Ook in het onderwijsveld wordt regelmatig gedacht en gesproken in polariserende “of-of”-termen. Excelleren of gelijke onderwijskansen. Welbevinden of cognitief presteren. Kennis of vaardigheden. Nederlands of meertaligheid. Jozefien de Leersnyder en Orhan Agirdag presenteren de zoveelste studie waaruit blijkt dat in de bovenstaande gevallen een slimme synthese productiever is dan het oppompen van het zwart-wit-contrast.
In een steekproef van scholen met een grote diversiteit in de leerlingpopulatie (en met een hoog percentage leerlingen met een migratieachtergrond) gingen de onderzoekers na in welke scholen de meeste leerlingen met excellente scores op een gestandaardiseerde wiskundetest te vinden waren. Het ging om leerlingen van de eerste graad. De resultaten tonen dat in scholen die de culturele en religieuze diversiteit van leerlingen erkennen en waarderen, de kans verhoogt dat leerlingen bovengemiddeld of zelfs excellent presteren. Daarentegen verlaagt die kans in scholen met een assimilatiebeleid:
“our findings highlight the potential educational harm caused by assimilationist school policies and ideologies that disregard the identities and religions of ethnically minoritized populations: Pupils experiencing these are up to 5 times less likely to be among the excellent achievers.” (p. 16)
Of de leerlingen thuis enkel Nederlands spreken of een andere thuistaal hebben, had geen direct effect op de scores. In termen van schoolbeleid concluderen de onderzoekers dan ook dat enkel inzetten op het thuis spreken van het Nederlands, of het gebruik van andere talen op school bestraffen, geen positieve impact op wiskundeprestaties heeft. Ook een ‘neutraal’ etnisch-cultureel schoolbeleid, waarbij verschillen tussen leerlingen worden weggegomd onder het mom van ‘alle leerlingen gelijk’, blijken niet voor dezelfde positieve resultaten te zorgen als een schoolbeleid dat die culturele/talige/etnische diversiteit positief benadert. Dat wil niet zeggen dat leerlingen eender wanneer eender welke taal in de les mogen gebruiken: over het gebruik van andere talen in de klas en op de speelplaats moeten volgens de onderzoekers heel duidelijke afspraken worden gemaakt, bij voorkeur samen met de leerlingen.
De analyses suggereren dat een deel van de verklaring voor deze opvallende resultaten ligt in de mate waarin de leerlingen zich thuis voelen op school. Hoe minder leerlingen van etnisch-culturele minderheden zich gediscrimineerd voelen op school, hoe meer ze een ‘sense of belonging‘ op school opbouwen en het gevoel hebben dat leraren in hen geloven, hoe sterker de kans dat dat positief afstraalt op hun cognitief presteren. De tijd dat inzetten op ‘sense of belonging‘ kan afgeserveerd worden als te “soft” en “louter affectief” ligt dus achter ons. Het is een sterke maatregel over de ganse lijn, dus ook op cognitief vlak.
Bron:
Agirdag, O., & De Leersnyder, J. (2024): Against the odds: predictors of academic success and excellence in majority-minority schools. School Effectiveness and School Improvement, DOI: 10.1080/09243453.2024.2385938