Leerpunt gelanceerd: het cruciale belang van kwaliteitsvolle mondelinge interacties in de klas

Leerpunt (het Vlaamse kenniscentrum dat evidence-informed werken in het onderwijs stimuleert) is nu echt gelanceerd. Als lid van de wetenschappelijke commissie van Leerpunt ben ik daar bijzonder blij mee. Een van de eerste initiatieven die Leerpunt nam is het vertalen van de Teaching & Learning Toolkit van de Britse Education Endowment Foundation: op zeer toegankelijke wijze biedt de toolkit schoolteams een schat aan evidence-informed kennis over de mogelijke impact van maatregelen die leraren kunnen nemen om de leerprocessen van hun leerlingen vooruit te stuwen.

Een van de potentieel meest krachtige maatregelen heet in de Nederlandse vertaling “mondelinge taalvaardigheid”. Dat slaat op het belang van hoogkwalitatieve mondelinge interacties in de klas. Vooral met betrekking tot het bevorderen van begrijpend-leesprestaties van leerlingen is daar veel onderzoek naar gebeurd (het is overigens de sleutel “interactie” van de 5 sleutels voor krachtig leesonderwijs). Systematisch krachtige mondelinge interacties aangaan met leerlingen over de leerstof kan 6 maanden leerwinst opleveren: dat is veel. Het zal veel leraren als vanzelfsprekend in de oren klinken, maar in de vanzelfsprekendheid zit ook de angel. Het is immers niet zo vanzelfsprekend (letterlijk en figuurlijk) om hoogkwalitatieve mondelinge interacties met leerlingen aan te gaan. Het is niet omdat je met leerlingen spreekt dat de interactie automatisch leerbevorderend is.

Onderzoek naar hoogkwalitatieve interacties toont, zowel voor basis- als secundair onderwijs, aan dat de volgende factoren een rol spelen:

  1. Hanteer een gevarieerde vraagstelling: soms is een gesloten vraag waarop slechts een kort antwoord nodig is doeltreffend, maar gesloten vragen zijn in veel klassen te eenzijdig dominant. Wie leerlingen tot hardop denken wil aanzetten, wie hen zelf de kans wil geven om hun interpretatie van een gelezen tekst te verwoorden, wie hen wil laten speculeren, analyseren, voorspellen of beoordelen, moet bewust meer open vragen durven stellen en een gevarieerde vraagstelling hanteren.
  2. Volg de antwoorden van leerlingen constructief op: Analyses van klasinteracties tonen aan dat leraren heel vaak op de antwoorden van leerlingen reageren met enkel beoordelende feedback (“Juist”, “Nee, dat klopt niet.”). In hoogkwalitatieve interacties vragen leraren vaker door: ze vragen aan leerlingen om hun antwoord te verduidelijken, uit te leggen of te beargumenteren; ze stellen een bijkomende vraag die verder bouwt op de inbreng van de leerling.
  3. Ga expliciet in op moeilijke woordenschat: Net bij de bespreking van een gelezen tekst of een opdracht die de leerlingen hebben uitgevoerd, doen zich gouden kansen voor om expliciet in te gaan op de betekenis van moeilijke woorden die in die tekst of opdracht een belangrijke rol spelen. Dan net wordt het expliciet ingaan op die moeilijke woorden voor de leerlingen relevant, dan net zien ze hoe het woord zich gedraagt in samenspel met andere woorden en wat het woord betekent in een specifieke context. Woordenschatonderwijs mag zich dus niet in een vacuüm afspelen.
  4. Bespreek gelezen teksten écht: Een begrijpend-leesopdracht bespreken met de leerlingen zou zoveel rijker moeten zijn dan alleen maar het overlopen van de juiste antwoorden op de vraagjes in het werkboek. Geef leerlingen écht de kans om hun interpretatie van de tekst te verwoorden, vraag aan andere leerlingen om daarop te reageren, daag leerlingen uit om hun interpretatie te beargumenteren aan de hand van passages in de tekst, laat leerlingen reflecteren over de betrouwbaarheid van de tekst, de bedoelingen van de auteur en de waarde van de tekst voor het eigen leven van de leerlingen. Met andere woorden, breng de tekst écht tot leven in interactie met de leerlingen.
  5. Betrek alle leerlingen in de klasinteractie: Als leraren hun beurtverdeling in de klas niet bewust monitoren, dan is de kans groot dat steeds dezelfde minderheid van klasgenoten aan het woord komt. Er zijn diverse technieken om te bevorderen dat alle leerlingen tot spreken komen: geef leerlingen bijvoorbeeld een uitdagende vraag waarover ze eerst in duo’s 2 minuten mogen nadenken en duid dan een willekeurige leerling aan die het voortouw neemt om de vraag te beantwoorden; werk met verdeelde-informatietaken waarbij elke leerling een uniek stukje informatie moet inbrengen; bewaak bewust als leraar je beurtverdeling; ga een-op-een-gesprekken aan met leerlingen die meer ondersteuning nodig hebben bij een taakuitvoering; schakel een tweede leraar in de klas in.
  6. Pas deze principes in alle vakken toe: Het is een open deur, maar eigenlijk zou ik moeten zeggen: alle deuren moeten open. Als expert taalbeleid zou ik het toejuichen dat een school (basis of secundair) als primaire doelstelling van haar taalbeleid zou nastreven dat de bovenstaande principes in zoveel mogelijk vakken en leerdomeinen door zoveel mogelijk leraren worden toegepast. Dan zou dat schoolteam gecumuleerde effecten kunnen oogsten. Hoogkwalitatieve, leerbevorderende interacties aangaan met leerlingen; het hangt echt niet alleen van de taalleraren af!

Meer lezen?

https://leerpunt.be/

Plaats een reactie