Naar een wervend en wervelend toekomstproject aan het einde van het secundair onderwijs

Het lijkt me een goed idee dat elke leerling aan het einde van het secundair onderwijs een presentatie geeft over zijn/haar wervend en wervelend toekomstproject voor zichzelf. Dat mag voor een klein uitgelezen publiek van een paar leerkrachten, de eigen ouders, een paar medeleerlingen, en de leerlingbegeleider van de school. Tijdens onbewaakte momenten vind ik wel eens dat zo’n presentatie deel zou moeten uitmaken van de eindevaluatie van de leerling in kwestie.

De presentatie is het kroonstuk op een driejarig traject dat in het vierde middelbaar start, en waarbij de jongere de balans tussen de eigen dromen, competenties en beperkingen enerzijds, en de mogelijkheden aan verdere ontplooiing die de buitenwereld biedt anderzijds, verkent en ontleedt. Heel grondig, met de ernst en kritische zin van een wetenschappelijk onderzoeker en de nieuwsgierigheid van een ontdekkingsreiziger. De presentatie mag – en moet – een stevig ‘droomgehalte’ hebben (I have a dream – about myself), maar moet tevens wakker, en met de beide voeten op de grond, gebracht worden.  Dat laatste is enkel mogelijk als de jongere kritisch, constructief en doordacht met informatie heeft leren omgaan:

  1. Informatie over de eigen ontwikkeling: hoe is mijn ontwikkeling met betrekking tot een aantal sleutelcompetenties (die cruciaal zijn voor mijn verder functioneren en verdere ontwikkeling in de buitenschoolse wereld) en met betrekking tot een aantal specifieke, persoonlijke competenties die ik erg belangrijk vind, verlopen? Wat kan ik erg goed, redelijk goed, minder goed? Waar moet ik nog aan werken als ik mijn dromen wil waarmaken? Hoe kan ik daaraan werken? Wat heb ik geleerd over mijn ontwikkelingspotentieel? Heb ik voldoende geleerd mijn eigen leerkracht te zijn? Kan ik mijn droom omzetten in een uitdagend, maar haalbaar plan?
  2. Informatie over ontwikkelingskansen in de buitenwereld: wat is de inhoud van vervolgopleidingen (in het hoger onderwijs) en/of van bepaalde beroepstakken? Welke instroomeisen worden gesteld? In welke mate sluiten die aan bij mijn interesses, motivaties, mogelijkheden? Wie kan mij straks het best ondersteunen? Welke factoren in de buitenwereld kan ik bespelen om mijn droom zo gaaf mogelijk te houden?
  3. Welke match zie ik tussen a. en b.? Hoe kan ik het best verder groeien? Op korte termijn, en op veel langere termijn? Wat kan de wereld in de toekomst voor mij betekenen, en wat kan ik in de toekomst voor de wereld betekenen?
  4. Wat denken anderen over de “match” tussen de bovenstaande twee? Welke feedback kreeg ik op mijn eerste ideeën en dromen? Welk advies werd door wie gegeven? Hoe kan ik die verschillende adviezen tegen mekaar afwegen?

De presentatie zou niet alleen het eindproduct (het plan!), maar ook het voorafgaand proces van wikken en wegen moeten weergeven, zodat de jongere aangezet wordt tot, en blijk moet geven van kritisch denken (over zichzelf), zelfsturend vermogen, en gezonde ambities.

Het onderwijs wordt opgezet om mensen de kans te geven te WORDEN. Wie zes jaar op een secundaire school vertoeft, moet op het einde van de rit een droom hebben: een wordings-droom. En een wordings-plan. Dat leerlingen kunnen en willen WORDEN is het WEZEN van een school. Een wervend, wervelend toekomstplan voor elke leerling behoort tot  de topprioriteiten van elke school. Het is de missie van een leerplichtschool om ervoor te zorgen dat als de leerplicht stopt, de leerdroom niet eindigt. Integendeel, dat de leerdroom handen, voeten, hersenen, benen en armen heeft gekregen. Klaar om uit te vliegen en werkelijkheid te worden. 

 

Een gedachte over “Naar een wervend en wervelend toekomstproject aan het einde van het secundair onderwijs

  1. Utopie is van alle tijden. ‘moet op het einde van de rit een droom hebben: een wordings-droom.’ In een samenleving waarin zeer selectief omgegaan wordt met capaciteiten, die inzet op techniek en technologie, wetenschap en diensten vallen een hele hoop jongeren uit de boot. Na een lange schoolbaan dromen de meeste jongeren ervan om eindelijk eens los te kunnen zijn van al de eisen die jaren aan hen gesteld werden. Reizen willen ze, de wereld ontdekken, mensen ontmoeten en een baan die ze graag doen in een bedrijf of groep mensen die verstand hebben om met hen om te gaan. Want er wordt veel verwacht van jongeren. Eenmaal buiten de schoolmuren komen ze vaak terecht op plaatsen waar ze uitgebuit worden. Een grotere uitdaging is om bedrijven en werkomgevingen ‘jongeren-vriendelijk’ te maken zodat ze niet verplicht worden te blijven dromen maar concreet en met perspectief kunnen bouwen aan een goed bestaan voor zichzelf en hun naaste omgeving.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s