Evalueren en leren: een krachtige tandem?

Het is weer examentijd. Leerlingen studeren hun leerstof in, leggen er examen over af, en krijgen aan het einde van de reeks hun resultaten meegedeeld. Leerkrachten krijgen zicht op hoe de verschillende leerlingen het er vanaf brengen. Maar draagt al dat evalueren ook bij tot leren? Binnen duurzaam onderwijs kunnen ‘evalueren’ en ‘leren’ als een krachtige tandem beginnen bollen, als met de volgende inzichten wordt rekening gehouden:

1. Leerlingen leren uit feedback. Dat tonen de meta-analyses van John Hattie over de kracht van onderwijs heel duidelijk aan. Aan leerlingen kan dus best altijd feedback gegeven worden over hun prestatie op een toets of examen. Dat kan op allerlei manieren: de leerling krijgt inzage in de verbeterde versie, de leerling krijgt een kans om zijn fouten zelf te verbeteren (en krijgt daarop feedback), het examen wordt met de hele klas overlopen, de leerkracht en de leerlingen gaan samen na waarom het antwoord op bepaalde vragen fout of onvolledig was…. Fouten en problemen worden dan plots interessanter: ze worden ‘hot spots for learning’. Om het in cijfers uit te drukken: die 67%  voor wiskunde op het rapport is best wel informatief, maar ze wordt pas educatief als voor de leerling duidelijk wordt waar die overige 33% naartoe liep.

2. Leerkrachten leren uit leerlingresultaten. Tijdens examens wordt geëvalueerd of de leerlingen de kennis, vaardigheden en attitudes hebben verworven die tijdens de voorbije periode werden onderwezen. Dus zeggen examens ook veel over de kracht van het aangeboden onderwijs. Leerkrachten kunnen uit de examens van hun leerlingen leren welke inzichten niet of onvoldoende werden verworven, welke vaardigheden extra oefening behoeven, welke leerlingen op welk punt uit de boot vielen… Dat kan leerkrachten helpen om hun onderwijs beter op de noden van de leerlingen af te stemmen, om meer aandacht te besteden aan competenties die blijkbaar moeilijk worden verworven, om complexe leerstof opnieuw (en op een andere manier) uit te leggen, om bepaalde leerlingen extra hulp te geven…

3. Leerlingen worden actief bij de evaluatie betrokken. Leerlingen kunnen mekaar ook evalueren, vooral als ze daarbij nadenken over objectieve criteria voor evaluatie. Als leerlingen bijvoorbeeld samen nadenken over faire en relevante criteria om een informatieve presentatie van andere leerlingen te beoordelen, krijgen ze meer inzicht in de eisen waaraan zo’n presentatie (en dus ook de hunne) moet voldoen, en kunnen ze hun eigen prestatie beter voorbereiden, afwerken…. en zelf evalueren. Dan loopt evalueren bijna naadloos over in leren.

4. De methode van evalueren aanpassen aan het doel en de inhoud ervan. Individuele examens lenen zich zeer goed tot het toetsen van kennis. Maar om te evalueren of leerlingen in groep een complex probleem kunnen oplossen waarbij ze zowel hun technologische, als sociale en talige competenties moeten inzetten, moet naar andere evaluatievormen gezocht worden. Evenzeer bieden andere evaluatievormen (bijvoorbeeld het observeren van leerlingen tijdens het uitvoeren van een taak of het praten met een leerling over die taakuitvoering) veel meer informatie over de motivatie en het welbevinden van de leerlingen, en de strategieën die hij (al dan niet) toepaste. Observatie is dus veel meer geschikt voor het ontleden van een proces: waar gaat het mis? Welke stap slaat de leerling over? Als een leerkracht dat kan vaststellen, kan hij vaak gerichtere hulp bieden dan wanneer hij alleen maar een uitkomst op een blad papier ziet. Ook dan loopt evalueren vaak spontaan over in leren. Leerkrachten doen er dus goed aan om een breed arsenaal van evaluatievormen te gebruiken, zodat ze de informatie krijgen die zij nodig hebben om de leerling in zijn leerproces vooruit te helpen.

5. Evalueren moet zich richten op de kerncompetenties. Gedreven teams die zichzelf zien als leergemeenschappen evalueren regelmatig hun eigen examens. Welke competenties hebben we nu eigenlijk in kaart gebracht? Welke niet? Hebben we voldoende informatie over de cruciale competenties waarvoor wij ons als school engageren? Hebben we de beste methode gebruikt om de kerncompetenties in kaart te brengen? Wat kunnen we leren uit mekaars examens, toetsen, observatietechnieken?

6 Evalueren moet motiveren. Leren drijft op energie. Die energie putten leerlingen uit zelfvertrouwen, voorkennis, interesse, de wil om het goed te doen. Leerkrachten evalueren heel veel, maar de hamvraag is: geeft evaluatie nieuwe energie tot leren? De wijze waarop over de evaluatie wordt gecommuniceerd, speelt daarin een cruciale rol. Is het belangrijk te benadrukken dat de leerling maar 5 op 10 haalde, of dat hij in vergelijking met de vorige week al twee nieuwe inzichten heeft opgebouwd? Is het belangrijk om een punt te geven of om naast de leerling te gaan zitten om samen dat moeilijke vraagstuk nog eens op te lossen? Is het belangrijk te benadrukken dat de groep slechts vier van de vijf opdrachten op het opdrachtenblad invulde of dat ze erin slaagde om een zwaar meningsverschil op een beschaafde en respectvolle manier uit te praten (en daar veel tijd in investeerde)?

Het is examentijd. Tijd om tot de kern van evalueren door te dringen. De kern van evalueren is leerlingen observeren en je als leerkracht afvragen: hoe kan ik deze leerling(en) het best voorthelpen?

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s