De resultaten van PIRLS 2016 vielen, zoals ondertussen genoegzaam bekend is, zwaar tegen. Vlaanderen zakte voor begrijpend lezen (eind vierde leerjaar lager onderwijs) terug naar de 32ste plaats. In opdracht van de Vlor, en met steun van het Departement Onderwijs, voerden onderzoekers van de KU Leuven en UGent daarom een praktijkgerichte literatuurstudie uit naar principes van krachtig, effectief begrijpend-leesonderwijs die door internationaal wetenschappelijk onderzoek worden ondersteund. Promotoren waren Kris Van den Branden, Hilde Van Keer en Pol Ghesquière.
De onderzoekers schuiven in hun praktijkgericht rapport 5 sleutelprincipes naar voor. Die 5 ‘didactische sleutels’ hangen zo onlosmakelijk met elkaar samen dat de onderzoekers ze visueel presenteren in de vorm van een sleutelbos, en dat schoolteams worden aangemoedigd om een leesaanpak te ontwikkelen waarin de 5 principes samen worden uitgewerkt en versterkt:
- Functionaliteit: Leerlingen moeten in de basisschool veelvuldig de kans krijgen om betekenisvolle en uitdagende begrijpend-leesopdrachten uit te voeren, waarbij ze lezen om een concreet doel te bereiken dat aansluit bij hun interesses. Dat doel kan van allerlei aard zijn: iets interessants of nuttigs te weten komen, achterhalen wat er met het hoofdpersonage in dat spannende verhaal gaat gebeuren, iets lekkers klaarmaken op basis van een recept…. Als leerlingen een zinvol leesdoel hebben, stijgt de kans dat ze de tekst actief te lijf zullen gaan, écht proberen om de betekenis van de tekst te achterhalen en zelfs obstakels te overwinnen als die op hun weg verschijnen.
- Interactie: Functionele leesopdrachten zouden moeten leiden tot diepgaande gesprekken over de tekst. Leerlingen worden niet zomaar betere lezers door alleen maar te lezen. In interactie kan de leraar de leerlingen voor, tijdens en na het lezen begeleiden, bijvoorbeeld door het tekstthema te introduceren, de voorkennis van leerlingen te activeren, hen te vragen waar ze bepaalde informatie gevonden hebben, onduidelijke passages te verhelderen, hen te laten stilstaan bij wat de tekst voor hen betekent, hen te laten nadenken over wat ze geleerd hebben uit de tekst, hen samen over de tekst te laten discussiëren, enzovoort. Ook interactie tussen de leerlingen onderling is heel belangrijk. Het is ten eerste een manier om leerlingen actief met de informatie uit de tekst aan de slag te laten gaan, en ten tweede kunnen leerlingen elkaar ondersteunen om tot beter tekstbegrip te komen. Onderzoek toont ook aan dat als leerlingen schrijven over de tekst die ze hebben gelezen (bv. ze schrijven een fascinerend weetje uit een tekst op voor een leerling die de tekst niet heeft gelezen), hun leesbegrip en diepgang van tekstverwerking positief worden bevorderd.
- Strategie–instructie: Leerlingen moeten gaandeweg strategische lezers worden: dat zijn leerlingen die gepaste strategieën kunnen toepassen als de tekst moeilijker wordt, en die zelf kunnen bepalen welke strategie op welk moment het nuttigst is. Om strategische lezers te worden, hebben de leerlingen expliciete strategie-instructie nodig, die bij voorkeur is ingebed in het begrijpend lezen van interessante teksten en de interactie daarover. Onderzoek wijst uit dat de volgende leesstrategieën erg bruikbaar zijn voor jonge lezers: vragen stellen aan de tekst (door de leerling zelf), verbindingen maken met eigen voorkennis, de tekstinhoud visueel voorstellen, de inhoud tussentijds samenvatten, de tekststructuur herkennen, leesdoelen stellen en bewaken, begrip van de tekst bewaken en proberen te herstellen. Leerkrachten kunnen leerlingen begeleiden bij het ontwikkelen van leesstrategiëen, onder andere door die te modelleren, samen met hen na te denken over welke strategie voor een bepaald tekstgedeelte het meest geschikt is en aan het einde van een leesactiviteit hardop na te denken over de strategieën die de leerlingen hebben gebruikt.
