Eyetracking als eye-opener: wat houdt kleuterleraren tegen om alle kleuters evenveel kansen tot spreken te geven?

Er is veel te doen rond taalstimulering in de kleuterklas. Om optimaal Nederlands te leren, moeten alle kleuters in de klas een rijk taalaanbod krijgen en veel kansen om in het Nederlands hun gedachten, ervaringen, opinies, gevoelens, plannen en ideeën te verwoorden. Binnen het kader van het SBO-onderzoeksproject TACOS (gefinancierd door FWO) voerden Duthois en Van Oss (2025) een eyetracking studie uit waarbij ze bij 25 kleuterleraren continu de oogbewegingen volgden terwijl die leraren met 5 kleuters twee activiteiten uitvoerden: een fruit-eetmoment en een verhaaltje vertellen. Nadien werd met de leraren een stimulated recall interview afgenomen waarbij de leraren naar de opnames van de activiteiten en de eyetracking keken en reflecteerden op de richting van hun blik en de interacties.

De studie bevestigde wat we uit eerdere studies naar beurtverdeling in de klas al wisten: niet alle kleuters krijgen evenveel aandacht van de leraar, niet alle kleuters krijgen evenveel kansen om een productieve bijdrage te leveren tot de interactie. In deze studie betekende dit ook dat de leraar sommige leerlingen veel meer aankeek dan andere. De interviews leverden bijzonder waardevolle informatie rond de factoren die het voor leraren moeilijk maken om ieder kind evenveel aandacht te geven. Daarbij moet allereerst benadrukt worden dat alle leraren het grote belang van taalstimulering en van het direct betrekken van – alle – kinderen in de interactie onderstreepten.

  1. Kindfactoren: Extraverte, uitbundige kinderen trekken makkelijker de aandacht (en de blik) van de leraar dan stille, teruggetrokken kinderen. Kinderen concurreren soms om de aandacht van de leraar te trekken, en sommigen zijn daar handiger en assertiever in dan anderen.
  2.  Leraarfactoren: Leerlingen van wie de leraar hogere verwachtingen heeft (om welke reden dan ook), worden vaker aangekeken en vaker in de interactie betrokken dan kinderen van wie de leraar lagere verwachtingen heeft. Leraren hebben sterker de neiging de spreekbeurt door te geven aan een leerling van wie ze verwachten dat die het goede antwoord zal geven. De scheve beurtverdeling is ook socio-cultureel bepaald: kinderen van een etnische minderheid of kinderen met een andere thuistaal dan het Nederlands worden minder vaak direct in de interactie betrokken.
  3. Systeemfactoren: De grootte van de klas (het aantal kleuters in de klas) speelt hierin volgens de leraren een grote rol. Leraren ervaren hierrond een spanning: ze weten dat interacties waarin kinderen veelvuldig en uitgebreid aan het woord komen didactische meerwaarde hebben, maar lijken deze enkel te kunnen realiseren door vooral de meer assertieve, taalvaardige leerlingen veel kansen tot spreken te geven (bijvoorbeeld tijdens het interactief voorlezen van een verhaaltje). Voor de minder taalvaardige leerlingen benadrukken de leraren het belang van taalleren via het luisteren naar gesprekken tussen anderen.

De onderzoekers benadrukken dat leraren zich bewust zouden moeten worden van de vaak onbewuste mechanismen die verwachtingspatronen in gang kunnen zetten en die een stevige impact kunnen hebben op de taalleerkansen van leerlingen. Een Mattheuseffect dreigt. Uiteraard is het ook belangrijk de systeemfactoren aan te pakken, zodat leraren het makkelijker krijgen om hun beste intenties in daden – en woorden – om te zetten.

“Our findings highlight that teacher biases, systemic pressures, and individual child characteristics interact complexly to perpetuate classroom inequities (Black 2004; Gilliam et al. 2016; Peleman, Vandenbroeck, and Van Avermaet 2020). This research thus demonstrates the dire need for targeted professional development programmes that empower educators to reflect on their implicit biases and equip them with strategies to more equitably engage all children. Moreover, systemic changes – such as smaller classroom sizes and reconsideration of institutional expectations and teacher education programmes – are necessary to support teachers effectively and foster truly inclusive classroom environments.”

Bron:

Thibaut Duthois & Victoria Van Oss (2025): Through the teachers’ eyes: barriers to equitable language stimulating environments in early childhood education a qualitative mobile eye-tracking study. Journal of Multilingual and Multicultural Development, DOI: 10.1080/01434632.2025.2545427

Plaats een reactie