Als kinderen zich goed voelen op school, kan dat de mate waarin ze op school nieuwe kennis verwerven positief beïnvloeden. Omgekeerd kan het succesvol verwerven van nieuwe kennis het welbevinden van leerlingen bevorderen. Het verkeer in deze straat loopt potentieel in twee richtingen. Wie er een eenrichtingsstraat van maakt, in welke van beide richtingen ook, maakt er onnodig en onterecht een eenzijdig verhaal van. Of heeft een ideologische, eerder dan een wetenschappelijke agenda…
- In 2014 schreven Hattie & Yates op basis van het toenmalig beschikbare onderzoek een heldere synthese van dat tweerichtingsverkeer in hun boek “Visible learning and the science of how we learning.” Zo beklemtoonden ze dat warme leraar-leerling-relaties het welbevinden van leerlingen positief beïnvloedt en dat dat op haar beurt de kans vergroot dat leerlingen gemotiveerd aan de slag gaan met schooltaken en intensiever aan de interactie met de leraar deelnemen. Dat komt kennisverwerving ten goede. Zowat alle onderzoeksgebaseerde raamwerken voor effectief onderwijs (bv. de raamwerken ontwikkeld door Danielson Group; Pamela Grossman; Robert Pianta en collega’s; het MET-raamwerk) benadrukken het belang van leraren die bezorgd zijn om het welbevinden van de leerlingen teneinde hun leerprocessen te bevorderen.
- Binnen Directe Instructie is “help-seeking” (leerlingen die een vraag durven stellen over iets dat ze niet begrijpen) een cruciale leerstrategie. Leerlingen moeten zich daarvoor voldoende veilig en gerespecteerd voelen: “Learning for many students is a risky business. The positive teacher-student relationship is thus important not so much because this is worthwhile in itself, but because it helps to build the trust to make mistakes, to ask for help, to build confidence to try again, and for students to know they will not look silly when they don’t get it the first time.” (Hattie & Yates, 2014, p. 21).
- De meta-analyse van Korpershoek e. a. (2020) rond school belonging geeft aan dat leerlingen die zich persoonlijk geaccepteerd, gerespecteerd, opgenomen (in de schoolgemeenschap) en ondersteund voelen door leraren “are likely to perform better in school (e.g. academic achievement) and show more favourable motivational (e.g. mastery goal orientations), social-emotional (e.g. self-concept and self-efficacy), and behavioural outcomes (e.g. behavioural, cognitive, and agentic engagement).” (p. 665).
- Omgekeerd benadrukken tal van empirisch gevalideerde motivatiemodellen dat als leerlingen succesvol zijn in het uitvoeren van leertaken en nieuwe kennis vergaren, hun welbevinden op school kan verhogen. Omgekeerd stellen diezelfde motivatiemodellen dat positieve verwachtingen van leerlingen (bv. de verwachting om succesvol te kunnen zijn, de verwachting om een taak in een veilige, sociaal lonende omgeving te kunnen uitvoeren) de kans vergroot dat ze gemotiveerd en geconcentreerd aan de slag gaat met een leertaak. De meeste motivatiemodellen zijn cyclisch: de pijlen tussen socio-affectieve factoren en prestaties wijzen in de twee richtingen. Het empirisch gevalideerde model van TuongVan Vu e.a. (2021) spreekt van motivation-achievement-cycles: in hun model zie je race-auto’s aan topsnelheid rondjes rijden langs de stations “academic emotions/motivation/self-efficacy” en “achievement (knowledge/skill)”.

- De kwalitatieve studies naar de oorzaken van schooluitval en ongekwalificeerd uitstromen (onder andere de uitgebreide studies die in Ierland en Australië werden uitgevoerd) waarover ik eerder blogberichten schreef, tonen aan dat leerlingen die zich systematisch en langdurig niet goed voelen op school (bijvoorbeeld omdat ze het gevoel dat hun leraren onvoldoende in hen geloven), sneller geneigd zijn om op te geven en geen mentale energie meer te investeren in leertaken.
Onderzoekers zoals TuongVan Vu benadrukken dat de relatie tussen welbevinden en academische prestaties aangetoond wordt via correlaties, en dus niet strikt causaal mag worden geïnterpreteerd. Los van de methodologsche beperking van het beschikbare onderzoek is de relatie tussen beiden wellicht ook niet strikt causaal in de zin dat als je variabele x manipuleert je sowieso een effect op variabele y krijgt (of omgekeerd). Het positief verhogen van variabele x (bv. verhogen van school belonging of welbevinden op school) kan bijdragen tot kennisverwerving, maar, zoals iedereen weet, wordt kennisverwerving door een complexe set van dynamisch op elkaar ingrijpende variabelen beïnvloed. Dat geldt ook omgekeerd: een kind dat succesvol kennis vergaart, wordt niet automatisch gelukkiger. Er kunnen op datzelfde moment andere factoren zijn die het welbevinden van dat kind op school (sterker) beïnvloeden. Voorzichtigheid blijft geboden, in welke richting je race-autootje ook rijdt….
