De Britse “Innovation Unit”, een vzw die ontstond in de schoot van het Britse ministerie van onderwijs, presenteert 10 ideeën om het onderwijs sterker te doen aansluiten bij de veranderingen die zich buiten de school afspelen. Food for thought…
- Maak het lessenrooster flexibeler: In het huidige lessenrooster van vele scholen duurt elke les even lang (50 minuten), ongeacht of leerlingen veel of weinig hebben geleerd. Het kan erg lonend zijn om dat soms te doorbreken. Bijvoorbeeld, tijdens blokken van 3 uur kunnen leerlingen echt diep graven in bepaalde lesstof of een vakoverschrijdend project uitvoeren. Soms is het ook niet nodig dat bepaalde lessen voor alle leerlingen even lang duren: na een gezamenlijke introductie kan er een blok oefentijd voorzien worden waarbij niet elke leerling even lang aan bepaalde leerstof voor een bepaald vak moet werken, maar de leerlingen zelf bepalen hoe ze de tijd verdelen tussen werk voor verschillende vakken.
- Gebruik de ruimte anders: Het huidige onderwijs speelt zich nog vaak af in afgesloten klassen met banken die in rijen of in blokjes opgesteld staan. Maar onderwijs waarin leerlingen veel samenwerkend leren, experimenten uitvoeren en samen overleggen heeft nood aan meer open ruimtes, overleglokalen, lokalen met verplaatsbaar meubilair en snelle internettoegang. Niet alles hoeft geld te kosten. Soms volstaat het anders schikken van banken en stoelen: leerlingen in een echte kring zetten zonder tafels en stoelen ertussen geeft meteen meer aanleiding tot echte gesprekken en debatten dan de klassieke opstelling van bankjes in rijen achter mekaar.
- Maak het onderwijs persoonlijker: Leerlingen verschillen, en dus verschillen hun leerervaringen en leermotivaties. Veel schoolteams zoeken naar manieren om beter in te spelen op de persoonlijke leerbehoeften en passies van leerlingen. Projectmatig en taakgericht werken, contractwerk en hoekenwerk bieden de leerkracht kansen om leerlingen te volgen in hun ontwikkeling en gedifferentieerd te ondersteunen. Een meer flexibele groepering van leerlingen geeft leerkrachten kansen om beter in te spelen op niveauverschillen. En misschien moeten individuele leerlingen ook meer ruimte krijgen om een deel van de onderwijstijd aan taken, projecten en lesinhouden te werken die ze zelf uitkiezen (omdat ze er zo door gepassioneerd worden).
- Gebruik moderne technologie om het onderwijs te versterken: Blogs kunnen gebruikt worden om de studenten hun werk aan de buitenwereld te presenteren. Tablets en smartphones kunnen leerlingen de kans geven om te reageren op stellingen die door de leerkracht worden geponeerd; de resultaten van de stemming kunnen meteen op het digitale bord geprojecteerd worden en de klasdiscussie voeden. In alle lessen kan via gerichte zoekopdrachten gewerkt worden aan de vaardigheid van jongeren om kritisch met informatie te leren omgaan en bronnen te leren controleren op hun betrouwbaarheid. Sociale media kunnen helpen om jongeren met mekaar over de leerstof in interactie te laten gaan, ook buiten de lesuren.
- Werk meer met levensechte, relevante projecten: Leerlingen en studenten zouden vaker de kans moeten krijgen om levensechte problemen aan te pakken en een positieve bijdrage te leveren aan het leven in hun buurt. Op die manier kunnen ze tal van sleutelcompetenties ontwikkelen: leren samenwerken, probleemoplossend denken, hun werk presenteren, creatief denken, kritisch met informatie omgaan en helder communiceren. Bovendien stijgt op die manier het nut en de waarde van onderwijs voor de leerlingen. Volgens de Innovation Unit voldoen kwaliteitsvolle projecten in dit verband aan de volgende 3 criteria: leerlingen creëren voorlopige versies vooraleer ze hun finaal product presenteren, leerlingen krijgen volop kans om mekaar feedback te geven en krijgen ook feedback van leerkrachten en externe betrokkenen, én het eindproduct wordt publiek voorgesteld.
