De-implementatie: onderwijs verbeteren door ineffectieve praktijken af te bouwen

Leraren hebben het erg druk. Velen hebben het gevoel dat ze steeds meer uren (moeten) kloppen en dat hun programma overvol zit: elke onderwijsvernieuwing komt er nog maar eens “bovenop”. De stapel wordt altijd maar hoger. Het water stijgt naar de lippen.

Onderwijskwaliteit is echter geen kwestie van altijd maar meer doen. En nog meer. Het is vooral een kwestie van de tijd die leraren met leerlingen hebben, optimaal gebruiken om leerprocessen te bevorderen, en dat te doen op een manier die voor leraren haalbaar is. Dat betekent dus ook: praktijken die veel tijd (en geld) kosten maar relatief weinig opleveren in termen van leerrendement en welbevinden, stopzetten of afbouwen. Aaron Hamilton, John Hattie & Dylan Wiliam noemen dat “de-implementatie”. De titel van hun boek waarin ze het concept uitleggen, zegt veel: Making Room for Impact. Door ineffectieve praktijken te verminderen of af te voeren, wint een leraar ruimte (in het hoofd) en tijd (in het uurrooster) om praktijken die beter werken, echt goed in te voeren en onder de knie te krijgen. Soms moet je een stap terugzetten om beter vooruit te kunnen.

Net als de implementatie van onderwijsvernieuwingen, is de-implementatie teamwerk. Het vereist immers dat een team zich (a) afvraagt welke onderwijspraktijken te weinig renderen en daarvoor ook data verzamelt en relevant onderzoek raadpleegt en (b) bedenkt hoe die praktijken kunnen vervangen worden door meer effectieve praktijken. Dat is geen eenvoudige oefening, want het zou kunnen dat sommige van de praktijken die niet zo effectief blijken te zijn, stevig zijn ingeslepen in de school- en klaspraktijk. Daardoor kan het moeilijk zijn voor leraren om er afstand van te doen. “We doen dit omdat we het altijd zo hebben gedaan, waarom is daar plots iets mis mee?”

De-implementatie druist volgens Hamilton, Hattie & Dylan in tegen het buikgevoel van veel leraren dat om leerlingen meer/beter te doen leren, je als leraar meer moet aanbieden. Nog meer oefeningen, nog meer onderwijstijd. Maar wat als die oefeningen niet voldoende werken? Dan gaat er kostbare tijd verloren. Dan leveren kostbare onderwijsinspanningen van leraren weinig op en dreigt er frustratie bij zowel leerlingen als leraren. De-implementatie heeft dus te maken met samen in de spiegel kijken en je eigen onderwijspraktijk durven evalueren; samen onderzoeksgebaseerde werken lezen waarin onderwijsmythes worden ontkracht (zoals de verdienstelijke publicaties van Pedro De Bruyckere over onderwijsmythes); samen beslissen en bouwen aan een effectievere onderwijspraktijk. Van blinde daadkracht naar beraadkracht. Schoolteams moeten dus niet altijd de markt op om de nieuwste trends op het spoor te komen, die op de reeds overvolle implementatiestapel te gooien en vervolgens oppervlakkig in te voeren. Ze kunnen beter eerst het veld van de eigen school in, om daar het onkruid te wieden.  

Bron:

Hamilton, A., Hattie, J., & Wiliam, D. (2024). Making room for impact. A de-implementation guide for educators. Corwin Publishers.

2 gedachten over “De-implementatie: onderwijs verbeteren door ineffectieve praktijken af te bouwen

  1. De “publicaties van Pedro” hadden vaak coauteurs.

    P.S. Jaren geleden sprak ik van ‘pas-op-de-plaats innovatie’. Kijk wat je nu al gebruikt (didactiek, gereedschappen) en ga na hoe je die effectiever of efficiënter zou kunnen gebruiken/inzetten en houd op met naar steeds iets nieuws te streven.

  2. Allemaal mooi en wel, maar wat zegt het over ons onderwijsdebat wanneer zelfs deze top-expert die al zoveel jaren met veel invloed in het debat staat er geen enkel concreet voorbeeld bij geeft van ineffectieve praktijken die dringend ‘ge-deïmplementeerd’ moeten worden. Waar blijft uw top-tien?

Plaats een reactie