Het idee achter het project “Ouders in interactie” is simpel: (a) bied aan niet-Nederlandstalige ouders een cursus Nederlands als tweede taal aan die helemaal gericht is op de communicatie tussen school en ouders: de ouders leren de brieven van de school begrijpen, het rapport interpreteren, ze leren hoe je uitlegt dat je kind niet naar school kan komen of het huiswerk van gisteren niet begreep…; (b) bied de cursus aan op de school van de kinderen: de cursus gaat dus niet door in een centrum voor volwassenenonderwijs, maar in de gebouwen van de school zelf, zodat er volop kans is om met het materiaal van de school te werken en echt te communiceren met de leerkrachten en directie; (c) nodig de ouders als onderdeel van de cursus ook uit om een activiteit op de school te organiseren of eraan te participeren (bv. een ontbijt op school, een spelnamiddag, een moment waarop de ouders de klas bezoeken): door die activiteit krijgen de ouders ook volop kans hun nieuwe taalkennis in de praktijk om te zetten en krijgen ze volop kans om op een heel informele, laagdrempelige manier met de leerkrachten en directie te communiceren. Zo wordt de cursus een brug tussen ouders en schoolteam; zo komt er meer contact tussen niet-Nederlandstalige ouders en Nederlandstalige leerkrachten; zo worden leerkrachten en directie zich ook beter bewust van de moeilijkheid en onduidelijkheid van sommige van hun boodschappen. Zo wordt echte, informele communicatie tussen ouder en leerkracht over het kind (die zo cruciaal is voor duurzaam schoolsucces) aangewakkerd.
Het project werd een aantal jaren geleden ontworpen en helemaal uitgewerkt (met lesmateriaal en voorbeelden van goede praktijk) door het Centrum voor Taal en Onderwijs van de KU Leuven. Vandaag leeft het project enkel in de stad Antwerpen (het KAAP-project) dankzij de steun van het stadsbestuur. In andere regio’s is er slechts hier en daar een enkele school die er zich aan waagt, ondanks de steengoede ervaringen van de eerste proefprojecten. Hoe komt dat? Van in den beginne botste het project op de strakke structuur van het reguliere NT2-onderwijs: hoe moet dat met de niveaugroepen van de reguliere NT2-cursussen? Hoe moet dat met examens? Wat met het leerplan en het curriculum? En wat voor paperassen komen er kijken bij het tijdelijk ‘transfereren’ van leerkrachten naar een basis- of secundaire school? Het Antwerpse voorbeeld leert dat het project goed werkt als verschillende partijen er zich samen achter scharen, en ook bereid zijn om naar oplossingen te zoeken voor die uiteindelijk makkelijk overbrugbare formele obstakels: de schoolteams, de pedagogische begeleiding, de lokale overlegplatforms of ondersteuningsdiensten, dat zijn de partners die samen de omstandigheden kunnen scheppen om ouders en leerkrachten op deze unieke manier dichter bij mekaar te brengen. Goede ideeën zijn er genoeg, er is zelfs een hele website aan het project gewijd. Nu de goede wil nog…
http://www.schoolenouders.be/?idWs=10