Vakdidactiek Nederlands niet-thuistaal in de lerarenopleiding: een must én een winner?

Binnen de hervormde lerarenopleidingen (educatieve masters en bachelors) is ‘Nederlands niet-thuistaal’ (NNT) een volwaardige vakdidactiek geworden. De interesse blijkt bijzonder groot: aan de educatieve master talen van de KU Leuven is het meteen de taaldidactiek met de meeste studenten. Het merendeel van die studenten neemt NNT op als een derde, bijkomende vakdidactiek om zo hun tewerkstellingskansen in het onderwijsveld te vergroten. Het succes is zeer welkom, want zowel in het Vlaams OKAN-onderwijs (anderstalige nieuwkomers) als in het volwassenenonderwijs NT2 is de nood aan deskundige lesgevers bijzonder hoog. Het beschikbare onderzoek naar de kwaliteit van het Vlaams OKAN-onderwijs (Van Avermaet e.a., 2017) en de inspectierapporten rond het rendement en de kwaliteit van het NT2-onderwijs voor volwassenen (Schuurmans & Steverlynck, 2008; De Niel e.a., 2016) zijn immers niet mals: we hebben meer deskundige leraren met een specifieke expertise op het vlak van Nederlands niet-thuistaal nodig die de volgende uitdagingen kunnen aangaan:

  • Het NT2-onderwijs voor volwassenen (dus ook het NT2-onderwijs in het kader van de weldra betalende inburgeringstrajecten) moet volgens de inspectie behoeftegerichter. Volwassen NT2-leerders verschillen qua behoeftepatronen: terwijl sommigen het Nederlands vooral willen leren om het op de werkvloer te gebruiken, zijn er andere volwassenen die Nederlands vooral willen leren om te studeren, de schoolloopbaan van hun kinderen te volgen of te kunnen communiceren met officiële instanties. Dat vereist een maatwerkgerichte aanpak in de NT2-klas. Binnen een vakdidactiek NNT kunnen studenten kennismaken met slimme werkvormen, technieken en materialen (zoals “Maatwerkhoeken”) die behoeftegericht onderwijs in élke NT2-klas mogelijk maken.
  • Het OKAN-onderwijs moet uitdagender: Het ontnuchterende eindrapport van het OKANS-onderzoek (Van Avermaet e.a., 2017) toont aan dat de taalstimulering in de OKAN-klas voor te veel leerlingen blijft hangen in een pril basisniveau. Het taalaanbod moet voldoende rijk en uitdagend zijn, systematisch net boven het huidige niveau van de leerlingen liggen en voldoende aansluiten bij het soort taalaanbod dat zij in het echte leven en in het reguliere onderwijs zullen tegenkomen. Evenzeer moeten OKAN-klassen en NT2-cursussen de NT2-leerders voldoende kansen geven om volwaardige output te produceren en qua spreekkansen verder te gaan dan de invuloefeningetjes in het handboek.
  • NNT-onderwijs vereist slimme, onderzoeksgebaseerde synergieën tussen kennis en vaardigheden: Er is veel empirisch onderzoek in het domein van de toegepaste taalkunde over het effect van grammatica-onderwijs op tweedetaalverwerving. Dat effect blijkt sterk afhankelijk van de mate van geschooldheid van de NT2-leerder (laaggeschoolden in de basiseducatie profiteren er bijvoorbeeld veel minder van dan hooggeschoolde studenten aan een universitair talencentrum), niveau (grammatica-onderwijs werkt minder goed voor beginners dan voor gevorderden), de aard van de behandelde grammaticaregel (betere effecten voor goed beregelde taalpatronen dan voor regels met veel uitzonderingen), en de link die gelegd wordt tussen de grammatica-uitleg en de uitvoering van communicatieve taaltaken. NNT-leerkrachten zijn dus idealiter deskundigen die hun kennisonderwijs kunnen plooien naar die onderzoeksbevindingen.
  • NNT-onderwijs legt slimme verbindingen tussen de klas en de wereld daarbuiten: De finaliteit van de NT2-klas ligt buiten die klas. Voor OKAN-leerlingen moet bewust toegewerkt worden naar taalstimulering in functie van doorstroom in het secundair onderwijs, voor volwassen NT2-leerders gaat het om de taalvaardigheid die hen in staat stelt om in het echte leven te functioneren in situaties die het begrip en het gebruik van authentieke Nederlandstalige boodschappen vereist. Van Avermaet e.a. (2017) pleiten in hun rapport voor het bevorderen van contacten tussen anderstalige nieuwkomers en de “reguliere” leerlingen in de school, zodat de OKAN-ners die rijke bron van taalvoeding en interactie kunnen aanboren en zich ook sneller kunnen integreren in de brede schoolgemeenschap. De inspectie pleit in het volwassenenonderwijs voor de integratie van veel meer buitenschoolse opdrachten, uitstappen, taalstages, en levensechte interacties in de cursus. Ook de integratie van moderne technologie (met websites als Nedbox) kan helpen om authentiek taalaanbod in de klas te halen.
  • NNT-leraren zijn meesters in het differentiëren en het omgaan met diversiteit: Er zijn weinig klassen in Vlaanderen die nog heterogener zijn dan OKAN-klassen en NT2-klassen: heterogeen op het vlak van etnisch-culturele herkomst van de leerders, hun taalniveau, hun interesses en behoeften, hun schoolse achtergrond, hun motivatie…. NNT-leraren moeten dus de expertise opbouwen om te differentiëren qua ondersteuning, feedback, werkvormen en inhouden om ervoor te zorgen dat elke leerling maximaal wordt gestimuleerd om de eigen grenzen te verleggen.
  • NNT-onderwijs maakt gebruik van valide, transparante, betrouwbare, brede evaluatie die zowel formatief als summatief van aard is. Net zoals elke andere leerkracht is de NNT-lesgever iemand die niet alleen summatief evalueert, maar ook (en vooral) formatieve evaluatie gebruikt om leerlingen van voedende, gepersonaliseerde feedback te voorzien. Hij gidst leerders om zichzelf en andere medeleerders te evalueren aan de hand van transparante criteria, en daardoor meer zelfsturing te kunnen geven aan hun leerproces.

Is vakdidactiek NNT in de lerarenopleiding een must? Zeker en vast! Is het ook een winner? Dat zal afhangen van de mate waarin alle lerarenopleidingen erin slagen om hun studenten onderzoeksgebaseerde inzichten te laten opdoen rond (onder andere) bovenstaande uitdagingen en hen ook ondersteunen in het omzetten van al die inzichten in krachtige (klas- en daarbuiten) praktijken.

Referenties

De Niel, H., Devlieger, M., Lambrechts, D., Mertens, E., Meulewaeter, M., Steverlynck, C., & Van Nooten, M. (2016). Op(-)maat. Een onderzoek naar de behoeftedekkendheid en de behoeftegerichtheid van het NT2-aanbod in Vlaanderen. Brussel: Onderwijsinspectie van de Vlaamse Overheid.

Schuurmans, I., & Steverlynck, C. (2008). ‘Professioneel geprofileerd?’ Een rendementstudie van het NT2-aanbod binnen CVO met inbegrip van een evaluatie van de opleidingsprofielen. Brussel: Onderwijsinspectie van de Vlaamse overheid.

Van Avermaet, P., Derluyn, I., De Maeyer, S., Vandommele, G., & Van Gorp, K. (2017). Cartografie en analyse van het onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers en OKAN-leerlingen. Gent: Steunpunt Diversiteit en Leren.

 

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s