Tijdens de voorbije decennia maakte STEM in het onderwijs een steile opgang: heuse wervingscampagnes werden opgezet, STEM-richtingen opgericht, buitenschoolse workshops en ateliers aangeboden… Met veel enthousiasme wakkeren we bij jongens en meisjes de interesse in technologische, technische, wetenschappelijke en wiskundige opleidingen en loopbanen aan en investeren we in de ontwikkeling van de desbetreffende competenties. De interesses van leerlingen en die van de afnemende maatschappij versmelten in elkaar en creëren vermeende win-win-situaties die voor de betrokken partijen culmineren in research, development en profit .
Maar, leidt STEM ook tot Bildung? Laten we, in al ons technologisch/wetenschappelijk geijver, onze leerlingen ook voldoende stilstaan bij de ecologische, culturele, organisatorische, sociale en individuele impact van hun STEM-activiteiten? Laten we hen bij het ontwerpen van een nieuw technologisch snufje ook reflecteren, zich kritisch informeren en communiceren over de maatschappelijke waarde ervan? Laten we hen expliciteren voor wie een technologische innovatie echt meerwaarde in het leven creëert, en voor wie bedreiging? Laten we hen systematisch nadenken over de vraag of moderne technologie en wetenschappelijke vooruitgang onszelf als mens, consument, lid van een gemeenschap… verandert? Zetten we hen aan om oogverblindende technologische uitvindingen van een ecologische duurzaamheidstoets te voorzien? Of zadelt ons STEM-onderwijs onze leerlingen op, zonder dat we dat willen, weten en wensen, met hoogtechnologische oogkleppen?
En, benutten we onze motiverende, uitdagende STEM-activiteiten ook voldoende om leerlingen andere cruciale competenties (zoals communicatieve vaardigheden, creatief denken, zelfregulatie-vaardigheden, burgerschapscompetenties….) te doen verwerven? Zijn we er ons van bewust dat de integratie van die andere cruciale competenties de kwaliteit van de STEM-activiteiten gevoelig kunnen verhogen? Geven we naar aanleiding van een technologische activiteit over zelfrijdende auto’s, zonne-energie of humanoïde robotten leerlingen kansen om zich kritisch te informeren en te debatteren, en op die manier hun informatieverwerkingsvaardigheden, leercompetenties en communicatievaardigheden op een relevante, uitdagende, inhoudelijk interessante manier uit te breiden? Zorgen we ervoor dat onze leerlingen diepgaande kennis kunnen opbouwen over de mechanismen en processen die aan de grondslag liggen van technologische tools, zodat ze leren denken als kritische en maatschappelijke betrokken ingenieurs en wetenschappers?
Wordt de stem van STEM gesmoord in het technologielokaal? Of staan de deuren tussen klassen, vakken, competenties, leerjaren, en tussen school en buitenwereld wijd open, zodat leerlingen de wereld van wetenschappen en technologie doorgronden door de impact van technologie in de échte wereld te analyseren en bespreken?
Leerlingen van het zesde jaar van het Sint-Lodewijkscollege in Brugge gaan tijdens de les aardrijkskunde aan de slag met de digitale tool “Een fietsSTEM voor scholen” (De Standaard, 18 november 2019). Met deze tool brengen de leerlingen hun fietsroute van thuis naar school in kaart en beoordelen de veiligheid ervan. Ze brengen ook de fietsinfrastructuur in diezelfde omgeving digitaal in kaart: een fraai lessenpakket ontwikkeld door het Instituut voor Duurzame Mobiliteit, dat hopelijk aanleiding geeft tot debatten op school over mobiliteit rond schoolomgevingen, tot open communicatie tussen de leerlingen en de gemeente, en zo tot een uitgelezen kans voor de leerlingen om hun burgerschapscompetenties en taalcompetenties te ontwikkelen. Zo krijgt STEM-onderwijs letterlijk en figuurlijk een stem en een menselijk gezicht. Zo vormt STEM-onderwijs een onlosmakelijk onderdeel van een holistich ECOSI-STEM, binnen en buiten de school.
Dit is op X, Y of Einstein? herblogd.
Pingback: hoe STEM een stem krijgt en een menselijk gezicht (@krisvdbranden) #duurzaamonderwijs #burgerwetenschap #fietsbarometer | The Sausage Machine