In John Hattie’s update van Visible Learning staat Collective Teacher Efficacy (CTE) ondertussen op nummer 1: het heeft bijzonder sterke effecten op de ontwikkeling en prestaties van leerlingen. Hattie baseert zich hierbij vooral op de meta-analyse van Rachel Eels. Daarin wordt CTE gedefinieerd als het gezamenlijke geloof van een schoolteam om positieve resultaten te behalen met de leerlingen.
“… the effect sizes from this study can confidently be considered strong. The beliefs that teachers hold about the ability of the school as a whole to promote positive outcomes were predictive of positive learning outcomes for their students.”(Eels, 2011, p. 130)
Teams die gezamenlijk geloven dat ze de leerprocessen van alle leerlingen kunnen vooruitstuwen door goed onderwijs te geven, investeren veel positieve energie in hun onderwijs, leggen de lat hoog voor de leerlingen, houden vol als het moeilijk gaat en inspireren elkaar om die hoge verwachtingen te halen. Het is een idee dat ook al in het werk van Bandura was te vinden:
“People’s beliefs in their collective efficacy influence the type of futures they seek to achieve; how well they use their resources; how much effort they put into their group endeavor; their staying power when collective efforts fail to produce quick results or meet forcible opposition; and their vulnerability to discouragement” (Bandura, 1998, p 65).
In haar boek benadrukt Jenni Donohoo dat leerkrachten hun hoge verwachtingen niet alleen aan elkaar, maar ook aan hun leerlingen doorgeven: het is een positief besmettelijk virus. Verder stelt ze in haar onderzoek vast dat leerkrachtenteams met hoge CTE samen op zoek gaan naar werkzame methodes en werkvormen en zich samen afvragen hoe ze best extra ondersteuning geven aan de leerlingen die dat nodig hebben.
Hattie benadrukt dan weer dat de relatie tussen CTE en leerwinst wederzijds is. Als het team merkt dat leerlingen dankzij hun gezamenlijke inspanningen vooruitgaan, dan versterkt dat het collectieve geloof van schoolteams dat ze wel degelijk een positief verschil kunnen maken. CTE bevordert leerwinst, en leerwinst bevordert CTE. Zo ontstaat een positieve spiraal die op termijn voor magische effecten zorgt.
Volgens Jenni Donohoo kunnen directies heel wat maatregelen nemen om de CTE van een team te bevorderen. Cruciaal is dat ze alle leerkrachten actief betrekken in het schoolbeleid rond kwaliteitszorg, zodat ze samen een hoopvolle, ambitieuze visie kunnen ontwikkelen. Eels benadrukt in verband overigens dat in teams een beperkt aantal leerkrachten met lage verwachtingen soms een erg sterke invloed op het algehele groepsgevoel kunnen uitoefenen, en dat het erg belangrijk om dat te counteren met positieve uitdagingen en hoge verwachtingen. Donohoo pleit ook voor leraren die teamteachen, met elkaar lessen voorbereiden, bij elkaar gaan observeren, zodat ze samen kunnen onderzoeken wat er goed werkt en al doende van elkaar kunnen leren. Essentieel is ook dat schoolteams leerlingen die het moeilijk hebben, intensiever ondersteunen zodat die kleine stapjes vooruit kunnen zetten en leerwinst zichtbaar wordt. Ten slotte pleit Donohoo ook voor intensieve inspanningen van directies (en de overheid) om ervoor te zorgen dat leerkrachten zich maximaal op hun kerntaak kunnen concentreren: leerprocessen van leerlingen vooruitstuwen!
Meer lezen?
Donohoo, J. (2017). Collective efficacy: How educators’ beliefs impact student learning. Thousand Oaks, CA: Corwin.
Eels, R. (2011). Meta-Analysis of the Relationship Between Collective Teacher Efficacy and Student Achievement. Doctoral dissertation Loyola University Chicago.
Goddard, R., Hoy, W., & Woolfolk Hoy, A. (2004). Collective efficacy beliefs: Theoretical developments, empirical evidence, and future directions. American Educational Research Association, 33(3), 3-13.
https://visible-learning.org/2018/03/collective-teacher-efficacy-hattie/
Dit is op X, Y of Einstein? herblogden reageerde:
Hier in Vlaanderen publiceerde Leuvense onderzoekers ook een zeer boeiende studie over collective teacher efficacy (CTE) in ons onderwijs.
Een belangrijk inzicht uit deze studie is dat er een sterke link tussen de SES van de populatie in school is en CTE.
Referentie:
Belfi, B., Gielen, S., De Fraine, B., Verschueren, K., & Meredith, C. (2015). School-based social capital: The missing link between schools’ socioeconomic composition and collective teacher efficacy. Teaching and Teacher education, 45, 33-44.
Voor het ontstaan van groepseffecten op individuele ontwikkeling en prestaties van leerlingen zijn verschillende verklaringen gegeven, zoals de normatieve referentiegroeptheorie (Merton,1957) waarin groepseffecten worden beschouwd als individuele aanpassingen van gedrag aan de normen van de groep, de comparatieve referentiegroeptheorie (Davis,”The Campus as a Frog Pond”,1966) waarin individueel gedrag het resultaat is van vergelijkingsprocessen binnen de referentiegroep, de aanstekingstheorie (Przeworski 1974) waarin gedrag aanstekelijk werkt en groepseffecten afhankelijk zijn van de kans om binnen een groep met bepaald gedrag in aanraking te komen, de door De Vos (De Vos 1986) ontwikkelde variant op de nutstheorie, waarin actoren in een interactiesysteem kiezen voor gedragsalternatieven waarvan het hoogste nut wordt verwacht en groepseffecten afhankelijk zijn van de in dit interactiesysteem gekozen standaard. We hebben bij CTE als ‘groepseffect’ niet alleen te maken met verschillende en tegenstrijdige verklaringen, we hebben ook onderzoekstechnische problemen die te maken hebben met de analyse van gegevens die betrekking hebben op verschillende empirische niveaus: het niveau van de leerling, de klas, het team, de school. De decompositie van waargenomen effecten naar individuele en contextuele of structurele factoren is niet eenvoudig. Vraag: welke verklaring is het meest toepasselijk op “Hattie’s nummer 1”?