Woorden duurzaam verwerven: hoe gaat dat?

Stel dat u al drie maanden een cursus Zweeds volgt en van uw leerkracht een lijst met 100 Zweedse woorden krijgt met een vertaling naar het Nederlands. U krijgt een week om de lijst in te studeren, waarna de leerkracht een test doet waarbij u 25 van de ingestudeerde woorden in een van beide richtingen moet vertalen. Hoe groot acht u de kans dat u goed zal scoren op de test? En hoe groot acht u de kans dat u elk van de ingestudeerde 100 woorden vlot kunt gebruiken in spontane conversaties en vlot kunt begrijpen als u ze in een krantenartikel tegenkomt? De antwoorden van de meeste mensen op deze 2 vragen luiden: Ik ga waarschijnlijk heel goed scoren op de woordenschattest, en wat minder goed scoren als het gaat om het spontaan produceren en begrijpen van dezelfde woorden in echte communicatiesituaties.

Is het instuderen van woordenlijsten nutteloos? Nee, helemaal niet. Het helpt mensen ongetwijfeld om een aantal woorden te memoriseren samen met hun basisbetekenis. Het effect van dit soort van expliciet instuderen van woordbetekenissen wordt vaak vergeleken met het effect van impliciet oppikken van woorden terwijl we een boek aan het lezen zijn (en de betekenis van een woord uit de context afleiden) of terwijl we een gesprek aan het voeren zijn (en iemand naar onze trui wijst en zegt: ‘nice sweater’!). Maar die vergelijking is vrij kunstmatig, want het onderzoek naar woordenschatverwerving toont aan dat expliciete en impliciete leerprocessen mekaar moeten aanvullen. Het is dus net het slimme samenspel van expliciet en impliciet omgaan met nieuwe woorden dat tot de meest duurzame processen van woordenschatverwerving leidt.

Hoe gaat dat dan precies, woorden duurzaam verwerven? Ten eerste, herhaling werkt! Woorden die we vaak tegenkomen en die we zelf vaak moeten gebruiken, houden we makkelijker bij in ons woordgeheugen. Eén keer een woord in je hoofd drammen (shanty = barak) zal minder duurzame sporen in je geheugen nalaten dan in verschillende contexten en op verschillende momenten met het woord in de weer te zijn. Ten tweede, woordenschatverwerving is een geleidelijk proces: we leggen laagjes op de pizza. Soms horen we eerst de klank van een woord,  en vergaren we daarna een basisbetekenis, en pas na nog een aantal ontmoetingen met het woord  leren we met welke andere woorden dit woord zich typisch verbindt (shanty town = sloppenwijk), wanneer het gepast is om het te gebruiken, dat er ook een gelijkaardig werkwoord is (to shanty = in een keet wonen)…  Woorden worden in ons hoofd dus geleidelijk aan rijker ingevuld, ze krijgen gaandeweg kleur. Ten derde, het aantal woorden dat we begrijpen is steeds groter dan het aantal woorden dat we kunnen produceren. Het ophalen van woorden uit ons woordgeheugen is lastig; het is dus niet omdat we de betekenis van een woord kunnen interpreteren als het in een bepaalde context verschijnt, dat we het ook meteen paraat hebben als we het zelf moeten produceren. Ten vierde, we verwerven woorden makkelijker als we ze kunnen verbinden met een concrete ervaring, een voorwerp, een handeling, een sensatie, een beeld, een afbeelding. Dat geeft ons geheugen haken om nieuwe woorden mee vast te slaan in ons geheugen. Ten vijfde, een woord is niet altijd een woord. Zeker in de beginfases van taalverwerving verwerven we veel woordcombinaties (“turn on the light”; “I need it badly”), en ontrafelen we de klank, structuur en betekenis van de afzonderlijke woorden pas in een latere fase. Het grote voordeel van die woordcombinaties is dat we vrij snel in een nieuwe taal basisconversaties kunnen voeren (“excuseermagikietsvrage?”). Ten vijfde, woorden die we nuttig of interessant vinden, en die we verbinden met interessante doelen, intenties, ambities of weetjes houden we makkelijker bij; we houden ze ook makkelijker bij als ze ons aangeboden worden door mensen bij wie we ons goed voelen.

In alle vakken van ons onderwijs worden leerlingen met een resem nieuwe woorden (vaak “vakjargon”) of nieuwe dimensies van bekende woorden (“een zuur”) geconfronteerd. Wie als leerkracht wil dat de leerlingen deze termen duurzaam verwerven, kan dus maar best met de volgende principes rekening houden:

– Maak abstracte termen zeer concreet door visuele ondersteuning te voorzien, ze te verbinden met een handeling, een ervaring waarmee de leerlingen vertrouwd zijn, een concrete sensatie, een beweging, een filmpje, een concreet voorbeeld…. Breng abstracte termen met andere woorden tot leven (letterlijk en figuurlijk).

– Bied woorden aan in het kader van interessante, boeiende, nuttige activiteiten en doelen; wijs de leerlingen op de bruikbaarheid van de woorden.

– Baken de betekenis van de term duidelijk af, of laat leerlingen er zelf naar zoeken (in een woordenboek, door met mekaar te overleggen of door hardop over de betekenis na te denken). Verbind nieuwe woorden met termen en woorden die de leerlingen al kennen.

– Gebruik de termen veelvuldig, laat ze vaak terugkomen.

– Geef leerlingen veelvuldig de kans om tot taalproductie in de klas te komen (via een variatie aan werkvormen) zodat ze het ophalen van woorden uit het geheugen kunnen oefenen. Geef hen in alle vakken schrijf- en presentatie-opdrachten.

– Leg verbindingen met  het gebruik van het woord in andere vakken of andere domeinen van het leven.

– Zoek naar een slim samenspel van expliciete woorduitleg (of expliciet instuderen van woorden) en herhaald impliciet gebruik van belangrijke woorden: laat de woorden terugkomen in opdrachten die de leerlingen moeten uitvoeren, teksten die de leerlingen moeten lezen, videofragmenten waarnaar ze kijken, de  klasinteractie….

– Bepaal voor uzelf op voorhand of de leerlingen de term alleen receptief (begrijpen) moeten kennen of ook productief. Eis geen productieve vaardigheid als dat niet nodig of gepast is. Bepaal ook welke woorden echt belangrijk zijn voor het vak en/of voor de leerlingen; ga na welke woorden u zelf gebruikt.

– Leer leerlingen vlot met digitale woordenboeken werken.  Zet uw leerlingen aan tot lezen, en niet alleen in het vak taal.

– Onthoud dat woordenschatverwerving een geleidelijk proces: niemand kent een woord na het woord één keer van buiten te hebben geleerd met een woordenlijst.

En, wat betekende “shanty” ook alweer?  U zou het nog moeten weten, want u bent het drie keer tegengekomen…

Advertentie

6 gedachten over “Woorden duurzaam verwerven: hoe gaat dat?

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s