1 op 10 kinderen in Vlaanderen groeit op in armoede. Volgens Unicef heeft zelfs 1 op 5 kinderen in België een verhoogd armoederisico. Veel van de kinderen die in arme gezinnen opgroeien, leven in (te) krappe huizen met weinig bewegings- en ontspanningsruimte, en zonder een plaats om rustig te studeren. Velen gaan ’s zomers niet op vakantie. Velen vinden moeilijk toegang tot vrijetijdsvoorzieningen, het cultureel aanbod en de bib. Velen groeien op in een huis met weinig boeken en geschreven materiaal. 1 op 5 Belgische gezinnen heeft thuis geen computer of internet. Veel ouders van deze kinderen hebben het zo moeilijk om de eindjes aan mekaar te knopen dat ze weinig tijd overhouden om met de kinderen te spelen en uitgebreid te praten, hen te ondersteunen bij hun schoolwerk, uitstapjes met hen te doen.
Veel kinderen uit kansarme gezinnen doen het niet goed op school. Velen van hen gaan niet graag naar school. Velen worstelen met onzekerheid en een laag zelfbeeld. Ze lopen veel meer kans om zonder diploma het onderwijs te verlaten dan kinderen die opgroeien in kansrijke gezinnen. Dat zijn wrange vaststellingen. Want net voor deze kinderen zou onderwijs uitstekend moeten werken. Voor deze kinderen is onderwijs een cruciale hefboom om het spook van de generatie-armoede te verdrijven. Net deze kinderen zouden in het onderwijs (en dankzij het onderwijs) boven zichzelf moeten kunnen uitstijgen. Onderwijs kan het verschil maken: het kan er mee voor zorgen dat kinderen die opgroeien in arme gezinnen, niet arm moeten BLIJVEN, voor de rest van hun leven.
Voor alle kinderen, maar zeker voor kinderen die in armoede opgroeien, moet onderwijs RIJK zijn. Rijk aan kansen om hun kennis van de wereld uit te breiden. Rijk aan momenten waarop ze succesvol zijn en aan zelfvertrouwen winnen. Rijk aan warme relaties met leerkrachten die in hen geloven, en warme relaties met andere leerlingen. Rijk aan signalen dat ze erbij horen. Rijk aan toegangen naar vrijetijdsbesteding en de bibliotheek. Rijk aan mogelijkheden om op school computers te gebruiken, op het internet te surfen en digitaal geletterd te worden. Rijk aan kansen om volwaardig aan de interactie in de klas te mogen meedoen. Rijk aan ingrepen die pestgedrag voorkomen en bestrijden. Rijk aan informele communicatielijnen met hun ouders. Rijk aan kansen om de competenties die ze WEL hebben opgebouwd in de klas binnen te brengen. Rijk aan kansen om hun talenten en interesses te ontdekken. Rijk aan inspraak, zodat ze zelf kunnen zeggen hoe het onderwijs beter voor hen kan werken. Rijk aan toekomstkansen.
Veel concrete tips voor scholen om met armoede om te gaan vind je via deze link:
http://www.ond.vlaanderen.be/zorgvuldigbestuur/pdf/AntwerpenArmoedeSchool.pdf
Veel informatie en inspiratie voor de lokale strijd tegen armoede vind je ook in de volgende brochure:
Elk kind telt. Informatie en inspiratie voor lokale actoren in hun strijd tegen armoede (auteurs Anneline Geerts, Danielle Dierckx en Lief Vandevoort)
Om met Peter Adriaenssens af te sluiten: een samenleving kan en mag kinderarmoede niet tolereren. En zoals Geert, Dierckx en Vandevoort het in hun brochure stellen: een geïntegreerde aanpak waarbij onderwijs samenwerkt met andere sectoren (zoals welzijn, tewerkstelling, huisvesting…) biedt de meeste kansen op slagen.
het is een maatschappelijk probleem waar iedereen gevolgen van draagt en ergens ook verantwoordelijk voor is…. talenten… daar moet onze focus op liggen: wat kunnen kinderen goed en van daaruit kunnen ze iets maken van hun leven dat van hen is en hun zelfwaardegevoel optimaal voedt.