Ouderbetrokkenheid en schoolsucces: geen zwart-witverhaal

Draagt ouderbetrokkenheid bij tot schoolsucces? In haar masterproef legde Stéphanie Vanhoenacker enkele recente media-uitspraken van minister Crevits daarover op de rooster. Crevits riep, naar aanleiding van cijfers over de sociale kloof in ons onderwijs, allochtone ouders op om actiever te participeren in het schoolleven, onder andere door naar oudercontacten te komen en te helpen op ouderavonden. Maar helpt dat wel? Stéphanie Vanhoenacker doorploegde de beschikbare onderzoeksliteratuur en kwam tot genuanceerde conclusies.

Ten eerste, “ouderbetrokkenheid” is een heel brede term waaronder veel verschillende dingen schuilgaan. Onderzoekers maken daarbij een verschil tussen “ouderbetrokkenheid op school” en “ouderbetrokkenheid thuis”. De eerste categorie is zeer zichtbaar voor directies en leerkrachten. Bijvoorbeeld, komen ouders naar het oudercontact? Steken ze op schoolactiviteiten een handje toe? De tweede categorie is veel minder zichtbaar voor schoolteams: Tonen de ouders thuis interesse in het schoolleven van hun kind? Ondersteunen ze het kind bij het maken van huiswerk? Zorgen ze voor een klimaat waarin leren op prijs wordt gesteld? Doen ze buitenschoolse activiteiten met het kind die het leren op school kunnen ondersteunen (voorlezen, uitstapjes maken…)?

Voor de eerste categorie “ouderbetrokkenheid op school” blijkt dat bij veel schoolteams het idee leeft dat allochtone ouders minder betrokken zijn dan autochtone ouders. Maar onderzoek bevestigt dat niet eenduidig. Er blijkt alleen een verschil tussen allochtone ouders van de eerste generatie en allochtone ouders van de tweede generatie. Tussen allochtone ouders van de tweede generatie en autochtone ouders wordt op dit vlak geen systematisch verschil gevonden. Wél wordt een systematisch verschil gevonden tussen ouders met een hoge opleidingsachtergrond en ouders met een lage opleidingsachtergrond (ongeacht of die ouders autochtoon of allochtoon). Ouders met een lage opleidingsachtergrond vertonen minder “ouderbetrokkenheid op school” om diverse redenen: ze hebben zelf een lastig schoolparcours achter de rug en willen daar niet aan herinnerd worden, ze moeten over een psychologische drempel om met schoolteamleden te communiceren, ze zijn bang om hun gezicht te verliezen of toch niets in de pap te brokken te hebben, ze kennen de beschikbare communicatiekanalen minder goed….

Hoe zichtbaar die “ouderbetrokkenheid op school” ook mag zijn, “ouderbetrokkenheid thuis” heeft een veel grotere impact op schoolsucces, zo toont onderzoek. Met andere woorden, de vormen van ouderbetrokkenheid die de meeste media-aandacht vangen hebben het minst impact op schoolsucces. Veel belangrijker dan het oudercontact zijn de interesse en betrokkenheid die de ouders thuis tonen voor het schoolleven van het kind, de verwachtingen die de ouders uitstralen en de informele leerstimulansen die ouders aanreiken. Die hebben binnen deze tweede categorie een sterkere impact op schoolprestaties dan gerichte vormen van onderwijsondersteuning (bv. thuis helpen bij huiswerk).

Ook de oproep aan allochtone ouders om zoveel mogelijk Nederlands met hun kind te praten, moet genuanceerd benaderd worden. Voor schoolsucces brengt dat weinig zoden aan de dijk als de ouders zelf het Nederlands niet goed beheersen. Het is aangewezen dat ouders communiceren met hun kind in de taal die ze het best beheersen. Die taal kunnen ze immers het best gebruiken om rijke interacties met het kind op te zetten en het kind leerstimulansen te bieden. Dat neemt uiteraard niet weg dat in een meertalig thuismilieu door de ouders ook stimulansen aan het kind kunnen geboden worden om (ook) in het Nederlands te lezen, naar tv te kijken, te gamen en te surfen op het internet.

Conclusie: dat een sociale kloof doorheen de schoolprestaties van leerlingen in het Vlaams onderwijs loopt, is onmiskenbaar. Dat die kloof automatisch kleiner zal worden als “allochtone ouders” meer naar het oudercontact komen, klopt niet. Hoe vaak het in de media ook sloganesk geroepen wordt…

Meer lezen?

Stéphanie Vanhoenacker (2017). De ouderbetrokkenheid van allochtone ouders. Masterproef binnen de opleiding master taal- en letterkunde. Faculteit Letteren: KU Leuven.

Een gedachte over “Ouderbetrokkenheid en schoolsucces: geen zwart-witverhaal

Plaats een reactie