Daniel Muijs over online leren, afstandsonderwijs en lockdowns

Kan digitaal onderwijs de leraar vervangen? Is de flipped classroom wel zo effectief als vaak wordt beweerd? Welke lessen kunnen getrokken worden uit het afstandsonderwijs tijdens de eerste lockdown? Op die vragen reflecteerde Daniel Muijs, het hoofd van de studiedienst van de Britse inspectie, voor een VLOR-keynote en een interview.

Afstandsonderwijs is voor Muijs geen synoniem van online onderwijs. Afstandsonderwijs is een brede term die staat voor elke vorm van onderwijs die zich buiten het schoolgebouw afspeelt. Niet alleen digitaal onderwijs behoort daar dus toe, maar ook bijvoorbeeld schooltelevisie, thuis schooltaken maken of boeken lezen. Digitaal onderwijs is slechts één vorm van afstandsonderwijs.

Scholen hebben wereldwijd ongelooflijke inspanningen gedaan om tijdens de eerste lockdown afstandsonderwijs in te richten. In veel landen waren heel wat scholen echter niet helemaal klaar om te werken met digitale platformen. Noodgedwongen werd er tijdens de afgelopen maanden dus veel al doende geleerd, met vallen en opstaan.  

De eerste lockdown heeft vooral duidelijk gemaakt dat afstandsonderwijs het face-to-face onderwijs in de klas niet kan vervangen. Het engagement van leerlingen met afstandsonderwijs ligt vaak vrij laag, het risico om afgeleid te worden is hoog: “YouTube is maar een klik weg”. Kennisclips kunnen dus maar best kort gehouden worden. Muijs benadrukt ook het belang van les in een echte klas voor de sociale vorming en de leermotivatie van de leerlingen.

De leerkracht is en blijft cruciaal, niet alleen in de klas maar ook binnen afstandsonderwijs en online onderwijs. Ook binnen online omgevingen moeten leraren veel zorg besteden aan het helder structureren van hun lesactiviteiten, het aanbieden van uitdagende, boeiende taken, het verzorgen van intensieve interactie en het geven van constructieve feedback. Leraren moeten daarom het onderzoek rond effectieve didactiek op de voet volgen en principes van krachtig onderwijs (zoals de bovenstaande) proberen toe te passen in eender welke omgeving.

In dat verband is Muijs geen onverdeeld voorstander van het flipped classroom model, waarbij de leerling thuis nieuwe kennis opdoet en er in de klas vervolgens oefeningen worden gemaakt op het toepassen van die nieuwe kennis. Muijs benadrukt dat zulk een invulling van het model voorbijgaat aan het feit dat net bij de opbouw van nieuwe kennis de interactie tussen leerling en leerkracht, en tussen leerlingen onderling, van cruciaal belang is. Die interactie zorgt er immers voor dat leerlingen duurzame verbindingen kunnen maken tussen hun voorkennis en de nieuwe kennis. Wie weinig voorkennis heeft en zelfstandig nieuwe kennis moet opbouwen, zal niet in staat zijn om de “verstandigste” informatiebron van de “idiootste” te onderscheiden…

In dit verband is hij ook beducht voor het effect van afstandsonderwijs op gelijke onderwijskansen. Niet alleen leerlingen met een slechte internetverbinding of laptop thuis, maar ook leerlingen met leerstoornissen of functiebeperkingen hebben het vaak moeilijk met het zelfstandig werk en de hoge mate van zelfregulering die bij afstandsonderwijs van leerlingen wordt gevraagd.

Dat wil echter niet zeggen dat online leren geen waardevolle rol kan spelen in het hedendaags onderwijs. Zo kan het bijvoorbeeld goed ingezet worden om de impact van huiswerk te vergroten. Huiswerk heeft volgens Muijs nu nog vaak te weinig impact omdat de opgegeven taken vaak niet boven het niveau van bezigheidstherapie uitstijgen. Via moderne technologie kunnen zinvollere huistaken gegeven worden. Moderne technologie laat ook zeer goed adaptief testen toe en differentiatie toe. Dat kan bijdragen tot het wegwerken van bepaalde leerachterstanden, vooral als er voldoende mogelijkheden tot interactie tussen leerlingen onderling, en tussen leerkracht en leerlingen, binnen de online omgeving worden ingebouwd.

Conclusie: het zou volgens Muijs niet verstandig zijn om alles in te zetten op online leren, al moet ook erkend worden dat het potentieel nog niet volledig wordt benut, zeker in landen die in het verleden te weinig in digitaal onderwijs hebben geïnvesteerd. Cruciaal is dat investeren in afstandsonderwijs niet alleen wordt benaderd als een kwestie van infrastructuur, maar vooral van de professionalisering van leerkrachten om binnen zulke omgevingen effectief onderwijs aan te bieden. Moderne technologie zet je als school dus best niet in “gewoon omdat je het nu eenmaal hebt”, maar wel vanuit een gedegen analyse van waar die technologie echt voor een meerwaarde kan zorgen.

Luister naar de podcast (interview met Daniel Muijs) op http://www.dekrijtlijnen.be/

Bekijk de diapresentatie van de keynote van Muijs op https://www.vlor.be/activiteiten/verslagen/startdag-2020-lessen-uit-de-crisis-de-leraar

3 gedachten over “Daniel Muijs over online leren, afstandsonderwijs en lockdowns

  1. Dat van huistaken die eerder bezigheidstherapie zijn dan nuttige leeractiviteiten met een educatieve of didactische meerwaarde is ook in contactonderwijs al jaren een doorn in mijn oog bij mijn eigen kinderen. Dat en niets ter zake doende testjes en toetsen die de leerdoelen niet evalueren. Veel leerkrachten bezondigen zich daar al te vaak aan. Ze zouden moeten opgeleid zijn om beter te weten …

  2. Het inzetten van de technologie omdat je ze ter beschikking hebt, is helaas dikwijls de realiteit. Het draait veel te veel rond de tools en véél te weinig rond de content die via die tools naar de leerlingen stroomt. We worden als leerkracht overspoeld met info over allerhande tools en apps. Maar over de samenstelling van digitale lessen is de oogst wel mager. Er gaat mijns inziens te weinig aandacht en tijd naar die cruciale vertaalslag van een les in contactonderwijs naar een digitale les.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s