om leerlingen aan gepast, nieuw en uitdagend leesvoer te helpen;

– leerkrachten die hun eigen liefde voor lezen overdragen op de leerling.

Zulk een leesvriendelijke leeromgeving kan wel degelijk een groot verschil maken, zo leert het Londense onderzoek. Leesvoer voedt naast taalvaardigheid en wiskundekennis immers ook de creativiteit, relatievaardigheden, en de kennis van de wereld van leerlingen. Lezen voedt de persoonlijkheidsvorming van jonge mensen in een cruciale fase van hun ontwikkeling; de houding tegenover lezen die zij in deze fase opbouwen zal grotendeels bepalen hoe ze later zelf als ouder het leesplezier van hun kinderen zullen stimuleren.

Misschien moeten we in de hervormde eerste graad van het secundair gewoon één uur “vrij lezen” invoeren. Voor alle leerlingen!

Meer lezen?

http://www.ioe.ac.uk/89938.html

Begrijpend-leesonderwijs: wat werkt?

Welke kenmerken van begrijpend-leesonderwijs maken voor leerlingen het verschil? En werken die kenmerken voor alle leerlingen? In een recent onderzoek van de KU Leuven (gefinancierd door het Ministerie van Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap) werden die vragen onderzocht.

Wat werkt? De volgende kenmerken van leesonderwijs bleken een positief effect te hebben op de  leerwinst die leerlingen in het vijfde leerjaar van het basisonderwijs voor begrijpend lezen boekten:

  1. Goed georganiseerde en aantrekkelijke lessen: leerlingen leerden meer bij als ze de (lees)lessen ervoeren als interessant, goed georganiseerd en goed gestructureerd.
  2. Aandacht voor leesstrategieën: leerlingen leerden meer bij als er aandacht werd geschonken aan leesstrategieën (bijv. hoofdzaken van bijzaken onderscheiden, tussentitels gebruiken….). Internationaal onderzoek leert ons dat dit het meest oplevert als er aandacht aan leesstrategieën wordt geschonken terwijl de leerlingen een interessante begrijpend-leestaak uitvoeren. Er mag dus niet zomaar in het luchtledige aan strategieënonderwijs gedaan worden.
  3. Coöperatief leren: regelmatig gebruik van werkvormen waarbij leerlingen moeten samenwerken aan een begrijpend-leestaak heeft een positief effect op leerwinst.
  4. Veilig en stimulerend leerklimaat: de leerlingen boeken meer leerwinst als ze het leerklimaat als veilig, niet-bedreigend en stimulerend ervaren. Er moet dus een positieve sfeer in de klas hangen.
  5. Vakoverschrijdende leeractiviteiten: de leerlingen boekten meer leerwinst voor begrijpend lezen als er niet alleen in de taallessen, maar in alle domeinen aan begrijpend lezen werd gewerkt.
  6. Differentiëren in het leesonderwijs: de leerlingen boekten meer leerwinst als de leerkracht haar ondersteuning afstemde op de leerbehoeften van de leerlingen en oog had voor verschillen (bv. in leesbegrip) tussen leerlingen.
  7. Werken met leesouders: ook deze maatregel had een positief effect op de leerwinst voor begrijpend lezen.

Deze resultaten bevestigen de steeds weerkerende trends in internationaal onderzoek naar leesonderwijs: het werken met interessante en uitdagende leestaken (die leerlingen zin doen krijgen in lezen), waarbij de leerlingen gedifferentieerd ondersteund worden en regelmatig mogen samenwerken en waarbij aandacht wordt besteed aan leesstrategieën werpt vruchten af, zeker als dat gebeurt in een positief, veilig, stimulerend klimaat, en als dat niet alleen in de taallessen gebeurt, maar doorheen het curriculum.

Werken deze ingrediënten voor alle leerlingen? JA. Zowel het Vlaams onderzoek van de KU Leuven als het internationaal onderzoek geven duidelijk aan dat alle leerlingen (sterkere lezers en zwakkere lezers, allochtone en autochtone leerlingen, kinderen van hooggeschoolde en laaggeschoolde ouders) van deze maatregelen profiteren. Ze worden er betere lezers van, en dat is een sleutelcompetentie in het onderwijs van de 21ste eeuw. Zwakkere lezers mogen dus niet op leesdieet gezet worden: ook zij hebben nood aan leuke, uitdagende, motiverende begrijpend-leestaken waarbij ze goed ondersteund worden terwijl ze de taken uitvoeren.

Voor meer info over dit onderzoek, zie http://www.ond.vlaanderen.be/obpwo/projecten/2009/0904/default.htm