Inspelen op leerstijlen in onderwijs: is het sop de kolen waard?

Leerkrachten horen vaak dat leerlingen verschillen qua leerstijl, en dat onderwijs zoveel mogelijk moet proberen in te spelen op de leerstijl van individuele leerlingen. Er zijn steeds duidelijkere aanwijzingen dat dat sop de kolen niet waard is.

Wat is een leerstijl trouwens? De term slaat op een manier van leren waarvoor een leerling een voorkeur heeft, of de manier van leren waarop die leerling het vlotst zou leren. Leerstijlen worden meestal uitgedrukt in paren: analytisch (leren vanuit delen naar het geheel) versus holistisch (leren vanuit gehelen), auditief (leren vanuit auditieve input) versus visueel (leren vanuit visuele input), veldafhankelijk (leren vanuit context) versus veldonafhankelijk (leren zonder context)… De hypothese is dan dat als individuele leerlingen onderwijs krijgen dat sterk aansluit bij hun eigen leerstijl ze meer en beter leren.

Die hypothese wordt door het uitgebreide wetenschappelijk onderzoek waarover we ondertussen beschikken, NIET bevestigd (voor goede overzichten zie o.a. Hattie & Yates, 2014; Willingham, 2009; zie ook De Bruyckere & Hulshof, 2013). Daar kunnen verschillende redenen voor zijn. Ten eerste geeft Willingham aan dat voor een leerder niet het soort prikkel, maar wel de begrijpelijkheid van de informatie primeert. Je mag als zogenaamd visueel ingestelde leerling nog zoveel visuele prikkels krijgen, als je die visuele prikkels niet goed kan interpreteren of begrijpen, leer je niet efficiënt. Ten tweede geeft het onderzoek duidelijke aanwijzingen dat mensen niet zulk een uitgesproken leerstijl hebben als de literatuur over leerstijlen predikt. En ten derde, meer dan waarschijnlijk hebben alle leerlingen baat bij een onderwijs dat verschillende soorten input aanbiedt en hen op verschillende manieren de leerstof doet verwerken. Meer dan waarschijnlijk hebben alle leerlingen baat bij onderwijs dat visuele en auditieve input op slimme wijze met mekaar combineert; meer dan waarschijnlijk hebben alle leerlingen baat bij een onderwijs dat op slimme wijze van concrete voorbeelden naar abstracte kennis gaat, en van die abstracte kennis terug naar nieuwe concrete toepassingen. Meer dan waarschijnlijk rendeert analytisch onderwijs het meest voor alle leerlingen als die analyse wordt verbonden met toepassingen in holistische gehelen. Sterker uitgedrukt, wellicht verarmen we de leeromgeving voor alle leerlingen als we die leeromgeving te sterk buigen naar één bepaalde leerstijl, en dus één bepaalde manier van aanbieden en uitleggen.  Coffield (die een meta-analyse uitvoerde naar het verband tussen leerstijlen en onderwijs) besluit: “We do students a serious disservice by implying they have only one learning style, rather than a flexible repertoire from which to choose, depending on the context.” (geciteerd in Hattie & Yates, 2014, p. 182)

Dit alles lijkt te leiden tot de – voor sommigen allicht politiek incorrecte – conclusie dat inspelen op diversiteit niet automatisch productief is. Inspelen op diversiteit kan zelfs contraproductief worden als het te sterk en te eenzijdig vanuit “etiket-denken” gebeurt: als op leerlingen een statisch label wordt geplakt, dat de manier-van-zien-naar-de-leerling en de manier-van-begeleiden-door-de-leerkracht vertroebelt omdat steevast hetzelfde stereotiepe beeld opduikt en de leerling – en zijn leerprestatie – al bij voorbaat in een hokje wordt gestoken. Inspelen op diversiteit is wellicht het meest productief als het inspeelt op het moment zelf, op wat de leerling op dat moment in die specifieke leersituatie aan specifiek gedrag laat zien. Inspelen op diversiteit rendeert wellicht het meest als de leerkracht met voorkennis maar ook met een zekere onbevangenheid luistert naar de leerling en inspeelt op wat die leerling zegt, en wars van alle etiket-kleverij, vertrekt van de verwachting dat de leerling ook in deze situatie een stap vooruit kan zetten. Als de leerkracht met kennis van zaken zijn gedrag aanpast als hij merkt dat het ene soort hulp niet goed werkt: als de leerkracht bijvoorbeeld na het mislukken van een auditieve, verbale uitleg zijn heil zoekt in een simpel visueel schema of een simpele demonstratie met een lichaamsbeweging; als de leerkracht na een vrij abstracte uitleg (die maar niet wordt begrepen) de helderheid heeft om een concreet voorbeeld op te roepen en te zeggen: “maar denk eens aan de afstandsbediening van je tv…..”

5 gedachten over “Inspelen op leerstijlen in onderwijs: is het sop de kolen waard?

