Anderstalige nieuwkomers: hoe hun taalverwerving Nederlands op gang trekken?

Nederlands leren van nul af aan: hoe gaat dat? Welke principes kunnen leerkrachten in de onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers in het secundair onderwijs best toepassen om de vroege taalverwerving Nederlands van de leerlingen op gang te trekken?

  1. Bied een rijk taalaanbod: Taalaanbod is de motor van vroege taalverwerving. Het taalaanbod van de leerkracht moet bij voorkeur rijk zijn: Van in den beginne spreekt de onthaalleerkracht dus best in volzinnen en gebruikt zij natuurlijke taal (en dus geen baby-talk). Tegelijkertijd probeert de onthaalleerkracht ervoor te zorgen dat dat taalaanbod begrijpelijk is door haar uitingen in te bedden in concrete contexten of vast te hangen aan bewegingen, gebaren, handelingen met voorwerpen en veel visuele ondersteuning (beeld, film, illustraties). Ook een vertaling van bepaalde termen naar andere talen kan in deze eerste fase af en toe erg handig zijn. In de eerste fase van taalverwerving zijn bewegingsactiviteiten, knutselactiviteiten, spelletjes, verkenningen van het schoolgebouw en de buurt, videoclips en wetenschappelijke proefjes van goudwaarde voor taalverwerving, als ze tenminste vergezeld gaan van taal die handelingen en fenomenen beschrijft, en interactie over wat er te beleven valt.
  2. Woorden zijn de bouwstenen van taalverwerving, maar….: In de beginfase moeten leerlingen veel woorden verwerven, maar daardoor hebben onthaalleerkrachten wel eens de neiging om een lange lijst losse woorden op de leerlingen los te laten. Als woorden de bouwstenen van taalverwerving zijn, dan zijn betekenisvolle boodschappen in concrete contexten de cement die die woorden aan mekaar lijmen. Wie op losse woorden oefent, moet liefst zo snel mogelijk na die woordenschatoefening een situatie creëren waarin de leerlingen met functionele boodschappen worden geconfronteerd waarin de woorden in verbinding met andere woorden gaan. Wie een folder van de supermarkt heeft gebruikt om fruit- en groentesoorten te benoemen, kan daarna best zo snel mogelijk een kookles organiseren, naar de markt of de winkel gaan, een rollenspel in een winkel spelen of de leerlingen laten praten over hun eetgewoonten. Losse woorden die niet snel opgaan in meer-woord-verbindingen en in betekenisvolle boodschappen blijven losse flodders in het brein van de taalleerder en verdampen heel erg snel.
  3. Stimuleer vroege taalproductie en bouw erop voort: Anderstalige nieuwkomers die onzeker of schuchter zijn, hebben recht op een korte stille periode tijdens dewelke ze weinig zeggen en vooral taalaanbod opslorpen. Toch is het belangrijk dat alle nieuwkomers snel kansen krijgen om zelf boodschappen in de nieuwe taal te produceren. Cruciaal is hoe de leerkracht hierop reageert. Als de anderstalige nieuwkomer een twee-woord-zin produceert zoals “morgen voetbal”, is dat volkomen normaal (alle taalleerders gaan door deze fase) en kan de leerkracht daarop reageren door de rijkere formulering aan te bieden en erop verder te bouwen. “Ah, moet je morgen voetballen? Mijn zoontje speelt ook voetbal en die moet overmorgen een wedstrijd spelen. En tegen wie speel je?” Dit soort reacties biedt de anderstalige nieuwkomers niet alleen voeding voor taalgroei, maar ook een nieuwe kans om in dialoog te treden.
  4. Creëer een veilig klimaat: Correctheid is geen kenmerk van de vroege taalproductie van tweedetaalleerders. Volgens het Europees Referentiekader (ERK) wint de taalproductie van taalleerders pas echt aan correctheid vanaf niveau B1. Op het basisniveau alle fouten van anderstalige nieuwkomers corrigeren en eisen dat ze correcte taal produceren kan bij een aantal leerlingen het effect hebben dat ze hun mond liever niet meer opendoen en daardoor helemaal geen oefenkansen meer krijgen. Onthaalleerkrachten doen er dus goed aan om alle uitingen die de taalleerder aanreikt te gebruiken als bouwstenen om dialoog mee te construeren.
  5. Wees spaarzaam met grammatica-onderwijs: In de allereerste fasen van taalverwerving heeft expliciet grammatica-onderwijs weinig impact. Grammatica-onderwijs werkt veel beter als de leerder in zijn hoofd al een boel taalmateriaal heeft verzameld waarop hij de grammaticaregel kan toepassen. Aandacht voor grammatica wordt ook relevanter naarmate de noodzaak aan correcte taalproductie sterker wordt. Wie in de beginfase toch al wat expliciete informatie over de grammatica van het Nederlands wil meegeven, kan zich best aan de volgende principes houden: (a) Hou het simpel: als je het niet heel simpel krijgt uitgelegd, leg het dan veel later uit; (b) Geef vooral veel voorbeeldzinnen waarin de grammaticaregel wordt toegepast; (c) Overdrijf niet met theorie: Geen borden-vullende kaders met zeven uitzonderingen er meteen bij; een eenvoudig kader met de basisregel volstaat; (d) Ga kort in op vragen van leerlingen over grammatica; (e) Besef dat één keer een regel uitleggen niet veel impact heeft; de regel zal nog heel vaak in herinnering gebracht moeten worden, maar doe dat informeel naar aanleiding van iets dat de leerlingen zeggen of schrijven; (f) Eis niet meteen correcte toepassing van de regel. Taalverwerving is een geleidelijk proces bij alle mensen.
  6. Zorg ervoor dat de nieuwkomer zich thuis voelt: Taalleren drijft op een socio-emotionele onderstroom. Veel anderstalige nieuwkomers hebben trauma’s, angsten, onzekerheid uit hun thuisland meegebracht en zullen beter tot leren komen als de schoolomgeving voor hen een nieuwe, veilige thuis is waar ze zich geaccepteerd, verwelkomd en veilig voelen. Het warme, informele contact tussen leerlingen en hun leerkracht heeft een positieve impact op vroege taalverwerving: we leren een taal beter als we het gevoel hebben dat we dankzij die taal bij een groep kunnen horen die ons waardeert en respecteert.
  7. Zorg voor interessante, uitdagende inhouden die de leerlingen echt interesseren: Alle bovenstaande principes werken veel beter als ze worden toegepast op uitdagende taken en lesinhouden die de leerlingen echt interessant vinden en waarvan ze het nut inzien. Wie de intrinsieke interesse van anderstalige nieuwkomers kan opwekken, zorgt ervoor dat ze het taalaanbod dat ze krijgen aangeboden gretiger zullen opslorpen en dat ze sterker gemotiveerd zijn om ook productief bij te dragen tot de conversatie.

