De Vlaamse regering heeft een ontwerpdecreet goedgekeurd om inclusief onderwijs in Vlaanderen te versterken. Leerlingen met een lichte mentale beperking, bepaalde fysieke beperkingen of een leerstoornis zoals dyslexie zullen voortaan standaard het gewone onderwijs kunnen volgen. Enkel wanneer een school onredelijke inspanningen moet doen, kan een leerling doorverwezen worden naar het buitengewoon onderwijs. Op het VRT-journaal zagen we het voorbeeld van een kleuter in een rolstoel die nu al onderwijs kan volgen in een ‘gewone’ basisschool omdat de school ervoor zorgde dat alle lessen op het gelijkvloers plaatsvinden, en de andere kleuters en leerkrachten meehelpen om de kleuter zoveel mogelijk te betrekken in het normale klasgebeuren. Minister Smet gaf verder het voorbeeld van een doventolk in de reguliere klas of software voor dyslectische kinderen.
Ook al heeft de vzw GRIP (Gelijke Rechten voor Iedere Persoon met een handicap) aangegeven dat in de praktijk nog zal moeten blijken of het criterium “onredelijke inspanning” niet te snel zal worden ingeroepen door scholen, toch beschouwt de Vlaamse regering dit als een forse stap vooruit in de realisering van inclusief onderwijs. Het decreet kan de kans verhogen dat onze jonge generatie steeds beter leert om sociale diversiteit tussen mensen niet alleen te aanvaarden, maar er sociaal vaardig mee om te gaan; het verhoogt de kans dat er meer begrip voor, en sociale interactie, plaatsvindt tussen mensen met een beperking en mensen zonder, niet alleen in de school, maar ook daarbuiten. Het verhoogt de kans dat we op termijn een samenleving creëren waarin mensen met een handicap minder systematisch worden weggestoken in aparte hokjes, aparte instellingen en aparte werkplaatsen. Het verhoogt de kans dat de Vlaamse mensengemeenschap weer wat groter wordt.
Dit ontwerpdecreet staat in schril contrast met de reeks over discriminatie en racisme in Vlaanderen die de krant De Standaard onlangs publiceerde. Daaruit blijkt dat allochtone jongeren en volwassenen nog steeds op allerlei wijzen (subtiele en minder subtiele) worden gediscrimineerd. Op de arbeidsmarkt bijvoorbeeld. Het is in dit verband zeer schrijnend om vast te stellen dat allochtone jongeren die keihard hebben gewerkt om een diploma te halen, en die het Standaardnederlands én het tussentaalnederlands zo goed beheersen dat het verschil met hun autochtone leeftijdsgenoten niet meer hoorbaar is, niet eens op een sollicitatiegesprek worden uitgenodigd omdat de naam op de sollicitatiebrief te exotisch aandoet. Dat is een kaakslag voor de jongeren, maar ook voor hun leerkrachten die de jongeren jarenlang hebben ondersteund, gemotiveerd, en moed ingesproken. Dit zijn verhalen die niet alleen de Standaard halen, maar via sociale media ook jongeren bereiken die nu nog op de schoolbanken zitten, en die hun motivatie om hard te blijven werken voor school, kunnen neerhalen. Evenzeer verontrustend was de aflevering in de reeks van de Standaard over discriminatie op school. Die stond bol van de sprekende voorbeelden: allochtone jongeren die te horen krijgen dat ze niet aan het aso moeten beginnen omdat dat voor leerlingen als zij niet is weggelegd, Turkse leerlingen die te horen krijgen dat ze maar eens moeten bewijzen dat ook Turken hard kunnen werken… Wetenschappelijk onderzoek blijft aangeven dat allochtone leerlingen veel vaker naar het buitengewoon onderwijs worden doorverwezen dan autochtone leerlingen, vaker naar de 1B-klas worden doorverwezen (zelfs als ze dezelfde resultaten halen in het basisonderwijs als autochtone leerlingen), minder vaak aan bod komen in klasgesprekken, straf krijgen als ze hun thuistaal op de speelplaats gebruiken, en vaker moeten zittenblijven.
Het is dus maar te verhopen dat inclusie voor sommige leerlingen niet tot nog meer exclusie van andere leerlingen gaat leiden. De Vlaamse regering belooft extra schoolondersteuners voor inclusief onderwijs. Een goede zaak. Maar de Vlaamse regering kan het niet maken om rond de ene inclusie een actief ondersteunend beleid te voeren en tegelijkertijd haar ogen af te wenden van een hardnekkig exclusieprobleem dat al jarenlang een smet is op ons onderwijsblazoen. De Vlaamse regering moet rond inclusief onderwijs dus een écht inclusief beleid voeren.