  1. Waar hoorde ik dat nog ooit ? #voorrangsbeleidbrussel

    Een lesinhoud blijft een lesinhoud… en kinderen blijven kinderen.
    Een leerkracht daarentegen heeft de opdracht om de lesinhoud bij alle kinderen te brengen. Gebruik maken dus van een aanpak waaruit “alle” kinderen zoveel mogelijk kunnen leren. Nog maar meer verschillende materialen? Nog meer modellen en schema’s ?
    Neen, leerlinggerichte differentiatie !!
    Het energieverbruik van leerkrachten zou moeten zitten in “Voor – denken” van de les-inhouden vanuit de wetenschap dat alle al die leerstijlen aanwezig zijn in een reguliere klas.
    Hoe kan ik ervoor zorgen dat ik voldoende leerstijlen mix in mijn instructie en in mijn totale aanpak? Hoe zal ik dan kind x en kind y best ondersteunen voor-tijdens-na de taak?
    Veel Brusselse leerkrachten zullen de ‘Compensatorische aanpak’ nog wel herkennen in dit verhaal …
    Inzetten op “alzijdig leren” en “uitbuiten van alle leerstijlen” in één instructie-model. Compensatorische instructie (het visuele, het auditieve, het spraakmotorische, het schrijfmotorische, het betekenisvolle …)
    Het “gelijktijdig” aandacht hebben voor kinderen die meer auditief / visueel … gericht zijn , daarover met hen kunnen reflecteren, stijlen ontdekken en samen tot leren komen … wow !!
    Gelukkig leeft het bij een aantal Brusselse leerkrachten …

    Dankbaar omdat het niet voor niets was !
    Lut Bylois , Voorrangsbeleid Brussel

    • Hallo Lut, ik denk dat jij ook bij ons op school kwam voor externe leesbegeleiding rond het jaar 2015. Ik gaf toen les in het eerste leerjaar in Kameleon Haren en voelde meteen dat de compensatorische aanpak een héél goede aanpak is om kinderen te leren lezen ! Hun zwakten worden gecompenseerd door hun sterkten !! Ik geef spijtig genoeg geen les meer maar sta nog altijd voor de volle 100 procent achter die aanpak !!! Greet (Greta)

  2. Ik zou zorg eerder benaderen vanuit de 4 opvoedingsgebieden. In die zin gaat het dan niet om een leerstijl maar om het bewust kiezen van een leermethode met respect voor de 4 opvoedingsdomeinen die nodig zijn om kinderen iets bij te brengen.
    Een kind met problemen thuis zal door het aanpassen van een specifieke leerstijl niet komen tot het behalen van betere resultaten op school. Maar door het bewust kiezen van 1 van de 4 opvoedingsgebieden zou het wel een verschil kunnen maken in hoe het kind evolueert of zou je kunnen komen tot inzicht in wat er gaande is.Bij problemen herbekijk je welk domein je gebruikt om bepaalde dingen aan te leren en of dit het meest interessante domein is om dit te realiseren. Als de leerlingen ouder zijn kun je ze betrekken bij dit systeem zodat ze inzicht krijgen in de manier van werken. Ik denk dat de 4 domeinen een haalbare kaart zijn om te werken rond diversiteit en alsnog verbondenheid te voelen met elkaar. Indien je kiest om een individuele aanpak onder de noemer van diversiteit ontstaat er te veel chaos en wordt het onoverzichtelijk. Dan is er terug een evaluatie en kom je niet tot een evolutie van een onderwijssysteem voor een specifieke klasgroep. Als leerkracht ga je dan misschien denken dat diversiteit niet werkt en wil je terug naar het klassieke systeem: streng maar rechtvaardig. Het sop is dan de kolen niet waard…
    We moeten afstappen van een oordelend systeem en transformeren naar een systeem waarin beweging integraal aanwezig is…. het is niet evident maar het is naar mijn aanvoelen de enige manier om onderwijs volwaardig te laten evolueren.

  3. Mooi dat dit inzicht hier eindelijk ook doordringt (maar het heeft wel heel lang geduurd!). Maar het is uiteraraard wel een harde klap voor al het postmoderne gezwam in onderwijsland en meer specifiek voor alle aanhangers van het ‘nieuwe leren’. Soelaas is ook niet te vinden in het huidige diversitetsdenken dat in sé in feite een hyperindividualistisch denken is. Mensen zijn sociale wezens en onderwijs is daarop gebaseerd. En wat leren betreft lijken we allemaal veel sterker op elkaar dan dat we van elkaar verschillen. Wat wel kan verschillen is de inhoud en hoeveelheid van kennis en dat maakt wel uit. Wie zal ooit de schade opmeten van al dergelijke onverdedigbare ideologische stellingnamen in het onderwijus waarvan we al jaren weten dat ze wetenschappelijk geen steek houden?

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s