Het Centrum voor Taal en Onderwijs (Faculteit Letteren KU Leuven) kreeg van onderwijsminister Weyts de opdracht om een instrument te ontwikkelen voor de screening van taalvaardigheid Nederlands van 5-jarige kleuters. Hieronder volgen een aantal FAQs en de antwoorden van de promotor van het project (die toevallig ook de auteur van deze blog is).
Wanneer zal er een screeningsinstrument zijn?
De KU Leuven voert momenteel onderzoeksproject uit waarbij wordt nagegaan of op basis van het bestaande SALTO-instrument (screening taalvaardigheid eerste leerjaar) een gelijkaardig instrument kan worden ontwikkeld dat op een kleutervriendelijke manier tot een betrouwbare en valide meting van de taalvaardigheid Nederlands van 5-jarige kleuters kan leiden. Daartoe zullen in november 2020 ongeveer 1500 5-jarige kleuters (verspreid over het Vlaams en Brussels Hoofdstedelijk Gewest) participeren in een proefafname. Zij zullen uiteraard niet het SALTO-instrument voorgeschoteld krijgen, maar een analoog instrument dat aangepast is aan de leefwereld, de interesses en de capaciteiten van kleuters. Op basis van dit grootschalige onderzoek wordt toegewerkt naar een valide en betrouwbaar screeningsinstrument dat vanaf het schooljaar 2021-22 kan worden gebruikt door alle Vlaamse basisscholen.
Wat zal er worden getoetst?
Net als het reeds bestaande SALTO-instrument voor het eerste leerjaar is het de bedoeling dat van de 5-jarige kleuters de luistervaardigheid Nederlands wordt getoetst. Schriftelijke vaardigheden zijn uiteraard niet aan de orde, en spreekvaardigheid toetsen is bijzonder tijds- en arbeidsintensief. Daarom wordt voor luistervaardigheid gekozen. Luistervaardigheid blijkt een zeer goede voorspeller voor schoolsucces in het eerste leerjaar, en is ook vanuit praktisch oogpunt haalbaar. In lijn met de ontwikkelingsdoelen en andere referentiekaders voor taaldoelen in de kleuterklas, staat de vaardigheid centraal van kleuters om (a) mondelinge instructies te begrijpen, (b) korte mondelinge informatieve mededelingen te begrijpen, (c) korte mondelinge narratieve boodschappen (bv. een kort verhaaltje) te begrijpen, en (d) mondelinge vragen te begrijpen. In deze 4 types boodschappen zal schoolse woordenschat geïntegreerd zijn die kan verwacht worden aan het einde van de derde kleuterklas.
Wat is de bedoeling van die afname?
De toets zal voorzien worden van 2 cesuren waarmee kleuters die op het moment van de afname een iets te zwakke (cesuur 1), of veel te zwakke (cesuur 2) taalvaardigheid Nederlands hebben, kunnen worden geïdentificeerd. De bedoeling is dat die kleuters tijdens de gewone kleuterklas intensief worden geobserveerd om verdere diagnostische informatie over hun taalvaardigheid te verzamelen én dat ze gedurende de rest van het schooljaar extra impulsen voor taalstimulering krijgen. Momenteel loopt ook een (ander) onderzoeksproject waarin, onder andere op basis van de internationale literatuur, wordt onderzocht welk de meest krachtige aanpakken zijn voor die extra taalstimulering. De uiteindelijke bedoeling van de afname van het screeningsinstrument is dus dat kleuterleidsters vroeg te weten komen welke kinderen extra impulsen voor taalverwerving nodig hebben om daar in hun onderwijsacties gepast gevolg aan te geven. Het screeningsinstrument maakt dus deel uit van een bredere diagnose én een bredere taalaanpak op school.
Wanneer valt het toetsmoment?
Het is de bedoeling dat, als het instrument klaar is, het toetsmoment tijdens het eerste trimester valt. Uiteraard niet tijdens de allereerste weken van het schooljaar, want kleuters hebben even tijd nodig om te acclimatiseren, maar toch vroeg genoeg in het schooljaar. De belangrijkste reden is dat er daardoor dan nog voldoende tijd is om aan de kleuters van wie de taalvaardigheid Nederlands zwak blijkt te zijn, extra impulsen voor taalstimulering te geven.
Door wie zal de toets moeten worden afgenomen?
Het beschikbare onderzoek rond de toetsing van kleuters geeft aan dat het aangewezen is dat zo’n toets wordt afgenomen door iemand met wie de kleuter vertrouwd is (bv. de kleuterjuf).
Zal het instrument voorzien worden van een handleiding?
Uiteraard. Er wordt niet alleen gestreefd naar kleutervriendelijkheid (met een variatie aan motiverende en relevante opdrachten), maar ook naar gebruiksgemak en duidelijke instructies voor de toetsafnemer/kleuterjuf.
Wie contacteren voor andere vragen?
*Noot: De KU Leuven voert dit onderzoek uit in opdracht van het departement onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap.
Dit is op X, Y of Einstein? herblogd.