5 gedachten over “Anderstalige nieuwkomers: hoe hun taalverwerving Nederlands op gang trekken?

  1. Het blijft bijzonder jammer dat u als Leuvens Steunpunt NT2 merkwaardig genoeg specifiek, expliciet en intensief NT2-onderwijs vanaf de eerste dag van het kleuteronderwijs afgeraden en bestreden hebt. Het is precies dat soort expliciete en leerkrachtgeleide taalstimulering die de jonge migrantenleerlingen nodig hebben.

  2. Beste Raf,
    Ik maak graag 2 opmerkingen bij je reactie:
    1. Het “Leuvens Steunpunt NT2” bestaat al jaren niet meer.
    2. Ik vertolk in dit bericht niet de visie van het Leuvens Steunpunt NT2, maar de stand van zaken van het wetenschappelijk onderzoek naar vroege tweede- en vreemdetaalverwerving door adolescenten en kinderen. Ik verwijs u zeer graag naar volgende standaardwerken hierover: Exploring language pedagogy through second language acquisition research (Ellis & Shintani, 2014); Second language acquisition and task-based language teaching (Long, 2014); Understanding second language acquisition (Ortega, 2007); de vele onderzoeksartikels over expliciet en impliciet onderwijs van Jan Hulstijn, inclusief zijn artikels over grammatica-onderwijs; de standaardwerken van Rod Ellis (The study of second language acquisition/ Task-based language learning and teaching).

  3. Kris, ik heb je al vaker horen verkondigen dat je de stand van het wetenschappelijk onderzoek weergeeft. Tegenover een publiek van niet-wetenschappers is dat natuurlijk gemakkelijk. Ik heb het nog gezegd: ik gun je graag je opvattingen over onderwijs, maar beweren dat die gestoeld zijn op wetenschappelijk onderzoek, is de werkelijkheid wel erg veel geweld aandoen. Over de meeste van deze onderwerpen is er veel discussie. Een aantal zaken weten we wel, met vrij grote consensus, maar je opvattingen zijn daar meestal niet op afgestemd. Wees eerlijk en correct, en zeg in het vervolg gewoon dat het jouw opvattingen zijn. Om als wetenschapper te kunnen spreken, moet je er ook echt (internationaal) in zitten. Met alle oprecht respect, maar jij hebt andere keuzes gemaakt.

  4. Wim, erg spijtig dat je niet aanwezig was op de internationale TBLT-conferentie die we tijdens de afgelopen 3 dagen in Leuven organiseerden. Waren aanwezig: Rod Ellis, Mike Long, Alison Mackey, John Norris, Robert DeKeyser, en nog 250 andere wetenschappers die samen de stand van zaken van het wetenschappelijk onderzoek rond vroege en tweedetaalverwerving exploreerden en daarvan de pedagogische implicaties bespraken. Ik ben het honderd procent eens met jou dat er nog veel is dat we niet weten over vroege taalverwerving van anderstalige nieuwkomers, maar het stuk dat ik hierboven schreef weerspiegelt de dominante patronen in de huidige stand van zaken van wat we wel weten en wat ik in de doctoraten die ik zelf begeleid en begeleidde naar de oppervlakte zie komen. Met oprecht respect, Wim, jouw eigen internationaal onderzoek gaat over dyslexie en leerstoornissen. Daar ging mijn stuk niet over. Mijn stuk ging over (het internationaal onderzoek) over de verwerving van functionele lees-, spreek-, schrijf-, en luistervaardigheden.

  5. Ik had het helemaal niet over mijn eigen internationaal onderzoek, wel over het correct en genuanceerd weergeven van wetenschappelijk onderzoek dat evt. relevant is voor onderwijs. Dat is iets helemaal anders dan alleen die dingen eruit pikken die in het eigen denkraam passen. Ieder heeft wellicht (onderwijs)opvattingen die niet op wetenschap (kunnen) gebaseerd zijn. Daar is niets mis mee, want onderwijs is vooral een praktijk. Ook ik heb dergelijke opvattingen, maar als wetenschapper moet je net in staat zijn het ene en het andere te scheiden en dat vergt m.i. ook veel wetenschappelijke ervaring en vooral het vermogen om feiten van opinies te kunnen scheiden. Jammer dat je blijft suggereren dat die 250 wetenschappers tot dezelfde conclusies komen als de jouwe. Gelukkig moet een mens niet op elk congres zijn, maar kunnen we de wetenschappelijke artikels lezen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s