Over de naam en het imago van het beroepsonderwijs

Als het beroepsonderwijs de Arbeidsmarktfinaliteit heet, dan is het de A-stroom.

Dan is de doorstroomgerichte finaliteit de D-stroom

en de dubbele finaliteit de DNA-stroom (hmm, dat bekt lekker).

Die naamsverandering is dus snel gefikst,

maar laat de leerlingen van de A-stroom er toch maar insprAAk in hebben.

Trouwens, die A van A-stroom komt driemaal voor in vAkmAnschAp (dat treft).

Ze komt ook tweemaal voor in cAmpAgne: die hebben we nodig.

Een wervende en wervelende cAmpAgne in alle media, die laat zien

hoe leerlingen van de A-stroom in topbedrijven geAvAnceerde competenties verwerven

waarnaar de doorsnee jurist of taalleraar met verbazing staat te staren;

een cAmpAgne die toont hoe leerlingen van de A-stroom onder begeleiding van

gedreven prAktijkmentoren uitgroeien tot ultrA-bekwAme stielmensen.

De zwaarste dobber is de eerste graad van het secundair:

Die “1A” en “1B” zijn nefast voor de beeldvorming. Afschaffen of stevig bijschaven?

Eindelijk naar een brede comprehensieve eerste graad

waar alle leerlingen hun talenten ontdekken, hun leer-DNA, hun leer-krAcht,

waar ze ontdekken wat hun lerend hart sneller doet slaan.

Ik hoop dus stiekem dat de onderwijsbeleidsmakers die

de Adviezen van de Vlaamse Scholierenkoepel opvolgen uit de A-stroom komen,

want ze zullen sterke bruggen moeten bouwen tussen scholen en bedrijven,

flexibele schakels moeten lassen tussen studierichtingen en stromen,

polyvalente zorg moeten dragen voor de competenties van alle leraren

en naar het veld moeten luisteren met het oor van een empathische kApper.

OPwAArdering BSO: mAAk er nu eindelijk werk van!

https://www.scholierenkoepel.be/kennisbank/beroepsonderwijs

Een gedachte over “Over de naam en het imago van het beroepsonderwijs

Geef een reactie op Tom Cornelis Reactie annuleren