Uit onderzoek blijkt dat er een positieve relatie bestaat tussen het klank- en letterbewustzijn van kleuters en hun latere technisch-leesprestaties in het lager onderwijs. Dat wil niet zeggen dat alle kleuters een volledig uitgebouwd klank- en letterbewustzijn moeten hebben alvorens ze aan het technisch leesonderwijs van het eerste leerjaar kunnen beginnen, maar wél dat het de moeite waard om in het kleuteronderwijs stimulansen te geven dit te ontwikkelen.
Waarom is klankbewustzijn belangrijk voor technisch lezen?
De reden is eenvoudig: ons schriftsysteem is gebaseerd op de koppeling tussen klanken en letters. We gebruiken schrifttekens (grafemen) als ‘a’ en ‘k’ om betekenisonderscheidende klanken (fonemen) als /a/ en/k/ te noteren. Elke taal maakt gebruik van een (beperkt) aantal klanken om tot betekenisonderscheid te komen. In het Nederlands is er bijvoorbeeld een betekenisonderscheidend verschil tussen een korte /a/ en een lange /aa/: denk maar aan het verschil tussen ‘man’ en ‘maan’. Daarentegen brengt in het Nederlands het verschil tussen een kort uitgesproken /r/ en een iets langer, rollende /r/ geen verschil in betekenis teweeg, terwijl er andere talen zijn waar dat wel voor een verschil in betekenis kan zorgen. Ook wie ‘wijsvinger’ uitspreekt zonder de /ij/-klank te diftongeren (dus met een /j/-klank aan het einde) verwijst naar dezelfde vinger als wie wel diftongeert. Kleuters hebben er dus baat bij om klanken in een taal te leren onderscheiden, vooral die klanken die betekenisverschil veroorzaken en dus aparte schrifttekens krijgen.
Werken aan klankbewustzijn wordt ook werken aan ‘fonemisch bewustzijn’ genoemd. Dat blijkt voor kleuters krachtiger dan werken aan het meer overkoepelende ‘fonologisch bewustzijn’. Dat laatste is breder en houdt bijvoorbeeld in dat kinderen inzicht hebben in de opbouw van woorden, bijvoorbeeld het feit dat een woord is opgebouwd uit lettergrepen. Het is in het kleuteronderwijs krachtiger om aan klankbewustzijn te werken dan aan lettergreepherkenning.
Moeten kleuters al alle klanken en letters herkennen voor ze aan aanvankelijk leesonderwijs in het eerste leerjaar kunnen beginnen?
Neen. Dat is geen absolute vereiste. Maar kleuters die al een aantal klanken en letters herkennen, hebben al wel een flinke stap gezet in het (onbewust) registreren van het basisprincipe dat er verschillende betekenisonderscheidende klanken bestaan en dat je aan zo’n klank een geschreven of gedrukt symbooltje (‘letter’) kunt koppelen. Het is dus zeker een troef als een kleuter een tiental klanken en letters vlot kan onderscheiden aan het einde van de derde kleuterklas, maar dat cijfer is geen fetisj. Er zijn kinderen die minder dan tien klanken onderscheiden aan het einde van de derde kleuterklas en bij wie net de intensiteit van het aanvankelijk leesonderwijs voor een stevige versnelling zorgt van het klankbewustzijn. Nogmaals, dat neemt niet weg dat alle kleuters gebaat zijn bij een stimulering van hun klankbewustzijn voor ze naar het eerste leerjaar gaan.
Hoe kan je het klank- en letterbewustzijn van kleuters verhogen?
Hieronder vind je een aantal tips om doorheen de kleuterschool aan het klank- en letterbewustzijn van kleuters te werken. Daar hoeft dus niet gewacht mee te worden tot in de derde kleuterklas. Veel van de suggesties hieronder kunnen al vanaf de eerste kleuterklas toegepast worden.
| – Vestig tijdens betekenisvolle taalmomenten (bv. een vertelmoment) de aandacht op de verklanking van individuele letters. Ga bijvoorbeeld in op de klank “mmm” middenin een verhaal over iemand die iets heel lekkers eet. Laat de leerlingen een extra lange “mmmmm” verklanken. Laat kinderen tijdens die verklanking voor de spiegel staan en zien welke vorm hun mond aanneemt als ze de klank uitspreken. – Hou het speels: Als de bij zoemt met een “zzzzz” tijdens het verhaal, laat de kleuters dan niet alleen de “zzzzz” nabootsen, maar ook als een bij door de klas vliegen. Dat is leuker en maakt de kans groter dat de ervaring (en ook de klank) blijft hangen in het brein van het kind. – Rijmen helpt: Zoek naar liedjes, gedichten en versjes die spelen met rijm en stimuleer de kinderen om sommige rijmende liedjes en versjes van buiten te leren. Dat helpt de kinderen om bepaalde klanken goed in het hoofd te prenten. Daag de oudere kleuters uit om zelf te rijmen op bepaalde woorden. – Speel klankspelletjes: Laat kinderen zoveel mogelijk woorden opnoemen die met een “p” beginnen of zoveel mogelijk dieren waar een korte /a/ in voorkomt. Vraag aan kinderen wat je krijgt als je van een woord één letter wegneemt (bv. wat hoor je als je de “t” van “trap” wegneemt?)) . Laat kinderen rechtspringen of een duim in de lucht steken telkens ze in een lijst van woorden die wordt voorgelezen een lange /oo/ horen. – Gekke geluiden: Laat kleuters de geluidsband verzorgen van prentenboeken door geluiden te produceren die bij tekeningen in een prentenboek horen. Dat is vaak een ideale gelegenheid om op een speelse manier bij klanken stil te staan. Zing het melodietje van een lied dat de kinderen goed kennen met één bepaalde letter. – Knippen en plakken: Voorzie een letterhoek waarin kleuters naar hartenlust letters en woorden kunnen uitknippen en plakken, collages (van letters) kunnen maken, letters kunnen tekenen, inkleuren en versieren. – Prentenboeken rond letters en klanken: Zoek in de bibliotheek naar mooie prentenboeken die werken rond de letters van het alfabet. – Zoek buiten naar letters: Ga met de kleuters op wandel en kijk naar markante letters in het straatbeeld. Verklank die. Zoek naar voorwerpen en gebouwen die de vorm van letters (bv. pijlers van bruggen in de vorm van een “V”.) Vorm op de groene speelplaats van de school bepaalde letters met afgewaaide takjes en twijgjes van bomen en struiken. – Gebruik moderne technologie: Laat kinderen op de tablet letters intikken of opzoeken, klank- en letterspelletjes voor kleuters spelen, en meezingen met liedjes die rijmen. |
Ten slotte nog dit: werken aan het klankbewustzijn van kleuters past binnen een bredere visie op “werken aan de ontluikende geletterdheid” van kleuters. Het is immers essentieel dat kleuters onder andere ontdekken hoe leuk geschreven taal is, waartoe het kan dienen, wat je er allemaal mee kan doen en hoe een boek ‘werkt’ (lezen van links naar rechts en van voor naar achter). Hierover kom je veel meer te weten in het boek “Taal op school. 75 vragen over taalbeleid in het kleuter- en lager onderwijs” van Marieke Vanbuel en mezelf dat in november bij Pelckmans verschijnt.
