Vakdoorbrekend werken creëert meer samenhang tussen leerinhouden en -doelen, meer ruimte voor het oplossen van levensechte problemen en meer kansen tot verdieping van eigentijdse kennis, inzichten en vaardigheden vanuit realistische uitdagingen. Maar hoe integreer je vakdoorbrekend werken in een vakgericht lessenrooster? De onderstaande modellen bieden niet alleen inspiratie, ze worden door steeds meer secundaire scholen uitgeprobeerd. Bovendien sluiten ze elkaar niet uit; integendeel, ze kunnen vlot gecombineerd worden.
1 Het complementair model
In het complementair model worden de meeste uren gegeven in aparte vakken, maar worden ook een aantal uren per week besteed aan vakoverstijgende projecten waarin diverse inhouden en competenties (van verschillende vakken) in samenhang bijeenkomen.
Voorbeeld: Een aantal Vlaamse secundaire scholen geven in de eerste graad 27 lesuren onderwijs in aparte vakken en besteden daarnaast een aantal uren van de complementaire ruimte aan vakoverstijgende projecten waarin diverse 21ste-eeuwse sleutelcompetenties en vakinhouden in onderlinge samenhang bijeenkomen.
2 Het KLIK-model
In dit model klikken leerkrachten van verschillende vakken de inhoud van één (of meerdere) van hun lessen vast aan de lessen van een ander vak die in dezelfde periode worden gegeven. De leraren geven op die manier eigenlijk les rond eenzelfde thema, zodat er veel meer samenhang tussen hun respectieve lesinhouden ontstaat.
Voorbeeld: Tijdens de les Engels lezen en bespreken de leerlingen een fragment uit een autobiografische roman van een migrant. Twee uur later bestuderen dezelfde leerlingen tijdens de les aardrijkskunde migratiegolven op wereldwijde schaal. Nog twee uur later debatteren de leerlingen tijdens de les Nederlands over de opvang van vluchtelingen in Europa.
3 Het infusiemodel
In dit model injecteert een leerkracht inhouden of doelstellingen van een ander vak in haar eigen vakonderwijs.
Voorbeelden: De leraar Nederlands bouwt een les begrijpend lezen op rond teksten die met consumentengedrag of klimaatopwarming hebben te maken. Een leraar technologische opvoeding gebruikt bij studentenpresentaties dezelfde criteria ter beoordeling als de taalleraren. De studenten kunnen debatvaardigheden die ze tijdens Nederlands leerden toepassen bij een debat tijdens de les geschiedenis. De CLIL-leraar geeft economie in het Engels. Tijdens praktijkstages worden waarden en vaardigheden die in PAV expliciet aan bod kwamen (zoals stiptheid en beleefdheid) intensief ingeoefend.
4 Het teamteaching model
Dit model lijkt op het KLIK-model, in de zin dat een aantal leraren de inhoud van hun lessen op elkaar hebben afgestemd, maar ze staan daadwerkelijk samen in de klas, wat meer mogelijkheden geeft voor het dynamisch in elkaar schuiven van inhouden en doelen.
Voorbeeld: De leerlingen creëren een regenboog op basis van een Engelse tekst van Richard Dawkins (over hoe een regenboog ontstaat), en dat doen ze in onder begeleiding van de leraren Engels en Natuurwetenschappen.
5 Projectgebaseerd onderwijs
In dit model wordt het grootste gedeelte van de tijd gewerkt vanuit holistische projecten waarin leerlingen kennis, vaardigheden en attitudes van diverse disciplines geïntegreerd inzetten en ontwikkelen. Het vakkenonderwijs dient ter ondersteuning en uitdieping.
Voorbeeld: Een secundaire school werkt in de eerste graad enkel nog met wiskunde en de taalvakken (als vak) en realiseert alle andere leerplandoelstellingen via projectgebaseerd werken.
6 Het open-ruimte-model
Dit model geeft letterlijk en figuurlijk open ruimte aan de leerlingen. De leerlingen werken in een grote ruimte (bv. open-leercentrum, leerhal) aan opdrachten van diverse vakken of vakoverstijgende projecten. De leerlingen bepalen grotendeels zelf wanneer ze aan welke opdracht werken. Er lopen meerdere leerkrachten rond om te ondersteunen.
Voorbeeld: Een secundaire school creëert in de derde graad een open ruimte voor het talenonderwijs. De leerlingen werken er aan opdrachten voor diverse talen. Dat schept soms de mogelijkheid om klachtenbrieven in drie verschillende talen te behandelen en te vergelijken omdat verschillende leerlingen die die opdracht voor verschillende talen uitvoeren zich in dezelfde ruimte bevinden.
Heb je voorbeelden van scholen -bij voorkeur in Oost-Vlaanderen – die een van bovenstaande modellen gebruiken of er interesse voor hebben ? Vriendelijke groeten, Sofie Goethals
Dag Sofie
Voor voorbeelden van scholen kan je mijn blogbericht over vernieuwing die niet is te stoppen lezen. Voorbeelden van scholen die in hun eerste graad experimenteren met vakoverstijgende projecten zijn o.a. Immaculata Brugge en OLVC Zottegem.
Hier een ander voorbeeld,
Edugo campus Lochristi is een voorbeeld van een school die sinds kort werkt met het open-ruimte model voor 1B leerlingen.