Liefst 60% van de leerlingen in het BSO haalt het niveau 2 van PISA niet voor begrijpend lezen. Dat niveau beschouwt OESO als het minimumniveau om over functionele geletterdheid te spreken. Daardoor beschikt maximum 40% van de leerlingen in BSO over de leesvaardigheid om belangrijke teksten te begrijpen en met die informatie dagdagelijkse problemen aan te pakken.
60%.
Deze leerlingen lopen dus zonder enige twijfel een verhoogd risico om het leerplichtonderwijs als functioneel laaggeletterde te verlaten. Uit internationaal onderzoek zoals PIAAC weten we dat jongvolwassenen die functioneel laaggeletterd zijn, significant meer kans maken om in de werkloosheid te belanden en van een sociale uitkering afhankelijk te worden, minder kansen benutten tot levenslang leren en minder kans maken om lang en gelukkig te leven. Een voldoende niveau begrijpend-leesvaardigheid is – letterlijk – levensbelangrijk.
Ons watervalsysteem zorgt er mee voor dat de leerlingen die op PISA 2022 het niveau 2 niet haalden (24% ondertussen van de totale leerlingpopulatie) oververtegenwoordigd zijn in het BSO, DBSO en BUSO. Voor BSO zijn de PISA-data robuust genoeg om betrouwbaar te zijn (voor DBSO deden te weinig leerlingen mee). We moeten in Vlaanderen dus heel urgent nadenken over wat we voor deze specifieke groep van leerlingen kunnen doen en hoe we er zo snel mogelijk voor kunnen zorgen dat zij alsnog een basisniveau voor begrijpend lezen ontwikkelen voor zij het leerplichtonderwijs verlaten.
Ik doe een concreet voorstel:
– Neem in het curriculum van elke BSO-richting een verplicht ondersteuningstraject “geletterdheid” op voor elke BSO-leerling: een equivalent van minstens 1 lesuur per week vanaf 3 BSO tot het einde van 6 BSO. Mind(re)set: leerlingen in het BSO hebben meer trajectbegeleiding nodig op het vlak van leesvaardigheid, niet minder.
– Probeer dit traject zo gedifferentieerd – of zelfs gepersonaliseerd – mogelijk vorm te geven: zorg er dus voor dat zoveel mogelijk leerlingen ondersteuning krijgen op hun maat – dus aangepast aan het leesniveau dat ze op dat moment hebben – en dat dat ondersteuningstraject voor elke leerling boeiend (qua inhoud), relevant (qua inhoud), uitdagend (dus leerbevorderend), en motiverend is. Besteed expliciete aandacht aan het onderwijzen van leesstrategieën (zie het robuuste effect in de Teaching & Leaning Toolkit). Werk regelmatig in kleine groepen (met vormen van samenwerkend leren) en als het kan ook via individuele tutoring. De meta-analyse van Dietrichson e.a. (2021) toont aan dat dit gelijke onderwijskansen bevordert.
– Doe dit voor alle BSO-leerlingen: Ook leerlingen die niveau 2 (net) haalden, kunnen nog veel waardevolle dingen bijleren om hun kritische leesvaardigheid en hun vaardigheid om mediawijs met overvloedige en onbetrouwbare informatie om te gaan, op te krikken.
– Geef schoolteams opties: laat hen toe het leertraject op diverse manieren vorm te geven. Een formeel lesuur “geletterdheid” op het uurrooster kan, maar evenzeer kan geletterdheidscoaching geïntegreerd of gecombineerd worden met de praktijk van de beroepsopleiding, PAV of beiden. Stimuleer schoolteams om slim en didactisch verantwoord gebruik te maken van moderne technologie.
– Bied alle leraren in het BSO, en alle studenten in de lerarenopleiding, kansen tot deskundigheidsbevordering op dit specifieke vlak.
– Mooi idee op papier, maar onrealiseerbaar? Niet waar, want het werd ooit al uitgewerkt in Vlaanderen, namelijk in het project “G-kracht” van het Centrum voor Taal en Onderwijs (KU Leuven). Die “G” stond uiteraard voor Geletterheid. Dat project werd gefinancierd door de Vlaamse overheid en liep 2 schooljaren. Het lesmateriaal en de coachingsprocedures die toen werden ontwikkeld, kunnen dus nog altijd dienen als inspiratiebron. Op het einde van die 2 schooljaren werden in de pilootscholen positieve resultaten geboekt, zowel bij de leerlingen als bij de leraren (praktijk én PAV), die hun competenties rond geletterdheidsonderwijs uitbreidden.
– Kost dat geld? Enkel op de korte termijn. Een overheid die geld investeert in de professionalisering van leraren en extra ondersteuning van BSO-leerlingen verdient die investering dubbel en dik terug door het vermijden van de kosten verbonden aan de dure, langdurige en nare effecten van laaggeletterdheid die ik hierboven beschreef. In Ierland lieten ze hun befaamde en succesvolle Literacy Strategy hand in hand gaan met DEIS, een intensief en inclusief gelijke-onderwijskansenbeleid, waarbij in scholen met veel sociaal kwetsbare leerlingen extra geld werd gepompt en extra werd geïnvesteerd in de professionalisering van leraren. Ierland deed het uitstekend op PISA 2022: het behoort niet alleen tot de koplopers, maar heeft ook een kleine sociale kloof qua leerlingprestaties.
Eens laaggeletterde jongeren het leerplichtonderwijs verlaten, heeft de overheid nog weinig vat op hun kansen tot “levenslang leren lezen”. Grijp die kans dus als ze zich voordoet: waarom hebben we anders een leerplicht tot 18 jaar? Waarom hebben we anders eindtermen basisgeletterdheid?
Voor alle duidelijkheid: deze specifieke beleidsmaatregel gericht op BSO-leerlingen sluit hoegenaamd niet uit dat er ook wordt geïnvesteerd in de kwaliteit van het lees- en geletterdheidsonderwijs in het basisonderwijs en in andere onderwijsvormen van het secundair onderwijs. Het succes van onderwijsbeleid hangt immers niet af van één maatregel, maar van het uitgekiende samenspel van een resem maatregelen die goed op elkaar zijn afgestemd.
Meer lezen over het Ierse gelijke-onderwijskansenbeleid?
https://www.citizensinformation.ie/en/education/the-irish-education-system/measures-to-address-educational-disadvantage/