Begrijpend-leesonderwijs: wat werkt?

Welke kenmerken van begrijpend-leesonderwijs maken voor leerlingen het verschil? En werken die kenmerken voor alle leerlingen? In een recent onderzoek van de KU Leuven (gefinancierd door het Ministerie van Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap) werden die vragen onderzocht.

Wat werkt? De volgende kenmerken van leesonderwijs bleken een positief effect te hebben op de  leerwinst die leerlingen in het vijfde leerjaar van het basisonderwijs voor begrijpend lezen boekten:

  1. Goed georganiseerde en aantrekkelijke lessen: leerlingen leerden meer bij als ze de (lees)lessen ervoeren als interessant, goed georganiseerd en goed gestructureerd.
  2. Aandacht voor leesstrategieën: leerlingen leerden meer bij als er aandacht werd geschonken aan leesstrategieën (bijv. hoofdzaken van bijzaken onderscheiden, tussentitels gebruiken….). Internationaal onderzoek leert ons dat dit het meest oplevert als er aandacht aan leesstrategieën wordt geschonken terwijl de leerlingen een interessante begrijpend-leestaak uitvoeren. Er mag dus niet zomaar in het luchtledige aan strategieënonderwijs gedaan worden.
  3. Coöperatief leren: regelmatig gebruik van werkvormen waarbij leerlingen moeten samenwerken aan een begrijpend-leestaak heeft een positief effect op leerwinst.
  4. Veilig en stimulerend leerklimaat: de leerlingen boeken meer leerwinst als ze het leerklimaat als veilig, niet-bedreigend en stimulerend ervaren. Er moet dus een positieve sfeer in de klas hangen.
  5. Vakoverschrijdende leeractiviteiten: de leerlingen boekten meer leerwinst voor begrijpend lezen als er niet alleen in de taallessen, maar in alle domeinen aan begrijpend lezen werd gewerkt.
  6. Differentiëren in het leesonderwijs: de leerlingen boekten meer leerwinst als de leerkracht haar ondersteuning afstemde op de leerbehoeften van de leerlingen en oog had voor verschillen (bv. in leesbegrip) tussen leerlingen.
  7. Werken met leesouders: ook deze maatregel had een positief effect op de leerwinst voor begrijpend lezen.

Deze resultaten bevestigen de steeds weerkerende trends in internationaal onderzoek naar leesonderwijs: het werken met interessante en uitdagende leestaken (die leerlingen zin doen krijgen in lezen), waarbij de leerlingen gedifferentieerd ondersteund worden en regelmatig mogen samenwerken en waarbij aandacht wordt besteed aan leesstrategieën werpt vruchten af, zeker als dat gebeurt in een positief, veilig, stimulerend klimaat, en als dat niet alleen in de taallessen gebeurt, maar doorheen het curriculum.

Werken deze ingrediënten voor alle leerlingen? JA. Zowel het Vlaams onderzoek van de KU Leuven als het internationaal onderzoek geven duidelijk aan dat alle leerlingen (sterkere lezers en zwakkere lezers, allochtone en autochtone leerlingen, kinderen van hooggeschoolde en laaggeschoolde ouders) van deze maatregelen profiteren. Ze worden er betere lezers van, en dat is een sleutelcompetentie in het onderwijs van de 21ste eeuw. Zwakkere lezers mogen dus niet op leesdieet gezet worden: ook zij hebben nood aan leuke, uitdagende, motiverende begrijpend-leestaken waarbij ze goed ondersteund worden terwijl ze de taken uitvoeren.

Voor meer info over dit onderzoek, zie http://www.ond.vlaanderen.be/obpwo/projecten/2009/0904/default.htm

Plaats een reactie