- Laat leerlingen ook eens leerkrachten zijn: Leerlingen kunnen mekaars leerprocessen op diverse wijzen ondersteunen. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld mentoren zijn van jongere of minder vaardige leerlingen: onderzoek toont aan dat ze complexe dingen soms erg goed kunnen uitleggen omdat ze zich sterk kunnen inleven in een leerling die iets niet begrijpt. Leerlingen voelen soms ook goed aan welke voorbeelden goed werken om abstracte inhouden voor andere leerlingen concreet te maken. Wie iets uitlegt aan een ander, begrijpt het vaak zelf nog beter en oefent tegelijkertijd zijn communicatie- en sociale vaardigheden. Leerlingen zouden ook meer betrokken moeten worden in het overleg over de meest effectieve werkvormen in de klas: ook aan hen zou gevraagd moeten worden welke lessen het best werken voor het aanbrengen van bepaalde inhouden.
- Help leerkrachten om te blijven bijleren: Leerkrachten die een passie voor leren uitstralen passioneren hun leerlingen. Door in hun klas toe te geven dat ze sommige dingen ook niet weten maar ze wel kunnen opzoeken, modelleren ze de kracht – en het plezier van – levenslang leren. Leerkrachten moeten door de overheid krachtdadig ondersteund worden in hun deskundigheidsbevordering. In Groot-Brittannië blijken teachmeets inspirerend te werken: schooloverstijgende bijeenkomsten waar leerkrachten korte presentaties houden (voor andere leerkrachten) over de dingen die hen in hun beroepsuitoefening veel voldoening schenken. Leerkrachten moeten in hun taakinvulling ook ruimte krijgen om actie-onderzoek te doen en om te overleggen met andere leerkrachten.
- Evalueer wat er écht toe doet: Evalueren we in ons onderwijs wel de dingen die leerlingen moeten beheersen in het leven na het onderwijs? Evalueren we de mate waarin leerlingen de sleutelcompetenties van de 21ste eeuw beheersen? En is onze methode van evalueren wel aangepast aan de evaluatie van competenties als probleemoplossend denken, creatief denken, kritisch met informatie omgaan….? Moeten we niet voorbij het klassieke examen durven denken? En doen we wel genoeg met de resultaten van de evaluatie? Gebruiken we de evaluatie in de eerste plaats om leerlingen beter te ondersteunen?
- Werk samen met families, niet alleen met kinderen: Ouderbetrokkenheid heeft een positieve impact op schoolsucces. Schoolteams en onderwijsondersteuners kunnen ouders op diverse manieren dichter bij het schoolleven van hun kinderen betrekken. Via sociale media en de schoolwebsite kunnen scholen ouders informeren over het leven op school, over studiekeuzemogelijkheden en over de vorderingen van de leerling. Leerkrachten kunnen ouders betrekken bij lesactiviteiten, buitenschoolse uitstappen, het schoolbeleid en uiteraard het uitwisselen van ervaringen en ideeën over het groeiproces van de leerling. Via ouderondersteunende projecten kunnen kansarme ouders hulp krijgen bij de opvoeding van hun kinderen, leesbevordering, studiekeuze…
- Geef een stem aan de leerlingen: Als leerlingen mee zeggenschap krijgen over bepaalde aspecten van het onderwijs of het schoolbeleid, dan kan dat hun betrokkenheid bij het schoolleven verhogen en hen tegelijkertijd kansen bieden om competenties op te bouwen met betrekking tot democratisch burgerschap, emotionele intelligentie en omgaan met sociale diversiteit… Echte leerling-participatie kan de sfeer op school verbeteren en de relaties tussen leerlingen en schoolteams positief beïnvloeden. Zo kan bij leerlingen ook een basishouding groeien om na het schoolleven ook verantwoordelijkheid op te nemen en een positieve bijdrage te leveren tot het creëren van een meer harmonieuze samenleving.
Meer lezen?
Pingback: Waartoe dient onderwijs? – Lieselotte