Gaat minister Crevits de lerarenopleiding verzwakken?

De lerarenopleiding versterken, dat wil de minister met de hervorming van de huidige lerarenopleiding tot educatieve masters.  Meer studenten warm maken voor de lerarenopleiding en sterkere leerkrachten vormen die klaar zijn voor het meertalige, superdiverse onderwijs van de 21ste eeuw, dat wil toch iedereen?  Ook de universiteiten, die leraren klaarstomen voor de tweede en derde graad secundair onderwijs, willen dat. Maar wordt de universitaire lerarenopleiding in sommige richtingen niet eerder verzwakt door de hervormingsplannen dan versterkt?

Hier draait het om: op dit moment volgen universiteitsstudenten die talen of geschiedenis willen geven de facto een programma van 120 studiepunten (na hun bachelorstudies) om leraar op masterniveau te worden. Zij volgen eerst een eenjarige masteropleiding van 60 studiepunten, waarmee ze hun vakinhoudelijke kennis tot op masterniveau uitdiepen, en vervolgens een Specifieke Lerarenopleiding van 60 studiepunten, waarmee ze de basiscompetenties van leraar verwerven. Minister Crevits heeft voor deze studenten een educatieve master van slechts 90 studiepunten in gedachten. Zelfs als de minister daar nog 15 studiepunten aan toevoegt die reeds in de bachelorjaren kunnen worden opgenomen, praten we nog steeds over een inkrimping van de beschikbare onderwijstijd voor docenten en beschikbare studietijd voor de studenten van 15 studiepunten. Dat staat gelijk met 375 uren studietijd! En dat terwijl de Vlaamse regering blijft benadrukken dat de leraar van de toekomst zowel domeinexpert als pedagogisch expert moet zijn, en meer dan voorheen moet beslagen zijn op het vlak van klasmanagement, omgaan met diversiteit, omgaan met niet-Nederlandstalige leerlingen en praktijkonderzoek uitvoeren. De voorziene inkrimping in onderwijstijd gaat dus ofwel ten koste van de vorming van de studenten tot domeinexperts wiens vakinhoudelijke kennis dan nog nauwelijks verder strekt dan het niveau dat zij aan het einde van hun bacheloropleiding behaalden; ofwel gaat dit ten koste van hun vorming tot expert in het leraarschap, waardoor zij onvoldoende voorbereid zijn op de complexe uitdagingen die het onderwijs in het hoogtechnologische, meertalige en superdiverse Vlaanderen aan hen stelt.

Een educatieve master van 90 studiepunten mag op het eerste gezicht het voordeel hebben dat studenten sneller de arbeidsmarkt kunnen betreden, maar heeft als grote nadeel dat het hun kansen op die arbeidsmarkt verengt. Net hun huidige dubbele diploma en volwaardige vorming tot zowel domeinexpert (60 studiepunten) als expert in het leraarschap (60 studiepunten) bieden de studenten brede kansen op tewerkstelling, niet alleen binnen het onderwijsveld, maar in vele andere domeinen die met taal, communicatie en vorming hebben te maken. Dat breed perspectief op inzetbaarheid dreigt nu verloren te gaan, tenzij de ijverige student nog een bijkomende master na zijn educatieve master behaalt. En daardoor dus nog later op de arbeidsmarkt terechtkomt….

Als lerarenopleider (van studenten talen) meen ik dat een educatieve master van 120 studiepunten de beste garanties biedt om de kwaliteit van de huidige lerarenopleidingen te kunnen blijven waarborgen én de ruimte te creëren om die kwaliteit verder uit te bouwen in de richting die de minister aangeeft. Bovendien kan een volwaardige educatieve master van 120 studiepunten de status van het beroep van leraar in gunstige zin beïnvloeden. Ik hoop dan ook dat het Vlaamse onderwijsbeleid deze cruciale hervorming van de lerarenopleiding alsnog aangrijpt om de lerarenopleiding ECHT inhoudelijk, structureel, organisatorisch en financieel te versterken.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s