Kunnen volwassen cursisten “uitgeleerd” geraken? Een interview met Hannelore Hooft

Overmorgen verdedigt Hannelore Hooft haar doctoraat aan KU Leuven. Via diepgravend etnografisch onderzoek onderzocht Hannelore de leerprocessen van laaggeletterde, niet-Nederlandstalige volwassenen in Antwerpen: ze wilde te weten komen waar voor hen de beste kansen lagen om hun geletterdheid verder uit te breiden. Sommige van de volwassenen die ze volgde, kregen van het centrum waar ze NT2-lessen volgden het etiket ‘uitgeleerd’. Dat etiket kan stevige gevolgen hebben, want in principe mag een ‘uitgeleerde’ zich niet meer inschrijven in een officieel gesubsidieerde cursus. 

Hannelore, wanneer wordt een cursist als ‘uitgeleerd’ bestempeld?

Hannelore:  Als van die cursist wordt gedacht dat die geen vooruitgang meer kan maken binnen de voorziene NT2-cursussen, ondanks voldoende inspanning en tijd. Deze status heet overigens sinds kort  ‘beperkte leercapaciteiten’. Beide termen suggereren dat cursisten verstandelijk hun plafond bereikt hebben en dus geen Nederlands meer kunnen leren. Ze worden dan ook uitgesloten van inschrijving in erkende NT2-cursussen.

Maar iedereen kan toch levenslang leren? Mensen zijn toch nooit uitgeleerd?

Hannelore: Dat beamen leerkrachten en de lerende volwassenen zelf ook, ja. Mensen blijven leren doorheen hun leven, al verloopt dat voor iedereen op verschillende snelheden en op andere manieren. Cognitieve vaardigheden spelen daar een rol in, maar evenzeer verloopt een leerproces naargelang persoonlijke omstandigheden en de manier waarop de volwassenen les krijgen of ondersteund worden.

Hoe ervaren de cursisten de term zelf?

Hannelore: De cursisten in mijn onderzoek waren zich er niet altijd bewust van dat ze de status hebben, enkel van het feit dat school voor hen werd stopgezet. Sommigen bleven achter met het idee dat ze een “probleem” hebben “in hun hoofd” en niet in staat zijn tot leren. Anderen droegen dit stigma minder met zich mee en vonden het vooral jammer om de school te moeten verlaten, terwijl ze zelf nog veel wilden leren. Over het algemeen waren de volwassenen in mijn onderzoek immers positief over school en vonden ze het moeilijk vooruitgang te maken zonder NT2-lessen. Velen gaven ook aan dat ze zonder school veel van de gemaakte vooruitgang vergeten.

Hoe gaan de centra met deze term om?

Hannelore: Voorzichtig. Zoals ik al aangaf, trof ik bij leerkrachten vooral veel geloof aan in de competenties van hun cursisten en hun capaciteiten om altijd iets te blijven leren. Het centrum waar ik onderzoek deed, zette een aantal stappen, zoals individuele remediëringsplannen of ‘time outs’, alvorens mensen de permanente status ‘uitgeleerd’ te geven. Hoewel ik dus terughoudendheid en zelfs weerstand zag bij leerkrachten, gebruikten ze dit label vooral om mensen vrij te stellen van taalvoorwaarden (bijvoorbeeld bij sociale huisvesting) die cursisten anders het leven moeilijk maakten of voor frustrerende trajecten zorgden.

Wat leerde je uit je eigen onderzoek over de leerprocessen van de volwassenen die je volgde?

Hannelore: We weten al lang dat leren kan plaatsvinden op vele plekken en dat een combinatie van binnenschools en buitenschools leren voordelig is. In mijn onderzoek bleek echter dat “overal” leren niet automatisch gebeurt en dat buitenschools leren niet voor iedereen even evident is. Daarom apprecieerden de volwassenen die ik volgde net de school en vonden ze het moeilijk om zonder school vooruitgang te maken. Het was niet enkel zo dat ze leren associeerden met het klassieke beeld van schools leren. NT2-cursussen op school boden hen dingen die ze elders moeilijk konden terugvinden. Zo vonden ze buiten de school slechts beperkte kansen om echt in interactie te gaan met sprekers van het Nederlands. Tijdens de buitenschoolse contacten die ze hadden, vonden ze weinig ondersteuning van anderen die model konden staan of feedback konden geven. Tot slot waardeerden ze ook de geletterdheidsstrategieën die werden aangeboden op school, zoals belangrijke zinnen opschrijven en die later kunnen nakijken.

Wat kan het onderwijsveld uit jouw onderzoek leren?

Hannelore: Ik zag in mijn onderzoek dat er al veel gebeurd is om leren voor volwassenen, zeker laaggeletterden, te stimuleren. Er wordt in het volwassenenonderwijs al stevig ingezet op het combineren van de wereld binnen en buiten in de klas, op samenwerkingen tussen scholen en allerlei organisaties, en op functioneel en geïntegreerd werken. Het blijft belangrijk om de tijd te nemen om te luisteren naar de cursisten zelf, zodat wat zij sterk vinden kan worden uitgebreid en de drempels die ze ervaren kunnen worden weggenomen. Daar ligt ook een verantwoordelijkheid bij het beleid en bij de ruimere samenleving. Om buitenschools leren waar te maken, moeten we samen kansen vormgeven en ondersteunen, eerder dan aannemen dat het louter een kwestie is van de lerende die de kansen maar te grijpen heeft. Verder wijst mijn onderzoek ook op de schadelijke effecten van bepaalde elementen van ons beleid, waaronder de uitsluiting van NT2-cursissen voor de cursisten met de moeizaamste leertrajecten, alsook strenge taalvoorwaarden waarop enkel een uitzondering wordt toegestaan op basis van een zogezegd onvermogen tot leren.

En zo leren we uit dit bijzonder waardevolle onderzoek van Hannelore Hooft dat zogenoemd “uitgeleerde” volwassenen heel graag willen bijleren. Ze zijn stevig gemotiveerd om daarvoor naar school te gaan en hechten ontzettend veel belang aan de dingen die ze op school kunnen bijleren. Een onderwijssysteem dat levenslang leren promoot, heeft er dus alle baat bij om blokkades weg te nemen voor wie naar het volwassenenonderwijs wil gaan en kansen te scheppen om laaggeletterde volwassenen te integreren, eerder dan hen uit te rangeren.

Het proefschrift van Hannelore Hooft:

Hooft, H. (2025). To school or not to school? Practices, spaces and appraisals of adult migrants’ language and literacy learning in Antwerp (Belgium). Proefschrift ingediend aan KU Leuven (Faculteit Sociale Wetenschappen/Faculteit Letteren).

Plaats een reactie