Dat het onderwijs in Finland een uitstekende reputatie heeft, klinkt als een understatement. In zijn boek “Finnish lessons 2.0” vraagt Pasi Sahlberg zich op basis van het beschikbare onderzoek af wat andere landen van Finland kunnen leren. Het klakkeloos overnemen van het Finse onderwijsmodel is niet wenselijk, noch haalbaar, want daarvoor is het te sterk in het Finse maatschappelijke weefsel ingebed. Maar dat neemt niet weg dat er volgens Sahlberg toch heel wat waardevolle lessen uit de analyse van de Finse onderwijsprestaties zijn te trekken:
- Excellente prestaties en gelijke onderwijskansen gaan wel degelijk samen: Ja, het is wel degelijk mogelijk om met leerlingen heel hoge niveaus van competentie-ontwikkeling te bereiken en er tegelijk voor te zorgen dat de sociale kloof tussen de prestaties van sociaal kwetsbare leerlingen en kansrijke leerlingen klein blijft. De ene ambitie hoeft dus niet ten koste van de andere te gaan. Weg dus met de mythe dat wie veel zorg en ondersteuning besteedt aan leerlingen die het wat moeilijker hebben, knabbelt aan de algehele kwaliteit (of het niveau) van het onderwijs.
- Combineer een brede basisvorming voor élke leerling met veel differentiatie: Elk kind, ongeacht zijn achtergrond of eventuele beperking, heeft in Finland recht op een volwaardige, uitdagende en gemeenschappelijke basisvorming van 9 jaar: de peruskoulu begint rond de leeftijd van 6 jaar en eindigt op 15. Tijdens die 9 jaar moet het de ambitie van elke school zijn om elk kind zo sterk mogelijk tot ontwikkeling te laten komen en alle funderende doelstellingen van het curriculum te doen halen. Zittenblijven wordt sterk afgeraden, en de eerste leerjaren van het basisonderwijs wordt er niet met punten gewerkt. Inclusief onderwijs is sterk ingebed in het regulier onderwijs, wat betekent dat schoolteams veel initiatieven nemen om binnen de klas te differentiëren. Het onderwijs dient niet om te selecteren, maar om alle kinderen maximaal te stimuleren.
- Koester de autonomie van leraren écht: Ja, het klopt dat in Finland alle leraren (ook die van het basisonderwijs) een masterdiploma hebben. En ja, het klopt dat de Finse bevolking hoog oploopt met haar lerarenkorps. Maar dat laatste is niet alleen het gevolg van dat masterdiploma. Het is ook – en vooral – het gevolg van het feit dat leraren in Finland veel autonomie in hun beroepsuitoefening hebben en dus veel verantwoordelijkheid moeten oppakken. In Finland zijn er geen gestandaardiseerde testen, geen volledig uitgeschreven leerplannen en geen controlerende inspectie. Teams van leraren en directies nemen de volle verantwoordelijkheid voor het schrijven van hun eigen schoolleerplan, het evalueren van leerlingen en het ontwerpen van hun onderwijsmodel. Ze zijn op hoog niveau opgeleid en krijgen de volle verantwoordelijkheden die bij zulk een opleidingsprofiel horen. Precies dat maakt het beroep van leraar voor jonge studenten zo aantrekkelijk: jongeren hebben immers het gevoel dat ze zich als leraar professioneel zullen kunnen uitleven en blijven ontwikkelen, zonder beknot te worden door strakke keurslijven, centrale toetsing, overdreven administratie en betuttelende regelgeving.
- Creëer tijd voor overleg, teamwerking en gezamenlijke beleidsbepaling: In vergelijking met vele andere landen van de TALIS-studie geven Finse leerkrachten minder les en staan ze in relatief kleine klassen. Overleg met collega’s, gezamenlijke lesvoorbereiding, professionalisering en gezamenlijk werken aan het schoolbeleid staan structureel ingeschreven in de taakomschrijving van elke leerkracht. Sahlberg is het niet eens met het veelgehoorde citaat dat de leraar het grootste verschil maakt. Nee, schoolteams, die bestaan uit samenwerkende leraren en hun directie, maken het grootste verschil. Schoolteams krijgen in Finland veel impulsen om met andere schoolteams te overleggen en samen te werken, om zo hun professionele deskundigheid nog te verhogen.
- Roei tegen de stroom in: Sahlberg maakt zich sterk dat het Finse onderwijssysteem niet heeft toegegeven aan de internationale tendens om steeds meer externe druk op scholen te laden in een poging de onderwijskwaliteit op te voeren. Finland heeft niet meegedaan met de “accountability-rage” en zijn opbod aan centrale, gestandaardiseerde examens, het opleggen van gedetailleerde leerplannen, het publiceren van schoolresultaten en het verhogen van onderlinge scholencompetitie. In plaats van het opvoeren van externe druk op scholen heeft het Fins beleid vastgehouden aan het versterken van de interne krachten en energie die schoolteams aandrijven: vertrouwen in hun professionele deskundigheid, verregaande autonomie, samenwerking binnen teams… In plaats van het verengen van het curriculum tot cognitieve, goed meetbare leerprestaties heeft Finland vastgehouden aan zijn brede curriculum met oog voor de volledige persoonlijkheidsontwikkeling van kinderen (inclusief emotionele, sociale, fysieke, artistiek-culturele aspecten van hun identiteit).
