Het verschil tussen een luistertest en een luisterles

Herkent u de volgende situatie uit uw eigen schooltijd: de leerlingen moeten tijdens de les Engels, Frans, Duits of Nederlands luisteren naar een audiofragment en moeten er daarna vraagjes over beantwoorden. De antwoorden worden klassikaal behandeld.

Wat bedoeld is als luisterles (dus een stimulans om de luister- en taalvaardigheid van leerlingen te bevorderen) is volgens experts zoals John Field en Larry Vandergrift eerder een luistertest.  Voor veel leerlingen bovendien een nachtmerrie als het fragment moeilijk is en snel wordt uitgesproken, voor leerkrachten een groot vraagteken omdat ze niet echt zeker zijn of dit veel oplevert. Het beschikbare onderzoek (recent samengebracht in de reviewstudie van Vanbuel e.a) toont aan dat het effect van luisteractiviteiten gevoelig kan toenemen als de luistertest wordt omgebogen in een les waarin meer aandacht gaat naar het luisterproces, en de volgende maatregelen (al dan niet in combinatie) worden toegepast:

  1. Start met een interessante vraag rond een onderwerp dat de leerlingen boeit, en roep hun voorkennis op. Laat hen tijdens deze inleidende fase relevante ideeën en woordenschat oproepen, en sta eventueel expliciet stil bij de betekenis van woorden die een cruciale rol zullen spelen in het luisterfragment.
  2. Oriënteer de leerlingen vanuit die inleiding op het concrete luisterdoel en overloop desgevallend al de vragen die de leerlingen zullen moeten beantwoorden. Laat leerlingen eventueel voorspellen wat ze te horen zullen krijgen of wat mogelijke antwoorden op de vragen kunnen zijn. Maak sowieso duidelijk of de leerlingen globaal moeten luisteren, dan wel op zoek moeten gaan naar welbepaalde detailinformatie. Leerlingen lopen namelijk sneller verloren in een audiofragment (en panikeren daardoor sneller) als ze geen duidelijk luisterdoel hebben. Bovendien is het bijna onmogelijk om bepaalde luisterstrategieën te selecteren als je niet weet wat je doel is.
  3. Laat leerlingen minstens tweemaal naar het fragment luisteren. Laat hen na de eerste luisterronde eerst in kleine groepjes hun antwoorden uitwisselen, en doe dat dan in grote groep. Verzamel de antwoorden, de vragen die openblijven en de vragen die tegenstrijdige antwoorden opleveren. Bevestig wat al goed beantwoord werd en sta eventueel stil bij kernwoorden of kernzinnen waarin dit duidelijk werd gemaakt. Laat leerlingen een tweede maal luisteren om de openstaande vragen en discussiepunten aan te pakken. Baken dus de nieuwe of resterende doelen af (op welke punten moeten we nu nog extra letten)? Laat leerlingen na de tweede beluistering opnieuw eerst in duo’s samenwerken en bespreek dan de resterende vragen klassikaal, waarbij je teruggrijpt naar de tekst als bron om de juiste antwoorden te staven. Toon aan de hand van de tekst aan waarom afwijkende antwoorden niet helemaal juist waren.
  4. Bied bij een tweede beluistering van een moeilijk fragment eventueel ondertitels aan die de leerlingen kunnen helpen om de geluidsstroom te segmenteren. Dit kan uiteraard ook na de tweede beluistering als blijkt dat de leerlingen met bepaalde stukjes informatie of bepaalde vragen blijven worstelen. Gebruik eventueel een geschreven versie van de luistertekst om stil te staan bij bepaalde moeilijke woorden, verbanden in de tekst, signaalwoorden, lastige passages….
  5. Als je leerlingen wil leren notities nemen bij geluidsfragmenten, is het van belang dat ze op voorhand goed op de hoogte zijn van het luisterdoel (want anders denken sommigen dat ze alles moeten noteren!). Las tijdens het beluisteren regelmatig pauzes in. Laat voorbeelden (modellen) van goede notities bij bepaalde luisterfragmenten zien, of laat leerlingen hun notities met mekaar vergelijken en samen bepalen welke notities (gezien de opdracht) de beste waren. Oefen dit regelmatig.
  6. Contextuele ondersteuning kan ook helpen, bijvoorbeeld in de vorm van afbeeldingen of beelden die het geluidsfragment vergezellen. Onderzoek toont echter aan dat beelden die te sterk afwijken van de gesproken tekst luisterbegrip eerder verminderen dan vergroten.
  7. Maak gebruik van moderne technologie en actuele fragmenten om de luistermotivatie van leerlingen te verhogen. Gebruik die technologie ook om leerlingen controle te geven over de apparatuur en het luisterfragment. Laat hen zelf (alleen of in duo’s) bepalen of ze moeten terugspoelen en bepaalde stukken terug beluisteren om de luisterdoelen te halen. Geef hen hierbij de opdracht om zelf te evalueren wanneer ze denken dat ze de luistertaak goed hebben uitgevoerd. Geef hen feedback op hun product (antwoorden op de vragen) en proces (manier van werken). Doe desgevallend voor hoe je dit zelf zou aanpakken, of laat leerlingen die dit goed kunnen hardop uitleggen of demonstreren wat ze doen.
  8. Probeer leerlingen te laten kennismaken met programma’s en websites die ze buiten de school ook kunnen raadplegen om hun luistervaardigheid in een bepaalde taal op te krikken. Ga humoristische fragmenten niet uit de weg. Met welgekozen fragmenten en interessante, uitdagende taken worden luisterlessen big fun in plaats van angstaanjagende nachtmerries……

 

Meer lezen?

 

Vanbuel, M., Boderé, A., & Van den Branden, K (2017). Helpen talenbeleid en talenscreening taalgrenzen verleggen? Een reviewstudie naar effectieve taalstimuleringsmaatregelen. Leuven: Steunpunt SONO.

Een gedachte over “Het verschil tussen een luistertest en een luisterles

  1. Pingback: Het inoefenen van luistervaardigheid in het ICT-lokaal oftewel een e-leeropdracht | Stefanie blogt

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s