Secundaire scholen beschikken in de tweede en derde graad over een vrije ruimte in het lessenaanbod. Die ruimte biedt aan leerlingen uitgelezen kansen om 21ste-eeuwse competenties duurzaam te verwerven. Ze biedt aan schoolteams mooie kansen om die competenties te bevorderen via het doorbreken van klas-, vak- en jaargrenzen. Als schoolteams de vrijheid van de ruimte echt durven benutten, komen ze los van de beperkingen van de strakke vakkenstructuur en de overladen vakkenprogramma’s en ontstaan er onvermoede kansen om krachtige, duurzame leeromgevingen te creëren. Was de vrije ruimte daarvoor eigenlijk niet bedoeld?
Hieronder volgen zeven hamvragen die schoolteams kunnen stellen om de openheid en eigentijdsheid van hun eigen “vrije ruimte” te evalueren. Daarna volgt een voorbeeld van één vrije-ruimte-project.
Zeven hamvragen over de vrije ruimte:
- Hoeveel kansen biedt onze vrije ruimte aan onze leerlingen om probleemoplossend te leren denken, te leren omgaan met sociale diversiteit, te leren omgaan met technologie, creatief te leren denken, kritisch te leren omgaan met informatie, te leren leren (cf. duurzame competenties voor de 21ste eeuw)?
- Hoeveel kansen biedt onze vrije ruimte aan onze leerlingen om de kennis die zij opdoen in de ‘vakken’ toe te passen op een authentiek, complex probleem?
- Hoeveel kansen biedt onze vrije ruimte aan onze leerlingen om te werken aan een project dat maatschappelijk relevant is? Hoeveel kansen krijgen onze leerlingen met andere woorden om meerwaarde te creëren voor de samenleving?
- In welke mate krijgen leerlingen in de vrije ruimte de kans om samen te werken met leerlingen van andere klassen en studierichtingen/ leerlingen met een andere expertise, andere talenten, andere voorkennis?
- In welke mate krijgen leerlingen de kans om kennis, competentie en expertise uit verschillende vakken geïntegreerd in te zetten en verder te ontwikkelen?
- In welke mate vereisen de activiteiten in onze vrije ruimte dat onze leerlingen communiceren met de buitenwereld?
- In welke mate biedt onze vrije ruimte aan onze leerlingen kansen om autonomer te leren functioneren, zelfredzaam te worden, onafhankelijk te denken, en hun eigen handelen aan te sturen?
Een voorbeeld: DE X van de toekomst
Leerlingen van diverse studierichtingen vormen een task force die een ontwerp maakt van de X van de toekomst. Eén groep werkt bijvoorbeeld aan de bibliotheek van de toekomst. Ze documenteren zich over de identiteitscrisis die de klassieke bibliotheek doormaakt (kan een bib in de eeuw van de digitale informatie nog een plaats blijven waar mensen papieren boeken komen uitlenen?). Ze lezen hierover wetenschappelijke en opiniërende artikels en doen een (skype) interview met de plaatselijke bibliothecaris, cultuurambtenaar, een bibgebruiker… Ze brainstormen en maken een eerste creatief ontwerp van hun bib van de toekomst. Hun ontwerpdossier bevat onder andere een beschrijving van de ruimte en faciliteiten, een grafisch ontwerp van hun bib, een voorstelling van het soort activiteiten dat er zal plaatsvinden, en een kostenraming (op jaarbasis). Het eerste ontwerp wordt via een blog, een enquête op SurveyMonkey, en/of gesprekken met familieleden en kennissen voorgelegd aan een gevarieerde groep van gebruikers, waaronder jongeren, senioren, anderstaligen….. Op basis daarvan wordt het voorstel bijgestuurd. Het definitieve voorstel wordt netjes afgewerkt in een portfolio (of met een wervend filmpje of een animatie) en wordt voorgesteld aan klasgenoten en een aantal leerkrachten, en vervolgens ook aan de cultuurraad van de gemeente.