- De school staat niet alleen: Sahlberg benadrukt dat de sterke prestaties van de Finse jongeren niet alleen aan de school te danken zijn. Scholen zijn in Finland ingebed in een sterk uitgebouwd weefsel van jeugdverenigingen, sportclubs en vrijetijdsbestedingen die allemaal – en vaak bewust – een steentje bijdragen tot de brede persoonlijkheidsontwikkeling van jongeren. Finland kent ook een sterke leescultuur: ouders lezen veel voor aan kinderen, en lezen is voor Finnen nog steeds een bijzonder waardevolle bezigheid.
- De school mag niet stilstaan: Net als andere onderzoekers heeft Sahlberg vastgesteld dat Finland in de meest recente PISA-peilingen een aantal plaatsen achteruitging. Daarvoor zijn er wellicht verschillende redenen: veel landen hebben ondertussen aan hun onderwijs gesleuteld, vaak geïnspireerd door Finse praktijken, en zouden op die manier de Finnen kunnen hebben ingehaald. Sahlberg waarschuwt de Finnen ook voor zelfgenoegzaamheid: de schitterende resultaten aan het begin van deze eeuw hebben er misschien voor gezorgd dat het Finse onderwijs wat is stilgevallen en zich niet meer verder optimaliseert. Op dat vlak moet actie ondernomen worden: stilstand is achteruitgang, zeker in tijden waarin de maatschappij zo sterk en zo snel verandert. En ten slotte is het ook niet nodig om al té zwaar te tillen aan PISA-rankings, zegt Sahlberg, want die weerspiegelen maar een kleine fractie van de hele brede ontwikkeling die leerlingen tijdens hun leerplichtonderwijs moeten vertonen.
Meer lezen?
Pasi Sahlberg (2015). Finnish lessons 2.0. What can the world learn from educational change in Finland. Second edition. New York: Teachers College Press.
Wat kunnen we van Finland leren? Ik wil niets leren van Finland. Ik vind het spijtig dat je steeds wil leren van anderen als we nog niet de expertise, die in eigen land is, kunnen inplannen in ons vernieuwend schoolsysteem. Ik begrijp de conclusies en je zoektocht maar het zijn niet mijn conclusies: ik denk dat je deze conclusies even goed voor België kunt plaatsen..Wat kunnen we van het schoolsysteem van België leren? Is het anders dan in Finland?
Ik weet ook niet waarom we ons systeem toetsen aan Pisa-peilingen…. denken, denken, denken en natuurkunde en zo???? Is dat ons kader waarbinnen we ons leersysteem ontwikkelen? Niet voor mij in ieder geval….
ik zelf bekijk vooral onze cultuur en onze maatschappij en probeer me een visie te maken van hoe deze evolueert en in dat kader wil ik kinderen opvoeden….. dat is in mijn ervaring…
Duurzaam?… Duurzaam is als ik de dingen leer aan kinderen die ik binnen 100 jaar nog altijd kan vertellen en dat ze nog altijd relevant zijn…en als de kinderen een structuur krijgen om wat ze leerden duurzaam toe te passen.. je kunt geen innovatie doen zonder jezelf te vernieuwen…. je kunt geen duurzaamheid bewerkstelligen als je de kinderen niet betrekt in het kader dat je zelf gebruikt.
Bij ieder puntje in het artikel kan ik bedenkingen noteren en kunnen we in gesprek gaan ivm. wat het voor mij betekent en wat het voor jou betekent en we zullen misschien altijd komen tot een gesprek maar niet tot de vernieuwing van het schoolsysteem. Meestal wint diegene die het hoogst staat in hiërarchie in ons systeem. Waarom denk je dat er rondetafelgesprekken zijn opgezet? Waarom denk je dat we terug moeten naar gelijkwaardigheid in het schoolsysteem? om te doorbreken dat we in hetzelfde systeem van lang geleden verzeilen.
Ik heb er schoon genoeg van dat u me zegt dat een ander schoolsysteem beter is dan het onze. We zijn goed bezig maar niet vernieuwend genoeg… we creëren steeds hetzelfde resultaat: dezelfde bakkers, dezelfde winkels, dezelfde kappers, dezelfde jobs.
Hoe zie ik innovatie? ik denk dat leerkrachten die bewust les geven meer kans hebben om innovatief te zijn. Als je die leerkrachten verzamelt en in gesprek laat gaan zal er innovatie mogelijk zijn.
Een helder overzicht met interessante denkpistes, maar daaronder een vreemde reactie. Waar staat in het artikel dat het Finse systeem beter is dan het onze? Dat lees ik nergens. Integendeel, het gaat erom wat we ‘echt’ kunnen leren van de Finnen, een kritische benadering dus. Wel lees ik prima ideeën, want niets is zo erg als op je eigen mijlpaal gaan zitten (of willen blijven zitten) en niet te vernieuwen/veranderen. De samenleving verandert namelijk ook: andere familiale, maatschappelijke en professionele contexten, andere vereisten qua kennis, vaardigheden en attitudes, andere technologie enz. Het feit dat 16% van onze achttienjarigen zonder diploma het secundair onderwijs verlaat mag op zijn minst tot nadenken stemmen. En dan zijn alle buitenlandse voorbeelden welkom, al was het maar om te inspireren. Open blik, brede gedachten.