- Leesmotivatie: Doorheen de hele basisschool moeten leerkrachten trachten de leesmotivatie van leerlingen te verhogen. Dat kunnen ze onder andere doen door hen veel leuke, interessante en functionele begrijpend-leesopdrachten te laten uitvoeren, door veel voor te lezen, door de leerlingen zelf keuzes te laten maken uit een breed tekstaanbod (bv. tijdens vrij lezen), door hen veel succeservaringen te laten opdoen, door de leerlingen samen te laten werken rond teksten, door te peilen naar hun leesinteresses en daarop in te spelen, en door hen te laten ervaren hoe nuttig, bruikbaar, leuk en interessant lezen kan zijn.
- Transfer: Begrijpend-leesvaardigheid stimuleren mag niet beperkt blijven tot de begrijpend-leeslesjes van de taalmethode, maar moet een rode draad zijn doorheen het hele curriculum. Het is van cruciaal belang dat ook in muzische vorming, wereldoriëntatie, wiskunde, enz. de bovenstaande principes veelvuldig worden toegepast, zodat ze echt kunnen inslijpen. Leerlingen moeten immers voldoende leeskilometers maken om goede, strategische begrijpend-lezers te worden. Ook het stimuleren van begrijpende leesvaardigheden buiten de school, waaronder de thuiscontext, is erg van belang. Schoolteams kunnen een actieve rol opnemen in het bevorderen van buitenschools lezen, onder andere door ouders aan te zetten om veel voor te lezen, een actieve samenwerking op te zetten met de openbare bibliotheek, kinderopvang, speelpleinen en andere vrijetijdsactiviteiten, en daarbij het belang van leesbevordering te onderstrepen en ondersteunen.
Begrijpend lezen moet terug een van de allerbelangrijkste vaardigheden in het basisonderwijs worden
Meer dan ooit is begrijpend lezen een sleutelcompetentie voor jonge kinderen. Wie goed begrijpend kan lezen, maakt meer kans op schoolsucces. In alle vakken van het curriculum, en zeker vanaf de derde graad van het basisonderwijs, wordt van leerlingen immers gevraagd dat ze handboek- en andere teksten goed begrijpend kunnen lezen. Buiten de school is goed begrijpend lezen en kunnen omgaan met schriftelijke informatie een levensbelangrijke competentie, zeker in deze eeuw van informatie-overvloed. Internationaal onderzoek toont aan dat wie op 18-jarige leeftijd laaggeletterd is, significant meer kans maakt om in de werkloosheid te belanden, afhankelijk te worden van een sociale uitkering en minder lang gezond en gelukkig te leven. Schoolteams moeten er dus alles aan doen om ervoor te zorgen dat alle kinderen goed en graag leren begrijpend lezen!
Meer lezen? Meer voorbeelden?
Klik door naar de praktijkgerichte publicatie op de website van de Vlor, en naar het wetenschappelijk eindrapport, via de volgende link:
https://www.vlor.be/publicaties/praktijkgericht-onderzoek/sleutels-voor-effectief-begrijpend-lezen
Heel boeiend. Ook noodzakelijk. Proficiat met de zeer nuttige publicatie. Wat ik me afvroeg was of uit jullie onderzoek ook bevindingen naar voor kwamen over de link tussen begrijpend lezen en woordenschatverwerving: is dat een voorwaarde om te komen tot begrijpend lezen, een middel, een gevolg…? Of kan het dat allemaal zijn, afhankelijk van de manier waarop je begrijpend lezen inzet en het doel dat je wil bereiken?
Beste Jan, dit was niet de focus van onze studie, maar we stootten toch wel op een aantal dingen die goed worden samengevat in jouw laatste zin. De relatie is complex en wederzijds. Een uitgebreidere woordenschat helpt leerlingen om een grotere variatie aan teksten begrijpend te lezen, vandaar dat we bijvoorbeeld voor anderstalige leerlingen aanraden om te investeren in flankerend woordenschatonderwijs. Anderzijds wordt dat woordenschatonderwijs minder effectief als het geïsoleerd wordt aangeboden. Begrijpend lezen is overigens ook een zeer goede manier om nieuwe woorden op te pikken, vooral als de 5 didactische sleutels daarbij worden gevolgd. Bijvoorbeeld, de kans op het oppikken van woorden zal groter zijn als de leerlingen een functionele tekst lezen met een zinvol doel voor ogen, waarbij ze bepaalde woorden echt nodig hebben om die interessante tekst te begrijpen en er interactie over de betekenis van die woorden kan best tijdens de begrijpend-leesopdracht plaatsvinden. Integratie dus, daar draait veel om….
Dankjewel. Je bevestigt wat ik dacht, maar wilde toch even zeker zijn.