Dit opiniestuk verscheen vandaag in de krant De Standaard:
Begin september gaven 17.000 scholieren in het “Scholierenrapport” een duidelijk signaal: de échte hervorming van het secundair onderwijs gaat niet over structuren, maar over inhoud. Ons onderwijs moet eigentijdser en levensechter worden. Jongeren willen zich dankzij onderwijs ontwikkelen tot weerbare, kritisch denkende mensen die met zelfvertrouwen de uitdagingen van de moderne samenleving aankunnen. Het Vlaams parlement en de regering mogen dit najaar de historische kans dus niet missen om de eindtermen beter af te stemmen op de maatschappelijke realiteit van vandaag.
Regering en parlement kunnen dus maar beter uitkijken voor de valkuilen die zich bij de nakende herziening van de eindtermen aandienen. De eerste valkuil betreft het “stapelprincipe”. De makkelijkste manier om eindtermen te actualiseren is om een aantal nieuwe toe te voegen aan de reeds bestaande lijst. Burgerschapscompetenties? Voegen we nog even toe aan de 900 eindtermen die we al hebben… Het resultaat van al dat stapelen laat zich raden: leerkrachten krijgen steeds meer het gevoel dat hun programma, leerplan en methodes overladen, ja zelfs onhaalbaar worden. En daarvan zijn ook de leerlingen de dupe: hoe meer leerstof er moet worden behandeld, hoe minder leerlingen echt leren. Leraren hebben immers de tijd en ruimte niet meer om leerlingen tot echt begrip, diepgaande verwerking en creatieve toepassing van echt relevante kennis te brengen; ze hebben ook de ruimte niet meer om meer ondersteuning te bieden aan jongeren bij wie het leerproces minder vlot verloopt of meer uitdaging aan wie die nodig heeft. Kwantiteit nekt kwaliteit.
De tweede valkuil heet “door het bos de bomen niet meer zien”. Het huidige bos eindtermen wordt door veel leraren en directies als ondoorzichtig en weinig transparant ervaren. Het is onvoldoende duidelijk wat primeert. De meeste eindtermen zijn bovendien 25 jaar oud en werden geschreven voor digitalisering en globalisering ons leven drastisch hertekenden. De Vlaamse Onderwijsraad (VLOR) adviseerde de Vlaamse regering daarom om te streven naar een beperkte, eigentijdse set van kerndoelen rond de sleutelcompetenties die voor jongeren in de 21ste eeuw cruciaal zijn. Ook de 17.000 scholieren pleiten daar sterk voor. Zij willen primaire aandacht voor competenties die in de hedendaagse maatschappij onontbeerlijk zijn geworden: leren omgaan met sociale diversiteit en moderne technologie, creatief leren denken, leren omgaan met stress en verandering in een hyperactieve omgeving, hun eigen identiteit en talenten ontwikkelen… Eindtermen uitvaardigen is kleur bekennen. De scholieren vragen met aandrang dat de nieuwe eindtermen de kleuren aannemen van het echte, hedendaagse leven. Zij willen zinvol, eigentijds onderwijs. Ja, ze willen kennis opdoen, maar dan wel kennis die hen echt helpt om sterker in het leven van vandaag en morgen te staan.
De derde valkuil heeft te maken met de afdwingbaarheid van de eindtermen. Als eindtermen duidelijk aangeven welk minimumniveau elke leerling moet halen, dan kan dat leraren en directies aanjagen om in alle studierichtingen de lat voldoende hoog voor iedereen te blijven leggen. En dat is in bepaalde gevallen broodnodig. Bijvoorbeeld, van functionele geletterdheid (de vaardigheid om met geschreven en numerieke informatie om te gaan) toont onderzoek aan dat wie als 18-jarige niet een minimumniveau beheerst, meer kans maakt op werkloosheid. Voor dergelijke cruciale eindtermen is het aangewezen dat de overheid voldoende streng is in het bepalen van de minimumnorm en het controleren van scholen op het nastreven en bereiken ervan. Boven dat minimumniveau kunnen eindtermen uiteraard differentiatie qua verdieping en verbreding toelaten.
De allergrootste valkuil schuilt wellicht in de combinatie van de vorige drie: de regering stapelt zonder te kiezen en dwingt te weinig af. Dat is bijvoorbeeld mogelijk als het debat in parlement en regering over de actualisering van de eindtermen uitdraait op een kleurloos compromis waarbij de geit en de kool worden gespaard om iedereen een beetje tevreden te houden. Daar wordt uiteindelijk niemand beter van. De opdracht van scholen bestaat erin om aan alle jongeren maximale kansen te bieden om de beste versie van zichzelf te worden en goed voorbereid te zijn op het echte leven na het leerplichtonderwijs. Scholen worden in die opdracht sterk ondersteund als de overheid concreet omschrijft wat jongeren zeker op school moeten leren. Het valt dus maar te verhopen dat de Vlaamse parlements- en regeringsleden dit najaar evenveel voeling met de hedendaagse samenleving en evenveel lef vertonen als de Vlaamse Scholierenkoepel met de publicatie van hun erg volwassen Scholierenrapport.