Een paar weken geleden verscheen in de media het bericht dat Katholiek Onderwijs Vlaanderen van het vak “Aardrijkskunde” een “klimaatvak” maakt. Manuel Sintubin (KU Leuven) werkte mee aan een nieuw leerplan waarin dat plan concreet vorm krijgt. Op het eerste gezicht lijkt dit een hele omwenteling, die in de lijn ligt van andere initiatieven om 21ste-eeuwse sleutelcompetenties en de actualiteit sterker te integreren in de vorming van jonge mensen. Ik stelde Manuel Sintubin een aantal vragen over dit initiatief en ben hem erg dankbaar dat hij ze wou beantwoorden.
Waarom is het volgens u een goed idee dat aardrijkskunde een klimaatvak zou worden?
Manuel Sintubin: Omdat Aardrijkskunde altijd al het “klimaatvak” geweest is. Toen naar aanleiding van de klimaatmarsen gepleit werd voor het invoeren van een “klimaatvak” in het secundair onderwijs, hebben vele aardrijkskundeleraren de wenkbrauwen gefronst. Aardrijkskunde “wordt” geen klimaatvak, Aardrijkskunde is altijd een klimaatvak geweest. En door dat nog eens duidelijk te maken voor de buitenwereld, zetten we de puntjes op de i.
Hoe ziet u de opbouw van dit nieuwe vak tijdens de opeenvolgende leerjaren?
Manuel Sintubin: Voor alle duidelijkheid, het gaat hier over het leerplan Aardrijkskunde voor de 2de graad in het Katholiek Onderwijs Vlaanderen. Dus over 2 van de 6 leerjaren! We hebben getracht om de eindtermen voor de 2de graad – want ja, die zijn nog altijd het uitgangspunt – te kaderen in een coherent verhaal dat uitgesponnen wordt over de twee studiejaren. Het nieuwe leerplan is opgebouwd rond het thema “mens-Aarde interactie”. In het verhaal worden eigenlijk 4 stappen doorlopen: (1) Planeet Aarde biedt kansen en voedt het socio-economisch systeem; (2) Demografische en economische processen sturen het socio-economische systeem; (3) De mens heeft impact op het Aardse systeem door middel van het socio-economisch systeem; (4) Duurzame ontwikkeling kan het socio-economisch systeem binnen de planetaire grenzen brengen. De klimaatproblematiek wordt dan ook in een socio-economische context geplaatst.
Critici zouden kunnen opperen dat leerlingen na de hervorming te weinig aardrijkskundige basiskennis zullen opdoen. Klopt dat?
Manuel Sintubin: Neen. Het leerplan voldoet nog steeds aan wat opgelegd wordt in de eindtermen. Bovendien heeft dit leerplan enkel betrekking op de 2de graad, dus het 3e en 4e jaar van het secundair onderwijs. Zowel in 1ste en 3de graad is er nog meer dan voldoende ruimte om de aardrijkskundige basiskennis (wat ook onder deze term wordt begrepen) te onderwijzen.
Is het de bedoeling dat alle leerlingen klimaatactivisten worden?
Manuel Sintubin: Neen en ja! Het grote gevaar van een zuiver klimaatvak, waarvoor werd gepleit, is dat het activistisch wordt en dat enkel een bepaalde visie op de klimaatproblematiek aan bod komt. Dat merk je trouwens aan “klimaatvakken” die hier en daar in het universitaire curriculum opduiken. Dus neen, we maken van de leerlingen geen klimaatactivisten in de enge betekenis. Wat we wel nastreven, is dat we de leerlingen voldoende handvatten geven om zelf tot een wetenschappelijk onderbouwde mening te komen met betrekking tot de klimaatproblematiek. Het is niet aan leraren om te bepalen hoe leerlingen over de klimaatproblematiek moeten denken, het is aan de leerlingen zelf om dat te doen. Dus ja, we vormen de leerlingen tot kritische burgers die op een gefundeerde manier kunnen deelnemen aan het klimaatdebat. Noem het dus “klimaatactivisten” in de ruime betekenis.
Betekent dit ook dat de werkvormen van het vak zullen veranderen?
Manuel Sintubin: In het leerplan focussen we op de processen. Wat stuurt de demografische transitie? Wat veroorzaakt migratie? Wat is het belang van armoedebestrijding? Wat betekenen de planetaire grenzen? De focus ligt dus niet meer in de opsomming van regionale en lokale voorbeelden. Dit maakte in het verleden van het vak Aardrijkskunde al te veel een ‘weetjesvak’. Het verleggen van de focus van die beschrijvende benadering naar een procesbenadering geeft zowel de leraar als de leerlingen de kans zelf op zoek te gaan naar regionale en lokale voorbeelden die processen illustreren. Zo kan ook de diversiteit die vandaag een realiteit is in de klas ten volle gevaloriseerd worden door het stimuleren van het debat tussen leerlingen die vertrekken vanuit hun eigen persoonlijke leefwereld. Zeker een meerwaarde!
Hoe zullen leerlingen geëvalueerd worden in dit nieuwe vak?
Manuel Sintubin: Over evaluatie hebben we het eigenlijk niet gehad in de ontwikkeling van het leerplan. Ik vermoed dat ook in de evaluatie een verschuiving zal plaatsvinden van “van buiten leren van weetjes” naar het “doorgronden van processen”. Systeemdenken is een belangrijk aspect dat we de leerlingen willen bijbrengen. Dit systeemdenken toetsen lijkt me dan ook een evidentie.
Is het met deze hervorming wel zinvol om Aardrijkskunde als apart vak te behouden? Er zijn toch overduidelijk linken naar andere materies en domeinen?
Manuel Sintubin: Dit is altijd het geval geweest met het vak “Aardrijkskunde”. De andere natuurwetenschappen ondersteunen Aardrijkskunde. Bovendien vormt Aardrijkskunde die unieke plek waar natuurwetenschappen en sociale wetenschappen elkaar vinden. In een wereld waarin interdisciplinariteit en systeemdenken steeds belangrijker worden, is het behoud van het vak “Aardrijkskunde” erg zinvol. Zelfs meer, het vak wint meer dan ooit aan belang en relevantie!
Zijn aardrijkskundeleraren klaar voor deze hervorming?
Manuel Sintubin: We hebben de lat zeer hoog gelegd, dat beseffen we. Maar op een studiedag die we recent hebben georganiseerd, op het moment dat de leraars al bijna een jaar aan de slag zijn met het nieuwe leerplan, hebben we vooral veel enthousiasme ervaren. Dat het leerplan nu een coherente verhaallijn heeft, spreekt vele leraars Aardrijkskunde ontzettend aan.
Het mag duidelijk zijn: dit interview heeft Manuel Sintubin de kans gegeven om een aantal misvattingen die ontstonden door de mediaberichten te weerleggen en nuanceren. Anderzijds lijkt het mij duidelijk dat deze hervorming van Aardrijkskunde een zeer eigentijds vak kan maken, dat bovendien veel kansen biedt om sleutelcompetenties als “probleemoplossend, systemisch hoger-orde denken” (kennis doen werken), “creatief denken”, “de samenleving doen werken (burgerschap)”, “met sociale diversiteit leren omgaan”, “taal en informatie doen werken”, en “duurzaam leven” te bevorderen. Een boeiende trip rond de Aarde kan dat worden!
Meer lezen?
Dit is op X, Y of Einstein? herblogd.
Dit is op EarthlyMatters herblogden reageerde:
Toch even de puntjes op de i over het vak aardrijkskunde als ‘klimaatvak’ …