Om nieuwkomers te helpen bij hun integratie in de Vlaamse samenleving, krijgen ze in een inburgeringstraject onder andere lessen Nederlands als tweede taal en maatschappelijke oriëntatie. De Vlaamse samenleving wordt echter steeds digitaler: de overheidsdiensten gaan “radicaal digitaal” en allerhande dienstverlening, communicatie en informatieverstrekking verloopt steeds meer via digitale applicaties. Veel van de nieuwkomers zijn laaggeletterd en hebben een relatief lage digitale geletterdheid: dat kan hun kansen op integratie en werk verkleinen. Het HIVA en Centrum voor Taal en Onderwijs (beide KU Leuven) gingen daarom in een onderzoek na in welke mate de digitale geletterdheid van nieuwkomers kan worden bevorderd binnen hun inburgeringstrajecten.
Dat kan, zo blijkt, en dan vooral als er rekening wordt gehouden met de volgende bevindingen en aanbevelingen:
- Stem ondersteuning rond digitale geletterdheid af op de persoonlijke noden van inburgeraars: “De” laaggeletterde bestaat niet, “de” inburgeraar ook niet. Wat inburgeraars al kunnen met digitale media, en wat ze ermee willen (of moeten) leren doen, verschilt erg sterk van persoon tot persoon. Algemene cursussen dreigen dus weinig zoden aan de dijk te zetten. Ondersteuning heeft meer effect als ze rechtstreeks aansluit bij de specifieke noden en behoeften van individuele inburgeraars, en vertrekt van toestellen en applicaties die de individuele inburgeraar al kent.
- Werk geïntegreerd, en bied praktijkgerichte ondersteuning in authentieke contexten: Tijdens het inburgeringstraject komt de nieuwkomer in tal van authentieke situaties terecht waarin digitale geletterdheid van toepassing is. Die situaties moeten maximaal gebruikt worden om tegelijkertijd de integratie en digitale geletterdheid van de nieuwkomer te bevorderen. Vanuit levensechte, concrete situaties als de weg zoeken, de bus leren nemen en werk zoeken kan de nieuwkomer leren om met de digitale tools te leren omgaan die daarvoor bruikbaar zijn. Dat werkt voor de nieuwkomer het meest motiverend.
- Gebruik de moedertaal van de nieuwkomer: Net zoals binnen de cursussen Maatschappelijke Oriëntatie kan de moedertaal van inburgeraars (of een internationale contacttaal) worden gebruikt om ICT-toepassingen toe te lichten of ondersteuning te bieden.
- Bouw toegankelijke en laagdrempelige ondersteuningsnetwerken uit: Binnen een inburgeringstraject is de tijd beperkt. Het is daarom van belang dat buiten dat traject ook andere ondersteuningsnetwerken voor nieuwkomers worden uitgebouwd. Een mooi voorbeeld zijn de Webpunten in Antwerpen. Het moet bij voorkeur gaan om punten waar de nieuwkomers elkaar makkelijk kunnen ontmoeten en waar ze hun digitale geletterdheid samen verder kunnen ontwikkelen. Ook gratis internet in openbare bibliotheken kan dit bijvoorbeeld bevorderen.
- Voorzie expert-ondersteuners: Heel wat digitale toepassingen zijn moeilijk voor laaggeletterde nieuwkomers. De nieuwkomers moeten voor praktische aspecten van digitale toepassingen (opstarten, wat doen bij vastlopen, foutmeldingen) en inhoudelijke begeleiding kunnen rekenen op een lesgever of vrijwilliger die hen wegwijs maakt, helpt bij problemen, demonstreert, feedback geeft, en dergelijke. Gemeentelijke overheden moeten hier hun verantwoordelijkheid opnemen. Zo stelde de stad Antwerpen een expert e-inclusie aan die lesgevers NT2 en Maatschappelijke Oriëntatie coaching geeft rond de digitale geletterdheidsnoden van nieuwkomers.
- Het moet van twee kanten komen: De ervaringen van laaggeletterde nieuwkomers tonen dat heel wat digitale toepassingen nodeloos complex worden gemaakt. Zo moet een gebruiker zich voor veel toepassingen eerst registreren met een e-mailadres en een paswoord. Dat vormt op zich al een mogelijke drempel voor laaggeletterden. Makkelijkere alternatieven om in te loggen (bv. via telefoonnummer, profiel op sociale media of WhatsApp) moeten overwogen worden. Jobsites bevatten vaak overvloedig veel informatie en te weinig richtingaanwijzers; andere sites gebruiken onnodig moeilijke taal of hebben een complexe interface. Met andere woorden, ook de ontvangende maatschappij moet haar steentje bijdragen tot een vlot gebruik van haar digitale toepassingen.
- Creëer veilige oefenomgevingen: Er zouden meer oefensites moeten komen waarop nieuwkomers en laaggeletterden veilig kunnen oefenen. Die zouden maximaal op de echte sites moeten lijken. Een interessant idee is een “digitale stad in de school” op te richten waarbij de nieuwkomers kunnen oefenen op simulaties van de sites als die van de Lijn en de NMBS of van parkeer- en betaalautomaten.
Meer lezen?