Het lerarenberoep aantrekkelijker maken? Focus op de essentie!

Ross Morrison McGill is in de Britse onderwijswereld een ster. Vooral dan onder leraren, want zij zien hem als iemand die de stem van de leraar scherp en krachtig verkondigt. Hij stond zelf jarenlang in het onderwijs en nu is de meest gevolgde onderwijsexpert op de sociale media in Groot-Brittanië. Ik hoorde hem in januari bezig op de BETT-conferentie in Londen en las ondertussen zijn boek “Just Great Teaching”. Die titel spreekt letterlijk boekdelen: wie het lerarenberoep wil opwaarderen, moet de leraar vooral de kans, ruimte en autonomie geven om zich bezig te houden met de kern van het beroep (en datgene waar leraren de meeste beroepstevredenheid uit halen): lesgeven aan jonge mensen.

McGill pleit daarom onomwonden voor het afbouwen van alle nutteloze administratie die het lerarenberoep teisteren. Zo houdt hij niet van ellenlange lesvoorbereidingen die meer afturflijsten zijn geworden dan werkinstrumenten. Hij vindt overigens dat leraren zich qua lesvoorbereidingen meer zouden moeten bezighouden met het middellange en lange-termijnperspectief in plaats van de lesvoorbereiding voor de “les van morgen”: leraren moeten samen overleg voeren over hoe ze de cruciale inhouden en doelstellingen van hun vak over een trimester, een schooljaar, en vooral over opeenvolgende schooljaren aan bod laten komen en in een cyclisch opgaande leer- en onderwijslijn uitzetten.

McGill pleit ook voor een omslag in het evaluatiesysteem. “Marking and grading” is het aspect van de job dat Britse leraren de meeste administratieve overlast, stress en overuren bezorgt, vooral omdat de vele toetsen die worden afgenomen van leerlingen niet alleen allemaal van punten (voor het rapport) moeten worden voorzien, maar omdat die punten steeds vaker in allerlei digitale databestanden moeten worden ingevoerd.  McGill is niet tegen toetsen en punten, maar pleit voor een betere balans tussen toetsen op punten en assessment met verbale feedback. Dat laatste moet volgens hem de ruggengraat van de evaluatie- en feedbackcultuur van een school worden: op dagelijkse basis moeten leraren leerlingen veelvuldig voorzien van voedende feedback op basis van transparante criteria. Dat kan perfect ingebed worden in het gewone lesverloop, naar aanleiding van de taken die leerlingen uitvoeren en de onderwijsleergesprekken die leraren en leerlingen samen voeren.

De klassieke nascholing brengt volgens McGill te weinig op. Niet dat pedagogische studiedagen waarbij een expert een lezing geeft moeten afgeschaft worden (want leraren moeten zich goed kunnen informeren over onderzoek naar effectief onderwijs), maar alle nascholing moet een duidelijke link met de klaspraktijk hebben. In dit verband pleit hij onder andere voor het vervangen van één pedagogische studiedag van 3 uur door 6 sessies van een halfuur, die verspreid over het schooljaar op de school plaatsvinden en waarbij leraren hun succesvolle lesideeën aan elkaar doorgeven.

McGill pleit ook voor het intensief ondersteunen van beginnende leerkrachten en het structureel inbouwen van collegiaal overleg in de opdracht van elke leraar. In een tijd waarin leerkrachten steeds meer zorg moeten besteden aan leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en het curriculum wordt hernieuwd in het licht van de 21ste-eeuwse sleutelcompetenties, is het essentieel dat leraren ruimte krijgen om elkaar te ondersteunen, te teamteachen, bij elkaar te gaan observeren, en overleg te voeren zonder dat dat aangevoeld wordt als iets wat bovenop de kerntaak komt. Samen leren en professionaliseren is voor een leraar van de 21ste eeuw een kerntaak.

McGill is een grote voorstander van het verlenen van veel autonomie en vertrouwen aan lerarenteams (zo neem je hun expertise au sérieux); dit impliceert echter dat schoolteams voldoende ruimte, tijd en mankracht hebben om een professioneel kwaliteitszorgbeleid te voeren en de kwaliteit van hun onderwijs zelf te monitoren en te verhogen. Daar moeten dan ook de nodige middelen in geïnvesteerd worden.

De kern van schoolbeleid en onderwijsbeleid is dus deze: “making sure that teachers are only doing the things that will make a real difference to students and that they are doing these things in the most efficient ways possible” (p. 86).

Meer lezen?

McGill, R. (2019). Just great teaching. How to tackle the top ten issues in UK classrooms. London: Bloomsbury Education.

Meet Ross Morrison McGill

 

 

 

 

 

3 gedachten over “Het lerarenberoep aantrekkelijker maken? Focus op de essentie!

  1. Ik vermoed dat er intussen minstens evenveel onderwijsexperten, pedagogisch begeleiders, pedagogische medewerkers, nascholers, aanvangsbegeleiders, mentorcoaches, zorgcoördinatoren, beleidsondersteuners, .. zijn als leerkrachten die nog in een klas staan. Eén dingen hebben ze gemeen: de lerarenopleiding. En toen ging de helft op de vlucht.
    Als groep één toch zo graag aan groep twee wil vertellen hoe de onderwijskwaliteit versterkt kan worden, moeten ze misschien samen klas maken van half negen tot vier in plaats van wat info rond te strooien op vergaderingen of studiedagen.
    Ik denk dat leerkrachten zich op slag een pak gewaardeerder voelen 😀

    • Interessant en actueel artikel..
      Ik ben het in grote lijnen eens met McGill. Ik heb wel een opmerking t.a.v. de tweede alinea. Hij maakt daar helaas geen onderscheid tussen de zittende leraar en de leraar in opleiding.
      De leraar in opleiding moet het lesvoorbereiden nog leren en dat moet zeer zorgvuldig gebeuren. En dan geldt voor elke les een lesvoorbereiding. Pas wanneer hij dat goed beheerst en dat is in de regel bij het beginnend leraarschap gaat hij geleidelijk aan zijn eigen stijl (met uiteraard alle essentiële componenten van een onderwijsleerproces) ontwikkelen. Dit geschiedt bijna automatisch en dan krijg je dat hij grote delen van de leerstof voorbereidt, die hij dan in aantal lessen verzorgt en niet per se voor elke les een lesvoorbereiding.
      Verder een prima stuk dat ik inmiddels bij mijn artikelen aangaande het didactisch handelen heb opgeslagen.

Plaats een reactie