Examenvragen dienen om de ontwikkeling en prestaties van leerlingen te evalueren. Maar wie examenvragen zelf evalueert, komt soms tot de conclusie dat die ook geen 10 op 10 verdienen. En dat komt de faire evaluatie van de leerling niet ten goede… Daarom (het is nu toch juni) volgen hieronder 5 valkuilen voor examenvragen, met telkens tips voor leerkrachten om die valkuilen te vermijden:
1. De vraag is te vaag en geeft niet duidelijk aan wat voor soort antwoord er verwacht wordt: U kan het overdreven vinden, maar op een vraag als “Wat weet je over de Europese Commissie?” is “niets” eigenlijk een correct antwoord. Ook vragen die enkel de instructie “Verklaar”, “Omschrijf” of “Vergelijk” geven, moeten concreter omdat ze leerlingen kunnen doen twijfelen over wat er precies van hen verwacht wordt. Bijvoorbeeld, de vraag “Verklaar wat humus doet met de grondkwaliteit” is minder concreet dan de vraag “Humus is goed voor de grond, en wel om 4 redenen. Som ze alle 4 op”. De vraag hierboven over de Europese Commissie wordt beter als ze wordt opgevolgd door 2 of 3 concretere vragen (één vraag over de werking, een over de samenstelling en een over de plaats van de Commissie in de Europese Unie).
2. De vraag is in moeilijke taal gesteld: Gebruik in uw examenvragen alleen woorden waarvan u zeker bent dat ze in de les behandeld zijn en de leerlingen ze goed begrijpen. Vermijd moeilijke zinsconstructies. De vraag “Wat zijn de belangrijkste voor- en nadelen van de 3 geziene technieken voor reiniging van xxx?” wordt begrijpelijker als ze in twee zinnen wordt gesplitst: “Om xx te reinigen zijn er 3 technieken. Geef de belangrijkste voordelen en nadelen van elk van deze 3 technieken.” Vermijd ook overdreven abstract taalgebruik. Een vraag als “Wat is de oorzaak van toenemende algengroei in sloten?” is minder begrijpelijk als “Hoe komt het dat in sloten steeds meer algen groeien?” Ook beeldspraak kan soms verwarrend werken. Een vraag als “Wat deden Marcus Antonius en Octavianus om elkaar niet langer voor de voeten te lopen?” dreigt door sommige leerlingen helemaal verkeerd begrepen te worden.
3. De vragen peilen alleen maar naar parate kennis: Als het tot de doelstellingen van het vak hoort om parate kennis te toetsen, is daar niets mis mee, maar voor de meeste vakken zal een valide examen (dat meet wat het moet meten) ook opdrachten bevatten die vragen naar toepassing en inzicht. Dus in plaats van te vragen “Wat zijn de kenmerken van goede voeding?” (nadat er al 4 andere vragen naar parate kennis werden gesteld), kan het dieet van een fictieve jongen geschetst worden met de vraag welke 3 voedingsadviezen de leerling aan deze jongen zou geven om zijn voedingspatroon gezonder te maken.
4. Alle vragen vereisen veel taal om ze op te lossen: Dit kan de sterk taalvaardige leerlingen een voordeel geven dat niets met het vak zelf te maken heeft. Voor niet-taalvakken is het dan ook aangewezen om jongeren niet alleen omschrijvingen, verklaringen en definities te laten opschrijven, maar hen ook via visuele grafieken, tekeningen, toepassingen, berekeningen en schema’s hun kennis en vaardigheden te laten tonen.
5. De vragen zijn te weinig afgestemd op de cruciale doelstellingen van het vak: dat is wellicht de diepste valkuil, namelijk die met de grootste gevolgen. Zo stelde de inspectie volwassenenonderwijs vast dat in de examens Nederlands als tweede taal (NT2) aan volwassenen veel te veel grammatica-vragen werden gesteld (bijvoorbeeld, vul de juiste vorm in van het werkwoord in een reeks geïsoleerde zinnen), terwijl in de eindtermen duidelijk staat dat grammaticakennis slechts ondersteunend is bij het lezen, schrijven, spreken en luisteren. De kans dat verkeerde of onterechte conclusies worden getrokken over de prestaties of de groei van de leerling, vergroot daardoor zienderogen; de kans dat het onderwijs en eventuele remediëring gaan focussen op bepaalde deelaspecten die niet echt belangrijk zijn, vergroot ook. De kans dat de examens relevante informatie opleveren over de kracht van het onderwijs om de doelstellingen te halen, verkleint. Examens kunnen dus best gemaakt worden met de kerndoelstellingen erbij, op de tafel, voor de neus.
Wie hierover meer wil lezen, en nog meer concretere voorbeelden wil van goede examenvragen, kan terecht op volgende link: http://www.klasse.be/xtrstrong/35/
Reblogged this on X, Y of Einstein? and commented:
Misschien zijn je examens al klaar, toch handig lijstje om te bewaren!